Algemene Onderwijsbond

datum: 1 februari 2007
bron: Persbericht AOb
In het middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (BVE) zijn werkgevers en vakorganisaties er niet in geslaagd om voor 1 februari een nieuwe cao af te sluiten. Werkgeversorganisatie MBO Raad en de vakorganisaties (Algemene Onderwijsbond, Abvakabo FNV, CNV Onderwijs, UNIENFTO) liggen ver uit elkaar over het pakket arbeidsvoorwaarden voor de 55.000 werknemers in de sector. De MBO Raad constateerde woensdagavond dat er te weinig resultaat is op voor werkgevers belangrijke onderwerpen. Zij beraden zich over het vervolg. De vakorganisaties wachten eventuele voorstellen af.

Bonden en werkgevers zijn het eens dat er hoge prioriteit gegeven moet worden aan verdere versterking van de professionaliteit van de sector en van de mensen die in de sector werken. Dat vereist een investering in het personeel.
Werkgevers willen daarvoor middelen vrijmaken, door allerlei regelingen uit de cao te schrappen. Er liggen voorstellen om aanvullingen op het salaris bij werkloosheid en arbeidsongeschiktheid te schrappen. Verder moet de regeling verdwijnen om oudere werknemers via verkorting van hun werkweek tot op latere leeftijd door te laten werken. Een ander discussiepunt is het loslaten van de cao-bepalingen rondom de werkbelasting.
Ook op het gebied van het salaris wordt slechts een miniem bod gedaan.

De vakorganisaties zien geen redenen om regelingen te schrappen. Zij onderschrijven de behoefte tot investeren in het personeel. Gezien de dreigende tekorten aan personeel zou dat echter niet moeten gebeuren ten koste van de arbeidsvoorwaarden. Dat zou de sector nog minder aantrekkelijk maken. Het beroepsonderwijs en de educatie hebben te maken met roerige tijden. Instellingen moeten alle zeilen bijzetten om tegemoet te komen aan de wensen om goed eigentijds onderwijs. Overheid, bedrijfsleven en niet in de laatste plaats de leerlingen zelf vragen daar terecht om. Hierbij past volgens de bonden niet het tegelijkertijd schrappen van arbeidsvoorwaarden. Dat levert alleen maar onnodige onrust op.
Iedereen weet dat ook de lerarensalarissen â die vroeger op een acceptabel niveau lagen â nu achterlopen bij de markt. De werkgevers krijgen het onderwijs én het lerarentekort dat ze verdienen. Wie niet investeert in onderwijs en tegelijkertijd bestaande arbeidsvoorwaarden verslechtert, hoeft er niet op te rekenen dat er voldoende jongeren voor de klas willen staan. Voor het beroepsonderwijs is dat een onacceptabele richting.