Colo, vereniging kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven


Brief VNO-NCW en MKB-Nederland over rol kenniscentra in de regio

Op 30 januari 2007 heeft Colo de notitie Werk maken van regionale afstemming arbeidsmarkt-beroepsonderwijs ; plan van aanpak kenniscentra 2007-2009 naar de Regiegroep van de Stichting van de Arbeid gestuurd. Recent hebben VNO-NCW en MKB-Nederland in een brief een reactie gegeven op de notitie. Ze schrijven: "Reeds in onze reactie op de nota Kleur Bekennen hebben wij aangegeven dat wij de rol die de kenniscentra willen vervullen als dienstverlener naar het bedrijfsleven in de regio en als schakelpunt tussen vraag en aanbod, zeer verwelkomen. De regionotitie geeft in vergelijking met de nota Kleur Bekennen al weer concreter zicht op hoe die rol concreet ingevuld zou kunnen worden. Met name de afspraken met CWI achten wij bijzonder waardevol. De kerntaken van CWI en taken van de kenniscentra, zoals beschreven in Kleur Bekennen, vullen elkaar uitstekend aan."

Daarnaast geven VNO-NCW en MKB-Nederland aanbevelingen voor de uitwerking van de notitie.

Brief

Notitie "Werk maken van regionale afstemming
arbeidsmarkt-beroepsonderwijs"

Werk maken van regionale afstemming arbeidsmarkt-beroepsonderwijs Plan van aanpak kenniscentra 2007-2009

De inleiding

In 2006 hebben de kenniscentra hun maatschappelijke positie opnieuw gedefinieerd. Daarin staat niet alleen hun wettelijke opdracht centraal maar tevens de maatschappelijke dienstverlening in de verbinding arbeidsmarkt - beroepsonderwijs waartoe zij dankzij de sterke binding met de sectorale sociale partners en hun uitgebreide landelijke en regionale netwerken in staat zijn. De ambitie van de kenniscentra staat verwoord in de notitie 'Kleur bekennen'.

Om invulling te geven aan deze ambitie hebben de kenniscentra met het CWI een convenant van samenwerking afgesloten waarin de aansluiting van de dienstverlening van het CWI op de kwalificatiestructuur van het beroepsonderwijs en op de samenwerkende instituten in het beroepsonderwijs is gewaarborgd.

In het overleg van de overheid en de sociale partners in de Stichting van de Arbeid is aangedrongen op een betere afstemming van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarktbehoefte en op de kansrijke sectoren op de arbeidsmarkt. Het instrumentarium om die afstemming te monitoren moet beter en de aanpak van knelpunten moet effectiever. De partijen in de Stichting van de Arbeid hebben de kenniscentra aangewezen als hun operationele kracht om dat te bereiken. Het bovensectoraal regionaal opereren van de kenniscentra moet daartoe beter worden ontwikkeld.

De Regiegroep van de Stichting van de Arbeid heeft de kenniscentra gevraagd op 1 februari 2007 met een plan van aanpak te komen voor het ontwikkelen van het bovensectorale regionale netwerk, waarmee we per 1 maart gaan starten. Hieronder is het kader van het plan gegeven. De verdere operationele uitwerking wordt in binnenkort besproken met de kenniscentra en met het bestuur. Op 15 maart 2007 is de uitwerking ter informatie beschikbaar voor de Regiegroep van de Stichting van de Arbeid.

De situatie nu

De nieuwe definitie van de maatschappelijke positie van de kenniscentra is met instemming ontvangen door de partijen in het veld van beroepsonderwijs en arbeidsmarkt. Het sluit aan bij de maatschappelijke behoefte van de sociale partners en de overheid samen op het terrein van scholing en werk. De kenniscentra geven gezamenlijk uitvoering aan de ambitie binnen hun vereniging van kenniscentra Colo en door een grote eigen inzet in menskracht en middelen op collectief bovensectoraal niveau.

Het harmoniseren van de werkwijzen en instrumenten op de terreinen ' beroepsonderwijs' en 'arbeidsvoorziening' heeft stevige vorderingen gemaakt. De kwalificatiestructuur voor het beroepsonderwijs en de bouwstenen die hij bevat zullen ook de inhoud vormen van de instrumenten die het CWI hanteert in de bemiddeling naar werk. De kenniscentra en het CWI spreken kortweg dezelfde competentietaal. De bronnen voor arbeidsmarktinformatie van de kenniscentra en het CWI zullen aan elkaar worden geschakeld om landelijke en regionale informatie in beeld te brengen die sturend kan werken op het beleid en die kan aangeven op welke terreinen snelle actie noodzakelijk is. De kenniscentra hebben hun aanbod aan EVC instrumenten aanzienlijk uitgebreid ten behoeve van de competentietestcentra van de CWI's in de regio's.

