Senternovem


Nieuws

31-01-2007 | GIW stelt eisen aan thermische behaaglijkheid woningen

Met het aanscherpen van de EPC eis wordt het binnenklimaat steeds belangrijker. Sinds 1 januari 2007 zijn ook nieuwe GIW eisen gesteld voor de thermische behaaglijkheid van woningen. Deze eisen gelden voor woningen die onder GIW garantie worden gebouwd.

Het GIW stelt als eis dat een woning en de toegepaste constructies, materialen en onderdelen en de installaties, onder redelijkerwijs te voorziene externe omstandigheden deugdelijk zijn. Dit rechtvaardigt, volgens het GIW, het stellen van eisen aan het binnenmilieu waarbij het thermische comfort in de zomer (overmatige opwarming) een belangrijke rol speelt.
Voor woningen wordt in de energieprestatienorm, de NEN 5128:2004, aan hand van de maand juli een indicatieve berekening van het risico van te hoge temperaturen gegeven. Meer informatie over de temperatuur en binnenklimaat in de NEN 5128:2004 vindt u op de EPN website van SenterNovem. Als resultaat wordt een informatieve waarschuwing gegeven bij groot risico van temperatuursoverschrijdingen. Er worden drie klassen onderscheiden aan de hand van temperatuursoverschrijding juli (TOjuli):

* 0 - 2: laag tot matig risico

* 2 - 4: matig tot groot risico

* 4 of hoger: groot risico

De TOjuli wordt berekend aan de hand van de koudebehoefte, dit is een indicatie voor overtollige warmte. Veel overtollige warmte leidt tot het risico van een te hoge binnentemperatuur die bij voorkeur door het toepassen van passieve koelmaatregelen (effectieve raamoriëntatie en zonwering, overtrek, gebouwmassa, ventilatie en dergelijke) moet worden voorkomen.
In de GWI/ISSO 2007 wordt gesteld dat een TO berekening moet worden gemaakt als de risicoklasse voor oververhitting volgens NEN 5128:2004 boven het indicatiegetal 3 ligt.
Als norm wordt gesteld dat de maximale PMV overschrijdingsuren > 0.5 niet meer dan 300 uur mag bedragen. De uitgangspunten voor de berekening staan beschreven in de publicatie GIW/ISSO 2007. Zie verder de website van het GIW.