Behandeling depressie kan beter
Datum: 31 januari 2007
De laatste decennia is duidelijk geworden dat depressie een chronische
aandoening is. Na één depressie is de kans dat men een nieuwe
depressie krijgt ongeveer 50%, na twee depressies is dit 80%, en na
drie al 90%. De meerderheid van de depressieve patiënten wordt door de
huisarts behandeld. Maar er zijn ook andere behandelmethoden.
Uit promotieonderzoek van Henk Jan Conradi blijkt dat psychiatrische
consultatie en cognitieve gedragstherapie iets effectiever zijn dan
reguliere huisartszorg. Voor patiënten met een beperkte controle over
hun eigen leven blijkt psychiatrische consultatie het beste te werken,
terwijl voor mensen die relatief meer controle hebben cognitieve
gedragstherapie het beste werkt. Verder bleek het aantal eerdere
depressieve episoden een belangrijke voorspeller te zijn voor een
ongunstig beloop van depressie. Dit is belangrijk voor huisartsen om
in de gaten te houden.
Henk Jan Conradi (Assen, 1964) studeerde (klinische) psychologie,
geschiedenis en rechten te Groningen. Hij verrichtte zijn onderzoek
bij de afdeling Sociale Psychiatrie van het Universitair Medisch
Centrum Groningen (UMCG) en binnen de onderzoeksscholen Experimentele
Psychopathologie (EPP) en Behavioral and Cognitive Neurosciences
(BCN). Het onderzoek werd mede gefinancierd door het NWO,
verzekeringsmaatschappij Het Groene Land en het Nationaal Fonds
Geestelijke Volksgezondheid. Conradi is vanaf 1 februari werkzaam als
postdoc in het UMCG. /JW
Datum en tijd
31 januari 2007, 13.15 uur
Promovendus
H.J. Conradi
Proefschrift
Treatment and risk factors for depression: Long-term results of a
randomized controlled trial in primary care
Promotores
prof.dr. J. Ormel en prof.dr. P.G.M. Emmelkamp
Faculteit
medische wetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Informatie
via Joost Wessels, Bureau Voorlichting UMCG, tel. (050) 361 4464 of
(050) 361 2200, e-mail: j.r.l.wessels@bvl.umcg.nl
Rijksuniversiteit Groningen