Ministerie van Defensie

12-02-2007
Aangifte inzake de vermeende mishandeling door Nederlandse militairen in Irak
Ondertekenaar: Minister H.G.J. Kamp

In vervolg op het overleg met uw Kamer op 7 februari 2007 inzake de vermeende mishandelingen door Nederlandse militairen in Irak en de tijdens dit overleg ingediende moties, deel ik u mede dat ik heden aangifte heb laten doen van vermeende schending van een ambtsgeheim in deze kwestie.

Op grond van de nu bekende feiten en omstandigheden bestaat het ernstige vermoeden dat sprake is van het opzettelijk schenden van een ambtsgeheim. Het schenden van een ambtsgeheim is een strafbaar feit en raakt de integriteit van de overheid. Een strafrechtelijk onderzoek ligt daarom in de rede.

Het oordeel over de motie Brinkman-Boekestijn laat ik aan uw Kamer. Omdat het wenselijk is na het verschijnen van de rapporten van de commissie Van den Berg en de CTIVD conclusies over het geheel te kunnen trekken, ontraad ik de motie Eijsink. In deze motie is immers sprake van het voorbereiden van een onderzoek uit te voeren nà het verschijnen van genoemde rapporten.

DE MINISTER VAN DEFENSIE