Federale regering Belgie
Toespraak Premier voor de Belgische Technische Coöperatie
(2007-02-06)
Persdienst Eerste Minister
Toespraak Premier voor de Belgische Technische Coöperatie
Brussel, 6 februari 2007
Mijnheer de Minister,
Mijnheer de Voorzitter van de Raad van Bestuur,
Mijnheer de Voorzitter van het Directiecomité,
Geachte genodigden,
Het is voor mij een eer en een genoegen vandaag in uw midden te zijn
bij de start van het nieuwe werkjaar van het Belgische Agentschap voor
Ontwikkelingssamenwerking, de BTC. Sta me toe vooreerst beide
voorzitters, de Voorzitter van het Directiecomité de heer Carl
Michiels en de Voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer Yves
Haesendonck van harte te danken voor deze uitnodiging.
Ontwikkelingssamenwerking is geen eenvoudige zaak. Het vereist visie,
ervaring, dialoog, doorzettingsvermogen. De uitdagingen zijn enorm. De
resultaten zijn niet altijd bemoedigend. Soms worden ze zelfs
weggevaagd door nieuwe conflicten, slecht beheer of natuurrampen. Vaak
dreigt donor-vermoeidheid. De mensen vragen zich soms af of het de
moeite van hun belastingsgeld loont. Het is daarom essentieel om het
publiek te tonen dat onze instellingen op een professionele en
weldoordachte manier aan ontwikkelingssamenwerking doen. Om haar uit
te leggen waarom ontwikkelingssamenwerking zo belangrijk is en dat we
er alles aan doen om haar efficiënter te maken.
Ik ben blij te kunnen vaststellen dat de BTC, de exclusieve partner
voor de uitvoering van onze directe bilaterale samenwerking, in minder
dan 10 jaar tijd is uitgegroeid tot een bijzonder efficiënt en
betrouwbaar agentschap. De eerste jaren waren niet gemakkelijk, dat
weten we. Maar de blijvende inzet van allen wierp haar vruchten af. Ik
wens jullie daarvoor te feliciteren. Vandaag verloopt de samenwerking
op het terrein tussen de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking
(DGOS) en haar operationele arm, de BTC, uitstekend. De
bestedingsachterstand, een aanvankelijk minpunt, is volledig
weggewerkt. Het afgelopen jaar is er bovendien, in het kader van de
heronderhandeling van het beheerscontract tussen BTC en DGOS, flink
gesleuteld aan de noodzakelijke verkorting van de projectcyclus en aan
een nog efficiëntere taakverdeling tussen BTC en DGOS. Dit nieuwe
beheerscontract trad op 1 januari in werking en zal, daar ben ik van
overtuigd, verder bijdragen tot een optimale afstemming tussen de
verschillende instellingen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
Dames en heren,
De laatste "peer review" van het Ontwikkelingshulpcomité (DAC) van de
OESO maakte een lovende balans op van onze ontwikkelingshulp. Ons land
kreeg een driedubbele pluim : voor haar engagement om in 2010 de 0,7 %
norm te halen, voor de geografische concentratie van de hulp, alsook
voor de stijging van de hulpcijfers. Ondanks de moeilijke budgettaire
context, houdt België inderdaad vast aan haar belofte. Onze inspanning
om er te geraken is constant. In 2004 klommen we naar 0,41 % en in
2005 haalden we zelfs een piek van 0,53 %. Voor 2006 ligt het
eindcijfer nog niet vast, wel het feit dat het vooropgestelde groeipad
onze leidraad blijft. Ik ben verheugd over dit resultaat, want los van
de schuldkwijtscheldingsoperaties, die overigens geheel conform de
OESO-criteria verrekend worden en ook de facto budgettaire ademruimte
geven aan de ontwikkelingslanden, vertolkt deze stijging een
aanzienlijke en reële toename van de begroting van het departement
Ontwikkelingssamenwerking. Deze steeg van 702 miljoen Euro in 2004 tot
874 miljoen Euro in 2005 en benadert nu voor het eerst het miljard
Euro. Dit maakt van ons land de 6de donor ter wereld in verhouding tot
de bevolking en de 10de in absolute cijfers. Sta me toe hier ook te
onderstrepen dat ons land uitstekend scoort op het vlak van het
afschaffen van gebonden hulp. Sinds 2002 hebben we officieel de hulp
aan de Minst Ontwikkelde Landen ontbonden. België bekleedt een mooie
derde plaats op het OESO lijstje van donoren voor wat betreft
inspanningen op dat vlak: 99 % van de Belgische hulp is ongebonden,
zelfs de voedselhulp.
