Rechtbank Utrecht
Rechtbank veroordeelt bank in Freule-kwestie
31 januari - De rechtbank in Utrecht heeft de ING-bank veroordeeld tot
het betalen van een bedrag van ruim 9,4 miljoen dollar aan de gemeente
Veenendaal. De uitspraak is een onderdeel in de nasleep van de
zogenaamde âFreule-kwestieâ.
De betrokken partijen hebben enkele jaren geprocedeerd. Tijdens de
procedure moesten verschillende getuigen worden gehoord. De kern van
het geschil vormt het stellen van een bankgarantie door ING ter hoogte
van 9,4 miljoen en het afgeven van een contragarantie voor hetzelfde
bedrag door de stichting Freule Lauta van Aysma (âde Stichtingâ). De
opdracht tot het doen stellen van de bankgarantie namens de Stichting
was door een daartoe niet bevoegde aan ING gegeven.
Wegens onbevoegde vertegenwoordiging zijn de daaruit voortvloeiende
rechtshandelingen nietig. Daarnaast is het de rechtbank niet gebleken
dat het besluitvormingsproces tot het doen stellen van de bankgarantie
- veronderstellend dat dit besluit is genomen â op de in de statuten
van de Stichting voorgeschreven wijze heeft plaatsgevonden. Dit brengt
nietigheid van het besluit mee. ING, die de bankgarantie heeft
gesteld, komt geen bescherming tegen die nietigheden toe. De bank
kende namelijk de bevoegdheidsgebreken, althans behoorde die volgens
de rechtbank te kennen.
ING moet daarom een bedrag van 9.426.267,00 dollar dat zij onder
bankgarantie aan een investeringsmaatschappij had uitgekeerd terug
betalen. Omdat de bank het bedrag met een beroep op een contragarantie
op de Stichting had verhaald en de vorderingen van de Stichting op de
bank aan gemeente Veenendaal waren verpand, moet het bedrag aan de
gemeente worden terug betaald, omgerekend naar de waarde in euroâs op
17 mei 2002 en vermeerderd met de wettelijke rente.
LJ Nummer
AZ7341
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 31 januari 2007 Naar boven