Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

2060705380

Vragen van het lid De Wit (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over grootschalig ontslag van zieke werknemers. (Ingezonden 11 januari 2007)


1
Wat is uw reactie op het bericht dat meer dan de helft van de mensen die voor 35 procent of minder arbeidsongeschikt zijn bevonden, na twee jaar ziekte geen baan meer heeft? 1)

Antwoord
Zie het antwoord op vraag 4


2
Vindt u het aanvaardbaar dat 62 procent van deze groep mensen is ontslagen? Zo ja waarom? Zo neen, welke maatregelen gaat u treffen?

Antwoord
Werkgevers en werknemers zijn zelf verantwoordelijk voor re-integratie van zieke werknemers en van werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn bevonden. De beleidsconclusies van de Stichting van de Arbeid naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek laten zien dat de partijen vertegenwoordigd in de Stichting van de Arbeid deze verantwoordelijkheid serieus oppakken door bijvoorbeeld uitvoering van de gemaakte afspraken op ondernemingsniveau of op sectoraal niveau te bevorderen, door goede voorbeelden over re-integratie te verspreiden en door in vervolgonderzoek te monitoren of dit ook daadwerkelijk gebeurt.


3
Hoe verklaart u dat van de ontslagen gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers meer dan de helft aangeeft dat zij het werk wel hadden kunnen hervatten terwijl toch een ontslagvergunning is verleend?

Antwoord
Een ontslagvergunning wordt pas verleend als het UWV tot het oordeel is gekomen, dat de werkgever voldoende re-integratie-inspanningen heeft gepleegd. Als dat het geval is, kan door de werkgever een ontslagvergunning worden aangevraagd. Als een werknemer in de daaropvolgende ontslagprocedure inhoudelijk verweer voert, wordt door CWI advies gevraagd aan het UWV. Als het UWV vervolgens in zijn advies concludeert dat de werkgever redelijkerwijs geen mogelijkheden heeft om de werknemer (binnen 26 weken en al dan niet door middel van scholing) aan het werk te helpen, dan zal in de regel een ontslagvergunning worden verleend. Het is dan ook onduidelijk waarop de door tussenkomst van CWI ontslagen werknemers baseren dat zij het werk wel hadden kunnen hervatten.


4
Deelt u de mening van het CNV dat dit de signalen bevestigt dat werkgevers steeds vaker af willen van werknemers die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn? Zo ja, vindt u dit aanvaardbaar? Zo neen, waarom deelt u deze mening niet?

Antwoord
Werkgevers en werknemers hebben in de SER, in het Sociaal Akkoord van 2004 en bij de Werktop in 2005 afgesproken, gezamenlijk de verantwoordelijkheid te willen dragen voor re-

integratie van werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn. Het is goed dat zij monitoren of in de praktijk aan deze afspraken gevolg wordt gegeven. Het `Onderzoek naar de re-integratie van werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn' van de Stichting van de Arbeid laat zien dat re-integratie van werknemers en werkgevers `commitment' vraagt, de wens om het tot een succes te maken.
Bijna de helft van de mensen die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is, is met succes gere-integreerd. Het rapport geeft aan dat er nog flinke winst is te halen. Ik stel vast dat de Stichting van de Arbeid laat zien dat ze serieus werk wil maken van de re-integratie van werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn. Zoals de Stichting van de Arbeid zelf ook aangeeft lijkt vooral meer samenwerking tussen werkgevers en werknemers én tussen werkgevers onderling zeer lonend te kunnen zijn. Dat kan gebeuren via bijvoorbeeld CAO-afspraken (zoals bijvoorbeeld KLM) of door afspraken te maken met re- integratiebedrijven bijvoorbeeld over het detacheren van werknemers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn.


5
Hoe verhoudt het grote aantal ontslagen zich met 300.000 onvervulbare vacatures?

Antwoord
Het rapport van de Stichting van de Arbeid laat zien dat re-integratie van de groep mensen, die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is, mogelijk is, maar ook dat hier nog veel winst te boeken is. Juist in een aantrekkende economie liggen kansen om deze groep aan het werk te krijgen. Het is daarom terecht dat de in de Stichting van de Arbeid vertegenwoordigde partijen in de beleidsconclusies naar aanleiding van het rapport benadrukken hun verantwoordelijkheid actief in te vullen.


6
Wat is uw oordeel over de hoogte van het percentage van 35 als grens om te bepalen of iemand arbeidsongeschikt is, nu blijkt dat deze mensen die wettelijk arbeidsgeschikt zijn feitelijk door werkgevers als onvoldoende arbeidsgeschikt worden beschouwd?

Antwoord
De ondergrens om in aanmerking te komen voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) is op voorstel van de werkgevers- en werknemersorganisaties op 35% gesteld. Ik deel hun mening dat de verantwoordelijkheid voor de inkomensbescherming én re-integratie van werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn, primair bij de arbeidsorganisatie ligt. Op dat niveau kunnen immers maatwerkoplossingen worden gevonden.

De ondergrens van 35% heeft tot nieuwe initiatieven geleid om deze groep voor het arbeidsproces te behouden. Het is echter te vroeg om definitieve conclusies te trekken. De Wet WIA is immers pas betrekkelijk kort geleden in werking getreden. De sociale partners op decentraal niveau hebben nog maar één jaar de tijd gehad om geschikte re- integratiemaatregelen te treffen voor deze groep werknemers. De Stichting van de Arbeid geeft in de beleidsconclusies bij het onderzoek aan dat de centrale organisaties van werkgevers en werknemers zich zullen blijven inzetten voor het uitvoeren van de eerder gedane aanbevelingen om voor werknemers met lichte beperkingen op het niveau van de arbeidsorganisatie tot maatwerkoplossingen te komen. Daarbij kunnen succesvolle initiatieven als voorbeeld dienen. Zo laten de onlangs bij KLM gemaakte afspraken zien dat werkgevers en werknemers daar zeer goed toe in staat zijn. Het is daarom goed dat de Stichting van de

Arbeid aangeeft goede voorbeelden te verzamelen en de respectieve achterbannen hierover te informeren.


7
Deelt u de mening van de voorzitter van de CNV vakcentrale dat de overheid en werkgevers zich meer moeten inzetten voor het aan het werk houden van de kwetsbare groep gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers? Zo ja, welke taak ziet u als overheid en welke taak dicht u de werkgevers toe? Zo neen, waarom deelt u deze mening niet?

Antwoord
Zie het antwoord op vraag 2


8
Bent u bereid om werkgevers aan te spreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om mensen met een (gedeeltelijke) arbeidshandicap in dienst te nemen én te houden en hen zo nodig hierbij te steunen? Zo ja, hoe en op welke termijn? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Zie het antwoord op vraag 2


9
Deelt u de mening dat indien werkgevers niet bereid zijn hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen, de conclusie moet zijn dat het percentage van 35 te hoog is en de wet op dit punt aangepast dient te worden om zodoende werknemers beter te beschermen? Zo neen, waarom niet en hoe wilt u bewerkstelligen dat werkgevers wel hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen?

Antwoord
Zie het antwoord op vraag 6


1) "Grootschalig ontslag ziek werknemers", De Telegraaf, 9 januari 2007