Dames en heren,
Onze ontwikkelingssamenwerking is niet enkel een kwestie van cijfers.
Wat telt zijn de resultaten op het terrein. En het terrein, voor ons,
is in de eerste plaats Afrika. Dertien van onze achttien partnerlanden
liggen immers in dat continent. Met een bijzondere concentratie op het
gebied van de Grote Meren, meer bepaald Rwanda, Congo en Burundi. Deze
twee laatste landen verkeerden de voorbije jaren in beslissende fazen
van hun transitieprocessen. Ons land heeft er de rol van voortrekker
gespeeld en we zijn vastberaden het voortouw te blijven nemen. De BTC
heeft dit op het terrein waargemaakt. De lange en moeilijke
transitiejaren werden bekroond met democratische verkiezingen. Samen
met de internationale gemeenschap moeten we dit proces en vooral de
bevolking blijven steunen. De verkiezingen zijn geen eindpunt maar
veeleer een beginpunt op weg naar de verwezenlijking van de
rechtstaat. Wij moeten terug staten opbouwen waar de macht niet ten
behoeve van enkelen wordt uitgeoefend, maar om tegemoet te komen aan
de verzuchtingen van de hele bevolking. Goed bestuur staat centraal in
deze wederopbouw. U weet hoezeer België hierop gehamerd heeft en u
weet dat wij deze boodschap zullen blijven herhalen, op alle niveaus.
Goed bestuur is bepalend in alle domeinen van ontwikkeling: in het
beheer van natuurlijke rijkdommen, in de ontwikkeling van
infrastructuur, in het beheer van water, van energie, in
voedselveiligheid. Goed bestuur ook in institutionele hervormingen, in
de veiligheidssector, in de gezondheidszorg, in het onderwijs, enz. De
lijst is lang. Hierin willen wij verder investeren, maar het is
cruciaal dat de nieuwe gezagsdragers zonder ambiguïteit het bewijs
leveren van hun engagement ter zake. In functie daarvan zullen wij
onze inspanningen in Centraal Afrika nog opdrijven.
Dames en heren,
Nooit eerder is het uitbannen van armoede zo belangrijk geweest.
Ontwikkelingssteun is niet louter een morele plicht, het is tevens de
sleutel tot een stabielere, vreedzamere en rechtvaardigere wereld. Wij
kunnen niet toestaan dat er elk uur 1200 kinderen sterven als gevolg
van armoede, wij kunnen niet werkloos toezien hoe één miljard mensen
tracht te overleven met minder dan 1 dollar per dag en hoe HIV/AIDS,
tuberculose en malaria meer dan 6 miljoen mensenlevens per jaar eisen.
In deze geglobaliseerde wereld zal geen enkele natie nog onbekommerd
van overvloed en welvaart kunnen genieten zolang andere naties daar
ook geen kans toe krijgen. Dat is de harde les die wederzijdse
afhankelijkheid ons leert.
Teneinde de efficiëntie van de ontwikkelingshulp te verbeteren,
pleiten wij steevast voor een grotere internationale coherentie. Stap
voor stap komt die er ook. De Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen
van de VN, de Verklaring van Parijs in OESO-verband, de EU Consensus
over Ontwikkeling en de Europese Strategie voor Afrika zijn zovele
voorbeelden van de groeiende wil van de internationale gemeenschap en
vooral de EU om hun acties op elkaar af te stemmen. Die samenwerking
verdient nog versterkt te worden. Het is immers essentieel om
donorlanden, ook de grootsten onder hen, aan te zetten tot
samenwerking en taakverdeling. Deze evolutie houdt trouwens ook een
belangrijke uitdaging in voor onze eigen ontwikkelingssamenwerking en
ik weet dat DGOS en de BTC hier actief op inspelen.
