Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 1 A
2513 AA S GRAVENHAGE
2513AA22XA
Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Telefoon (070) 333 44 44
Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
Contactpersoon
Doorkiesnummer

Onderwerp Kamervragen van het lid Ulenbelt

Uw brief 3 januari 2007

Ons kenmerk SV/WV/07/260

Datum 26 januari 2007

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Ulenbelt (SP) over uitspraken van rechtbanken dat een onderdeel van het Schattingsbesluit 2004 in strijd is met de WAO en de WAZ.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Bijlage(n): Antwoorden op Kamervragen.2060705030
Antwoorden op de vragen van het lid Ulenbelt (SP) over uitspraken van rechtbanken dat een onderdeel van het Schattingsbesluit 2004 in strijd is met de WAO en de WAZ (ingezonden 2 januari 2007)
Vraag 1.
Heeft u kennisgenomen van 11 uitspraken van 9 rechtbanken dat de maximering van urenomvang van de maatman (art. 9 en 10 van het Schattingsbesluit 2004) in strijd is met de WAO en de WAZ?1
Antwoord 1.
Ja.
Vraag 2.
Is het UWV tegen 1 of meer van deze uitspraken in beroep gegaan? Zo ja, tegen welke uitspraken? Zo neen, in welke uitspraken en waarom niet?
Antwoord 2.
Het UWV heeft tegen tien van de elf genoemde uitspraken hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Er is geen hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem (LJN: AZ2093). De reden daarvan was dat het UWV na de uitspraak constateerde dat een eerder geduide functie niet kon worden gehandhaafd, gelet op de gestelde ervarings- c.q. opleidingseisen. Als gevolg daarvan resteerden onvoldoende functies om de eerder vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid te handhaven.
Vraag 3.
Bent u bereid, gezien de 11 duidelijke en overtuigende uitspraken, het UWV te verzoeken de beroepen in te trekken, zodat de gedupeerden zo snel mogelijk recht wordt gedaan? Zo neen, waarom niet?
Vraag 4.
Wilt u het Schattingsbesluit 2004 in overeenstemming brengen met de WAO en WAZ? Zo ja, wanneer? Zo neen, waarom niet?

1 LJN: AZ2093, Rechtbank Haarlem
LJN: AV6543, Rechtbank Breda
LJN: AX8973, Rechtbank Rotterdam
LJN: AY4183, Rechtbank Alkmaar
LJN: AY8458, Rechtbank Leeuwarden
LJN: AY8452, Rechtbank Leeuwarden
LJN: AY8456, Rechtbank Leeuwarden
LJN: AY9694, Rechtbank 's-Hertogenbosch
LJN: AY9030, Rechtbank 's-Gravenhage
LJN: AY9817, Rechtbank Almelo
LJN: AY9292, Rechtbank Zwolle.Antwoord 3 en 4.
Naar mijn mening voert UWV de wet op dit punt conform de bedoeling uit. Bij dergelijke principiële kwesties vind ik het daarom wenselijk en noodzakelijk om het oordeel van de CRvB te vernemen. Bovendien is het vanuit een oogpunt van rechtseenheid van belang dat de CRvB een uitspraak doet. In vijf uitspraken hebben drie rechtbanken de maximering van de urenomvang van de maatman namelijk expliciet niet in strijd geacht met de WAO of de WAZ.2 Daar komt bij dat vijf van de in de voetnoten 1 en 2 genoemde zaken inmiddels op de zitting van de CRvB zijn behandeld. De verwachting is dat de CRvB omtrent half februari uitspraak doet. Het is dan ook niet opportuun om de hoger beroepen in te trekken. Een eventuele wijziging van het Schattingsbesluit 2004 stel ik afhankelijk van de inhoud van de hiervoor bedoelde uitspraak van de CRvB.
Vraag 5.
In hoeveel gevallen is bij de herbeoordeling van arbeidsongeschikten op basis van het Schattingsbesluit 2004 door het UWV de maximering van de urenomvang toegepast? Antwoord 5.
De maximering van de urenomvang is in 32.700 gevallen toegepast bij de herbeoordeling (dit betreft de stand van zaken op 1 november 2006). In 29.168 gevallen betrof dat WAO-gerechtigden, in 3.167 gevallen WAZ-gerechtigden en in 365 gevallen Wajong-gerechtigden. Vraag 6.
Wilt u het UWV opdragen in alle gevallen waarbij maximering van de urenomvang is toegepast de beslissing zo spoedig mogelijk te herzien? Zo neen, waarom niet? Antwoord 6.
Nee, daarvoor is nu geen aanleiding. Afhankelijk van de uitspraak die we half februari van de CRvB verwachten, zal ik bezien welke maatregelen passend zijn.

2 Rechtbank Den Bosch 23 januari 2006, AWB 05/2014 WAO
Rechtbank Utrecht 14 maart 2006, SBR 05/1068 WAO (LJN AV9361)
Rechtbank Utrecht 29 maart 2006, SBR 05/3063 WAZ
Rechtbank Utrecht 24 mei 2005, SBR 06/149, WAO (LJN AY4333)
Rechtbank Maastricht 24 oktober 2006, AWB 06/389 WAZ