Radboud Universiteit Nijmegen


Larven koraalrifvis zoeken actief naar plaats om te groeien

Larven van koraalrifvissen zijn actiever dan gedacht: ze zwemmen zelf naar zeegrassen en mangroven. Tot nu toe werd gedacht dat de larven passief met de golven werden meegevoerd naar de plek waar ze uitgroeien tot grote vissen. Onderzoekers van het Institute for Water and Wetland Research van de Radboud Universiteit publiceren deze ontdekking in het gezaghebbende tijdschrift Limnology and Oceanography van maart 2007.

Vislarven vertrouwen niet op de golfstroom om zich naar de voor hen zo belangrijke opgroeigebieden van zeegrassen en mangroven te laten voeren. De larven van koraalvissen zwemmen van de open oceaan actief naar hun favoriete ondiepe kustbiotoop toe. Nijmeegse dierecologen bekeken op Curaçao het vestigingspatroon van larven: als de golfstroom verantwoordelijk is voor het vervoer van vissenlarven naar de kust moeten alle soorten op alle plekken worden aangetroffen - ze worden immers op dezelfde manier verspreid. Alle soorten moeten dan zowel op het ondiepe rif als in de zeegrasvelden en mangrovebossen worden aangetroffen. Dat bleek niet het geval.

Kleine visjes in mangrove

Geen doorgang te smal...
Van de Yellowtail snapper (Ocyurus chrysurus) en de Schoolmaster (Lutjanus apodus) werd geen enkele larve op het rif gevonden. Alle larven waren kennelijk doorgezwommen naar een baai waar zeegrassen en mangroven in overvloed aanwezig zijn. Dat is des te opmerkelijker aangezien deze baai alleen te bereiken is door een smalle doorgang. Om uit te sluiten dat larven op het rif ontbraken doordat ze meteen worden opgegeten, keek onderzoeker Wilco Verberk ook naar de larven van de Doctorfish (Acanthurus bahianus). Voor deze soort spelen zeegrassen en mangroven nauwelijks een rol als opgroeigebied. Hier bleek het patroon precies omgekeerd: de larven werden massaal op het ondiepe rif aangetroffen en geen enkele larf was doorgezwommen naar de baai.

Belang: behoud en beheer van het tropische kustgebied Deze studie werpt nieuw licht op de ecologie van rifvissen: larven dobberen niet passief op de golven. Het gebruik van zeegrassen en mangroven is dus geen toeval. De gerichte zwemtocht van de larven past in de grotere overlevingsstrategie van de soort. Blijft over de vraag hoe de larven zeegrassen en mangroven weten te vinden. Hierbij spelen reuk, smaak en mogelijk zelfs geluid een essentiële rol.

Het onderzoek van Verberk en zijn collega-onderzoekers is onderdeel van een langlopend onderzoeksprogramma naar de ecologie van tropische kustbiotopen. De resultaten bevestigen het belang van mangroves en zeegrasvelden voor de vispopulaties en daarmee voor de kustvisserij en het duiktoerisme. Dat zijn belangrijke inzichten op voor het duurzaam gebruik en beheer van deze tropische kustgebieden.

Bart Pollux; Wilco Verberk; Martijn Dorenbosch; Elroy Cocheret de la Morinìere; Ivan Nagelkerken; Gerard van der Velde `Habitat selection during settlement of three Caribbean coral reef fishes: Indications for directed settlement to seagrass beds and mangroves', Limnology and Oceanography, maart 2007.

Meer informatie

* Institute for Water and Wetland Research
* Koraalvis heeft mangrove en zeegras nodig. Persbericht promotie Martijn Dorenbosch, 29 juni 2006

* Babyvissen worden groot in het zeegras. Promotie Blandina Lugendo, 1 februari 2007

* Hoe planten zich in rivieren uitbreiden. Promotie Bart Pollux, 6 maart 2007