Twee verdachten explosies en brandstichtingen voor rechter
Alkmaar, 31 januari 2007
De rechtbank in Alkmaar behandelt op woensdag 7 februari de zaak tegen
twee verdachten die terechtstaan wegens het veroorzaken van een reeks
explosies en branden in Alkmaar. Het Openbaar Ministerie vervolgt de
verdachten voor acht, respectievelijk tien feiten die een selectie
vormen uit een reeks van 17 feiten. De feiten zijn gepleegd van mei
2002 tot en met augustus 2005. De verdachten zijn in september 2005
aangehouden. In maart 2006 werd een inhoudelijke behandeling van de
zaak uitgesteld omdat alsnog werd besloten een
persoonlijkheidsonderzoek te laten uitvoeren naar beide verdachten.
De bewoners van Alkmaar werden drie jaar lang regelmatig opgeschrikt
door een explosie, brandstichting of een vondst van een niet ontplofte
bom. Winkels, huizen, maar ook scholen waren het doelwit van de twee
verdachten. Ook worden ze verantwoordelijk gehouden voor een aantal
autobranden.
Het eerste feit werd door één verdachte gepleegd. Het betrof een
ontploffing bij een Turkse groentezaak in mei 2002. In december 2004
hebben de twee verdachten gezamenlijk de monumentale molen C in brand
gestoken. De bewoonster kon ternauwernood ontsnappen aan de brand,
terwijl haar huisdieren zijn omgekomen. De molen werd geheel verwoest.
Vervolgens hebben de twee mannen in de loop van 2005 bij diverse
woningen en autoâs met (vuurwerk)bommen veel schade aangericht. Ook
zijn ze verantwoordelijk voor het plaatsen van een bom onder een
caravan die geparkeerd stond in een woonwijk (juni 2005). De bom is
door explosievendienst onschadelijk gemaakt. Dit gebeuren veroorzaakte
veel overlast voor de omwonenden. Het laatste feit was het tot
ontploffing brengen van een aantal personenautoâs in augustus 2005.
De schade die beide verdachten hebben veroorzaakt wordt geschat op
ruim 500.000 euro.
In eerste instantie werden de serie (bijna) explosies en
brandstichtingen niet met elkaar in verband gebracht. Na de aanhouding
van de eerste verdachte op 5 september 2005 volgde al snel de
aanhouding van de medeverdachte. De verdachten hebben bekend de feiten
te hebben gepleegd. Vooralsnog gaat het Openbaar Ministerie er vanuit
dat de hang naar sensatie de motivatie is geweest voor het plegen van
deze zeer ernstige delicten.
Het Openbaar Ministerie legt de twee verdachte ten laste het
veroorzaken van explosies en brandstichting met levensgevaar voor
anderen (artikelen 157 en 158 uit het wetboek van Strafrecht). Voor
deze feiten kunnen de verdachten maximaal vijftien jaar
gevangenisstraf krijgen.
Openbaar Ministerie