De kenniscentra hebben hun deel van de afspraken in de werktop inmiddels gerealiseerd en dit aan de Stichting van de Arbeid gerapporteerd. Alle stage- en leerwerkplaatsen zijn ontsloten door middel van stagemarkt.nl en voor elke stagezoekende leerling toegankelijk. De informatie over de afstemming van vraag en aanbod op de stage- en leerplaatsenmarkt wordt vanaf augustus 2006 driemaandelijks gerapporteerd aan het beleidsniveau en wordt jaarlijks inzichtelijk gemaakt voor elk beroep in elke regio via kansopstage.nl en kansopwerk.nl.

Om voor de gemeenten aanspreekbaar te zijn bij het oplossen van de knelpunten bij 2e kans beroepsonderwijs hebben de kenniscentra voor alle 34 gemeenten in de G34 een bovensectoraal contactpersoon benoemd. Deze contactpersonen leiden de kandidaten naar de kansrijke sectoren in de regio.

De te bereiken situatie in 2009

De kenniscentra zullen in 2009 de volgende situatie bereiken:


1) De arbeidsmarktinformatie zal een kwaliteit hebben die beleidsmatige sturing op de afstemming van beroepsonderwijs en arbeidsmarkt mogelijk maakt
2) Jaarlijks zullen overheid, bedrijfsleven en onderwijs in de zes CWI-districten kennis nemen van deze arbeidsmarktinformatie op de maat van hun district en met analysen en aanbevelingen voor de middellange termijn. De partijen kunnen zelf besluiten of gerichte actie nodig is.
3) Alle kenniscentra voeren met alle afdelingen van de onderwijsinstellingen overleg over de behoefte aan stage- en leerplaatsen en voorzien in voldoende plaatsen of bieden alternatieven.
4) In bedrijfsverzamelgebouwen waarin het CWI haar diensten verricht zullen bovensectorale contactpersonen van de kenniscentra actief zijn. De dienstverlening van kenniscentra aan arbeidsvoorziening maakt een snelle en duurzame plaatsing van werkzoekenden mogelijk.

De aanpak

De kenniscentra stellen zes bovensectorale managers aan die elk in twee naastliggende CWI districten het bovensectorale netwerk zullen inrichten. Op die wijze zijn altijd twee managers in elk district betrokken wat continuïteit en spreiding en deling van kennis waarborgt. De managers zullen een netwerk inrichten van bovensectorale contactpersonen voor de binnen hun district gelegen RPA's, gemeenten en onderwijs-instellingen. De deskundigheid op managementniveau en op adviseurniveau zal worden geworven binnen de kenniscentra waarbij kennis van de regio en van de werkwijze van de instellingen op het terrein van beroeps-onderwijs en arbeidsvoorziening noodzakelijk is. De inzet van de bovensectorale medewerkers zal tussen de kenniscentra worden verrekend volgens de gebruikelijke verdeelsleutel.

De doelstelling voor 2007


1) In 2007 zal het plan voor de ontwikkeling van het bovensectorale takenpakket en netwerk worden vastgesteld door het bestuur, zullen de kandidaten op het managementniveau worden geworven en zullen de regionale netwerken worden ingericht.
2) In de zes CWI-districten zal met de sociale partners en met de overheid een overleg zijn gevoerd waarin de afstemming van het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt zal zijn geanalyseerd.
3) Met de afdelingen van de onderwijsinstellingen in het middelbare beroepsonderwijs zal overleg zijn gevoerd over de afstemming van vraag en aanbod aan stage- en leerplaatsen en zullen de gesignaleerde knelpunten bekend zijn bij de bovensectoraal manager.
4) Met het CWI zullen afspraken zijn gemaakt voor het bundelen van arbeidsmarktonderzoek en rapportages.
5) In 2007 zal naar verwachting viermaal de 'Colo-barometer' beschikbaar worden gesteld aan de Regiegroep van de Stichting van de Arbeid waarin de actuele stand van zaken op de stage- en leerbanenmarkt zal zijn weergegeven.

Colo, 29 januari 2007

© Colo 2002-2007. Gebruik van gegevens en teksten is met bronvermelding vrijelijk toegestaan. Commercieel gebruik van deze gegevens is niet toegestaan.