European Union



IP/07/114

Brussel, 31 januari 2007

Concurrentie: het sectoronderzoek van de Commissie brengt aanzienlijke concurrentiebeperkingen in de sector retailbanking aan het licht

De Europese Commissie heeft het eindverslag gepubliceerd van haar onderzoek naar de mededingingssituatie in de sector retailbanking. Dit onderzoek heeft een aantal mededingingsproblemen aan het licht gebracht in de markten voor betaalkaarten, betalingssystemen en retailbankingproducten. Belangrijke aanwijzingen hiervoor zijn grote verschillen in handelaren- en afwikkelingsvergoedingen voor betaalkaarten, toegangsbeperkingen op de markten voor betalingssystemen en kredietregisters, belemmering van de cliëntmobiliteit en productkoppeling. Sommige marktdeelnemers hebben, naar aanleiding van de publicatie, in 2006, van de voorlopige resultaten van het onderzoek op het gebied van betaalkaarten (zie IP/06/496 en MEMO/06/164) reeds aangeboden vrijwillig hervormingen te zullen doorvoeren. De Commissie zal de bevoegdheden die haar op grond van de mededingingsregels worden verleend, gebruiken om ernstig misbruik aan te pakken, waarbij zij nauw zal samenwerken met de nationale mededingingsautoriteiten. De uitkomst van het onderzoek zou de mededinging in de sector retailbanking moeten bevorderen in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de eengemaakte eurobetalingsruimte (Single Euro Payment Area - SEPA).

In de woorden van Neelie Kroes, lid van de Commissie belast met concurrentie: "Het onderzoek heeft uitgewezen dat er veel concurrentiebeperkingen zijn die de kosten van retailbankdiensten voor Europese ondernemingen en consumenten onnodig opdrijven. De Commissie zal ten volle gebruik maken van haar bevoegdheden uit hoofde van de mededingingsregels om deze beperkingen tegen te gaan, zowel op de markt voor betaalkaarten als elders, voorzover zij door mededingingsverstorend gedrag worden veroorzaakt."

Betaalkaarten en betalingssystemen

De Europese betaalkaartindustrie is omvangrijk: de betaalkaartverrichtingen van consumenten hebben een waarde van in totaal 1.350 miljard euro per jaar. Deze betalingen leveren de banken jaarlijks circa 25 miljard euro aan vergoedingen op van EU-ondernemingen. Het onderzoek van de Commissie heeft aanwijzingen gevonden voor een aantal problemen:
* sterk geconcentreerde markten in veel lidstaten, met name voor het verwerven van betaalkaarten, kunnen gevestigde banken in staat stellen de toegang voor nieuwkomers te beperken en hoge vergoedingen aan te rekenen;

* grote verschillen in handelarenvergoedingen in de EU. Ondernemingen in lidstaten met hoge vergoedingen moeten aan banken bijvoorbeeld een drie- of viermaal hoger percentage van hun inkomsten uit betaalkaartverkopen afdragen dan ondernemingen in lidstaten met lage vergoedingen;

* grote verschillen in afwikkelingsvergoedingen tussen banken in de EU, die niet altijd volledig worden omgezet in lagere vergoedingen voor kaarthouders. De Commissie bepleit geen kosteloze afwikkeling, maar de toepassing van deze vergoedingen in sommige betalingssystemen geeft aanleiding tot bezorgdheid;
* hoge en aanhoudende rentabiliteit - met name door de uitgifte van kaarten - duidt op een aanzienlijke marktmacht van banken in sommige lidstaten en hoge vergoedingen voor ondernemingen en consumenten;

* regels en praktijken die de concurrentie op retailniveau aantasten, zoals het vermengen van handelarenvergoedingen en (verboden) toeslagen, en

* uiteenlopende technische standaarden in de EU, waardoor veel dienstverrichters hun activiteiten niet efficiënt in heel Europa kunnen uitoefenen.

Na de publicatie van het tussentijds verslag over betaalkaarten en betalingssystemen heeft de Commissie in een aantal lidstaten bijeenkomsten met banken georganiseerd om te bespreken of deze mededingingsbezwaren door zelfregulering konden worden opgelost. Deze benadering leidt tot veelbelovende resultaten. Goede voorbeelden zijn Oostenrijk, Finland en Portugal waar de marktdeelnemers de eerste stappen hebben genomen om de bezwaren van de Commissie weg te nemen.

De Europese banksector legt zich - met de volledige ondersteuning van de Commissie en de Europese Centrale Bank - toe op de totstandbrenging van een eengemaakte eurobetalingsruimte (SEPA) om de efficiëntie van retailbetalingen te verbeteren en de kosten ervan te verlagen. Het sectoronderzoek heeft een aantal marktbelemmeringen aan het licht gebracht die in het kader van de SEPA moeten worden aangepakt.

Markten voor retailbankproducten De sector retailbanking van de EU genereert 250 à 275 miljard euro per jaar aan brutoinkomsten, gelijk aan 2% van het BBP van de EU. De markten zijn over het algemeen nationaal van aard, en blijven gescheiden door factoren als concurrentiebeperkingen, uiteenlopende wet- en regelgeving en culturele verschillen. Het sectoronderzoek vond op verschillende gebieden aanwijzingen voor mededingingsproblemen:
* in sommige lidstaten roept de combinatie van aanhoudend hoge rentabiliteit, sterke marktconcentratie en aangetoonde toegangsbeperkingen twijfels op inzake het vermogen van de banken om het prijsniveau voor consumenten en kleine ondernemingen te beïnvloeden;

* sommige kredietregisters, waarin vertrouwelijke gegevens zijn opgenomen die door leninggevers worden gebruikt om rentetarieven voor leningen vast te stellen, worden mogelijkerwijs gebruikt om nieuwkomers van retailbankmarkten uit te sluiten;
* sommige aspecten van de onderlinge samenwerking tussen banken, met inbegrip van spaarbanken en coöperatieve banken, kunnen de mededinging beperken en markttoegang ontmoedigen;
* productkoppeling, d.w.z. de praktijk waarbij een leningnemer gedwongen wordt een extra verzekering aan te gaan of een lopende rekening te openen, komt in de meeste lidstaten veel voor. Dit kan de keuzevrijheid van de cliënt beperken en het vermogen van een bank om prijzen te beïnvloeden, vergroten; en
* de belemmeringen voor cliëntmobiliteit in de banksector - met name de moeilijkheid om een lopende rekening te wijzigen - zijn aanzienlijk. Uit het onderzoek blijkt dat de winstmarge van banken lager is naarmate de cliënten mobieler zijn.

Het sectoronderzoek is in juni 2005 van start gegaan (zie IP/05/719). Er werden tussentijdse verslagen gepubliceerd, over betaalkaarten in april 2006 (zie IP/06/496) en over lopende rekeningen en daarmee samenhangende diensten in juli 2006 (zie IP/06/999). Het eindverslag van het sectoronderzoek van de Commissie en de daarmee samenhangende documenten zijn beschikbaar op:

http://europa.eu.int/comm/competition/antitrust/others/sector_inquirie s/financial_services/

Voor nadere inlichtingen zie ook: MEMO/07/40.