Radboud Universiteit Nijmegen


Nijmeegs gedragswetenschappelijk onderzoek ook ethisch getoetst

Dinsdag 30 januari kwam de ethische commissie van de Faculteit der Sociale Wetenschappen voor het eerst bijeen. De commissie onder leiding van prof. Cilia Witteman adviseert het faculteitsbestuur of gedragswetenschappelijk onderzoek voorgelegd moet worden aan de CMO, de Commissie Mensgebonden Onderzoek ingesteld op grond van de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met mensen (de WMO). Zo niet, dan heeft de commissie een eigen rol om gedragswetenschappelijk onderzoek te bekijken op zorgvuldige en heldere procedures ten opzichte van proefpersonen.

Voor toetsing van medisch-wetenschappelijk onderzoek bestaan er in verschillende regio's medisch-ethische commissies die opkomen voor de belangen van proefpersonen en erop toezien dat het onderzoek op zorgvuldige wijze wordt uitgevoerd, conform de regelgeving in de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met mensen (WMO). Steeds vaker wordt de vraag gesteld of niet ook gedragswetenschappelijk onderzoek onder de WMO valt, en dus voorgelegd moet worden aan de CMO. De wet verplicht immers dat handelingen van onderzoekers die invloed hebben op gedrag van proefpersonen geen nare gevolgen mogen hebben voor betrokkenen. In 2002 heeft de uitvoerder van de WMO, de landelijke commissie mensgebonden onderzoek, geformuleerd dat gedragswetenschappelijk onderzoek onder de wetgeving valt wanneer "er sprake is van medisch-wetenschappelijk onderzoek; en wanneer de proefpersonen aan handelingen worden onderworpen en/of aan de proefpersonen bepaalde gedragslijnen worden opgelegd". In navolging van andere gedragswetenschappelijke faculteiten zoals in Groningen, Amsterdam en Maastricht, heeft ook de Nijmeegse Faculteit der Sociale Wetenschappen nu een eigen ethische commissie ingesteld. De faculteit vindt het van belang om een fatsoenlijke bejegening van proefpersonen te waarborgen. Bovendien wil ze het gedragswetenschappelijk onderzoek conform de wet getoetst zien.

Onderzoekers zijn zelf verantwoordelijk voor melding

De ethische commissie sociale wetenschappen bestaat uit voorzitter Cilia Witteman en vier onderzoekers: dr. Tineke van Rijn en dr. Gerben Haselager vanuit het NICI en dr. Janet van Hell en dr. Gerben Westerhof vanuit het Behavioural Science Institute. Geen student, terwijl juist studenten vaak proefpersoon zijn in het Nijmeegs gedragswetenschappelijk onderzoek. Een omissie? Witteman: "Het zou inderdaad goed zijn om ook een student in de commissie te hebben. Daarover zullen we het ook in onze eerste vergadering gaan hebben." De commissie wordt ambtelijk ondersteund door drs. Albert van der Kruis. Voorzitter en ambtelijk secretaris hebben zich vanaf 1 oktober warmgelopen en gekeken naar de praktijk bij een aantal collega's in het land. Vooral de contacten met de Universiteit Maastricht, waar men al vier jaar werkt met een ethische commissie voor gedragsonderzoek, waren voor de startende commissie erg belangrijk. Men heeft veel van de Maastrichtse collega's kunnen overnemen: achtergrondinformatie, formulieren, protocollen. Anders dan bij andere faculteiten zijn in Nijmegen onderzoekers zelf (in overleg met hun hoogleraar en de onderzoeksdirecteur) verantwoordelijk voor aanmelding van hun onderzoek bij de ethische commissie..

Sluiscriteria

De ethische commissie heeft een aantal `sluiscriteria' opgesteld voor onderzoek dat getoetst moet worden door de wettelijke commissie. Wanneer een of meer van de volgende criteria van toepassing is, dan gaat het door naar het CMO:

* betrokkenheid bij het onderzoek van een of meer leden van de regionale ziekenhuizen;

* het onderzoek is medisch van aard en brengt mogelijke risico's met zich mee voor proefpersonen;

* subsidiegevers stellen wettelijke toetsing als voorwaarde, zoals bijvoorbeeld ZONMW.

Voldoet een onderzoeksvoorstel niet aan deze criteria, dan is het minder risicovol en adviseert de facultaire ethische commissie daarover eigenstandig. Ze heeft daarvoor ook een toetsingskader opgesteld. De voorstellen worden beoordeeld op helderheid en transparantie. Het moet vakkundig en zorgvuldig worden uitgevoerd, proefpersonen moeten de tijd hebben om deelname te kunnen weigeren, ze moeten elk moment kunnen afhaken als ze dat zouden willen en ze moeten achteraf inzicht kunnen hebben in de resultaten.

Website

Onderzoekers worden over de procedure geïnformeerd via een binnenkort te openen website. Via die site kunnen ze ook aanvraagformulieren indienen. Witteman heeft er geen idee van of haar commissie nu veel verzoeken kan verwachten: "Het is absoluut niet zo dat al het vragenlijstonderzoek nu voorgelegd moet gaan worden. Het gaat alleen om onderzoek waarbij redelijkerwijs verwacht kan worden dat het voor proefpersonen risicovol of belastend is." Voor de eerste bijeenkomst lagen twee voorstellen ter beoordeling op tafel: een onderzoek naar de ontwikkeling van baby's, bij wie mondvocht wordt afgenomen, en een onderzoek naar de link tussen depressie en overgewicht bij adolescenten.