Dames en heren,
Ontwikkelingssamenwerking omvat meer dan hulp alleen. Doeltreffende
armoedebestrijding vereist meer dan enkel bijstand. Wat meer dan ooit
nodig is, is beleidssamenhang. Samenhang tussen de eigenlijke
ontwikkelingssamenwerking en andere beleidsterreinen die een minstens
even grote invloed hebben op ontwikkelingslanden, zoals handel,
landbouw, migratie, buitenlands beleid.
België zet zich samen met de Europese Unie nadrukkelijk in voor een
ambitieus en op de behoeften van de armen gericht resultaat van de
onderhandelingen in de DOHA ontwikkelingsronde van de WTO. Ik
onderschrijf dat één van de meest essentiële oorzaken van de kloof
tussen noord en zuid de protectionistische en concurrentieverstorende
maatregelen zijn van de rijke landen. Vooral de exportsubsidies of
dumpingpraktijken, die lokale producenten uit de markt concurreren,
zijn een economische en morele schande. De sensibiliseringscampagnes
hierover van 11.11.11 en van Oxfam van de afgelopen maanden zijn
daarom moedig en noodzakelijk. Even nuttig zijn de acties van het
Belgische "Fair Trade Center" van de BTC. België zal blijven ijveren
voor een eerlijk en rechtvaardig multilateraal handelssysteem, met
regelingen waarin rekening wordt gehouden met de belangen en behoeften
van de zwakste landen.
Ontwikkelingsbeleid kan ook niet los gezien worden van het
migratiebeleid, want de diaspora spelen een sleutelrol in de
ontwikkeling van het land van herkomst. Concrete maatregelen moeten
dit ondersteunen, zoals het vergemakkelijken van geldovermakingen. In
dit verband zal België in juli een groot Wereld Forum over Migratie en
Ontwikkeling organiseren.
Ook kan ontwikkelingsbeleid niet los gezien worden van het buitenlands
en veiligheidsbeleid. In conflicthaarden is immers geen ruimte voor
ontwikkeling. Daarom steunen we ook een versterkte rol voor regionale
organisaties in het bevorderen van vrede en veiligheid, zetten we ons
diplomatiek in tegen bijvoorbeeld de ongebreidelde verspreiding van
lichte wapens en dragen we concreet bij tot de hervorming van leger en
politie in Congo. Ons zitje in de Veiligheidsraad van de VN kan onze
rol hierin nog versterken.
Duurzame ontwikkeling bereik je tenslotte ook niet zonder economische
ontwikkeling. Deze regering nam dan ook maatregelen ter ondersteuning
van de privé-sector en er werd binnen de Belgische
Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO) een steunfonds
gecreëerd waarmee leningen tegen bepaalde voorwaarden kunnen worden
toegekend aan KMO's in de armste landen.
Dames en heren,
U weet het beter dan wie ook, het ontwikkelingsbeleid is een
strategische inzet met vele facetten geworden. België moedigt alle
geledingen van de samenleving aan om deel te nemen aan de
ontwikkelingsinspanning. Met name ook het maatschappelijk middenveld,
dat hierin een vitale rol speelt die wij ten volle ondersteunen. Het
welslagen hangt niet alleen van ons af. De partnerlanden van hun kant
moeten zich eveneens inzetten voor hervormingen, voor goed bestuur en
voor de bestrijding van corruptie, maatregelen die een intense dialoog
veronderstellen. U, dames en heren, staat in de eerste lijn van deze
dialoog. Wij waarderen ten zeerste uw inzet en uw professionalisme.
Ik wens u een uitstekend werkjaar toe.
Dank u