Hervorming burgerlijk procesrecht raakt rechtszekerheid

Beroepsorg gerechtsdeurwaarder

De minder formele manier die minister Hirsch Ballin van Justitie voorstaat om het procederen voor de civiele rechter overzichtelijker te maken, kan op onderdelen leiden tot aantasting van de rechtszekerheid. 'Procederen wordt wel erg overzichtelijk als blijkt dat de uitnodiging om het proces bij te wonen de tegenpartij niet heeft bereikt en de rechtzaal dus vrijwel leeg is', stelt Frans van der Meer, voorzitter van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders.
Begin deze week stuurde Hirsch Ballin het eindrapport voor een gedeeltelijke hervorming van het burgerlijk procesrecht met een positief commentaar naar de Tweede Kamer. Een van de voorstellen van de minister is de dagvaarding- en verzoekschriftprocedure in een te schuiven tot één basismodel, zodat procederen overzichtelijker wordt en de procesinleiding eenvormiger. Van der Meer wijst er op dat het versturen van het verzoekschrift met de gewone post, geen zekerheid biedt dat de tegenpartij wordt bereikt. 'Bovendien wordt het alleen maar moeilijker het vonnis van de rechter uiteindelijk uit te voeren. Wij hadden de minister graag geïnformeerd over belangrijke nadelen van zijn keuze, maar helaas zijn wij door hem niet gevraagd naar onze praktijkervaring. Dat vinden wij onzorgvuldig,' aldus Van der Meer.
Hij roept de minister op alsnog te gaan praten met de beroepsgroep van gerechtsdeurwaarders. 'En als hij ons niet wil geloven, dan kan het onderzoeksrapport naar de werking van de Europese Betekeningsverordening dat is opgesteld in opdracht van de Europese commissie hem misschien overtuigen. Dat rapport stelt onomwonden dat het procesinleidende stuk, onder meer vanwege de rechtszekerheid, moet worden betekend door een juridische professional'.

Noot (