Beantwoording vragen van het lid Van Baalen over de begraafplaats Peneleh te Surabaya (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/brievenparlement,2007/01/Beantwoording-vragen-van-het-lid-Van-Baalen-over-b.html)
31-01-2007 |
Samenvatting:
Inhoud:
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het lid Van Baalen over begraafplaats Peneleh te Surabaya, Indonesië. Deze
vragen werden ingezonden op 9 januari 2007 met kenmerk 2060705110.De Minister van Buitenlandse Zaken,Dr. B.R. BotAntwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen
van het lid Van Baalen (VVD) over de begraafplaats Peneleh te Surabaya,
IndonesiëVraag 1
Bent u bekend met het artikel ?de geiten en de doden wonen samen??
1Antwoord
JaVraag 2
Bent u van mening dat de deplorabele staat van de begraafplaats Peneleh
te Surabaya, waar veel Nederlanders begraven liggen, de nagedachtenis van deze
mensen onwaardig is?Antwoord
Ik deel uw mening dat de begraafplaats Peneleh te Surabaya in een
deplorabele staat verkeert. Het kerkhof Peneleh te Surabaya is een Europees
kerkhof met Nederlandse graven.Vraag 3
Bent u bereid, in samenspraak met de Indonesische autoriteiten,
subsidie te verstrekken aan het gemeentebestuur van Surabaya en/of lokale
stichtingen die tot doel hebben de begraafplaats op te knappen, teneinde Peneleh
in oude luister te herstellen?Vraag 4
Wat is het beleid van de Nederlandse regering ten aanzien van het
onderhoud van Nederlandse begraafplaatsen in Indonesië? Bent u bereid in
samenwerking met de Indonesische autoriteiten te inventariseren hoeveel van deze
begraafplaatsen in slechte staat verkeren, en daar waar mogelijk maatregelen te
nemen om ze te herstellen?Antwoord
Alleen de Nederlandse erevelden van de Oorlogsgravenstichting vallen
onder het beleid van Nederland. De regering heeft geen verantwoordelijkheid voor
de talrijke andere begraafplaatsen in Indonesië waar stoffelijke resten van
Nederlanders liggen en waarvan de graven in slechte staat verkeren. Vermoedelijk
gaat het om honderden begraafplaatsen.Resten van Nederlandse oorlogsslachtoffers kunnen, op verzoek van de
nabestaanden, naar een van de erevelden worden overgebracht. Dat is in het geval
van de begraafplaats Peneleh in Surabaya in het verleden ook gebeurd. Voor het
overige geldt dat de Nederlandse ambassade te Jakarta kan bemiddelen bij het
betalen van grafrechten door de nabestaanden.Naast de zorg voor bepaalde stoffelijke resten is er het Gemeenschappelijk
Cultureel Erfgoed beleid. Dit beleid is gericht op het samen met de
partnerlanden werken aan het duurzame behoud en beheer van de tastbare
overblijfselen van het verleden dat Nederland met andere landen deelt. Nederland
is met Indonesië in gesprek over het opstellen van een gemeenschappelijk
beleidskader gemeenschappelijk cultureel erfgoed.Bij het bevorderen van behoud van erfgoed van cultuurhistorische waarde ligt
de nadruk op onderzoek, inventarisering, bewustwording en technische
samenwerking. De afgelopen tijd zijn fondsen vooral ingezet voor archieven,
forten en museumsamenwerking. Het financieren van fysiek herstel van alle
objecten en locaties is gelet op de talloze aanvragen ondoenlijk. Dit is in de
eerste plaats een taak van lokale overheden en het particuliere initiatief.
Aanvragen voor herstel van begraafplaatsen worden op dezelfde wijze behandeld
als aanvragen ten aanzien van andere objecten.Het werk van lokale erfgoedorganisaties die trachten, om cultuurhistorische
redenen, begraafplaatsen geheel of gedeeltelijk te behouden is zeker toe te
juichen. In een enkel geval zijn particuliere Nederlandse organisaties actief om
een begraafplaats te herstellen.1: ?De geiten en de doden wonen samen.? NRC Handelsblad, 29 december
2006
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken