abcdefgh
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
16 februari 2007 2 (staat op CD-Rom)
Ons kenmerk Uw kenmerk
DGW2007/GF 144 -
Onderwerp
Verkenning kustuitbreiding Scheveningen-Hoek van Holland; afrondende rapportage
Geachte voorzitter,
Bij de Begrotingsbehandeling Verkeer en Waterstaat 2004 heeft uw Kamer de regering in
de motie 29200 XII nr. 53 (verder te noemen Motie Geluk) gevraagd een verkenning uit
te voeren naar de mogelijkheden voor kustuitbreiding tussen Scheveningen en Hoek van
Holland.
Over de tussentijdse resultaten van deze verkenningen hebben wij u geïnformeerd bij
brieven van 21 januari 2005 (Kamerstuk 29800 XII, nr 55) en van 11 mei 2006
(Kamerstuk 30300 XII, nr 49). In deze brief informeren wij u over de eindresultaten van de
verkenning. Allereerst wordt samengevat geschetst wat de belangrijkste conclusies zijn van
de tussentijdse resultaten met betrekking tot de financiële haalbaarheid en het
maatschappelijk draagvlak, zoals eerder aan u gerapporteerd in de genoemde brieven.
Daarna volgt een uitgebreidere toelichting op de resultaten van de na mei 2006
uitgevoerde verdere verkenning. Het gaat daarbij om de grote behoefte aan de ruimte
voor natuur ten behoeve van recreatie in de Zuidvleugel en de mogelijke bijdrage die een
kustuitbreiding zou kunnen hebben bij het oplossen van het tekort. In het bijzonder is
gekeken naar de kosten van recreatieruimte in een kustuitbreiding ten opzichte van het
creëren van nieuwe recreatiemogelijkheden elders in de Zuidvleugel. Tot slot geven we
aan dat het resultaat van deze verkenning naar mogelijkheden voor kustuitbreiding tussen
Scheveningen en Hoek van Holland een belangrijke bouwsteen vormt voor het
vervolgtraject waarin de provincie Zuid-Holland de haalbaarheid van kustontwikkeling
verder uitwerkt, in samenwerking met onder meer de meest betrokken departementen,
gemeenten en het hoogheemraadschap.
Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
DGW2007/GF 144
De gehele verkenning is in nauwe samenwerking met het college van GS van de provincie
Zuid-Holland uitgevoerd. De inhoud van deze brief wordt ook door GS onderschreven.
Bevindingen in het eerste deel van de verkenning (tot mei 2006)
De belangrijkste eerdere conclusies van de verkenning waren:
· Kustuitbreiding zonder Rijksbijdrage, op basis van een PPS-constructie is
alleen financieel haalbaar onder een aantal voorwaarden. De belangrijkste
kostendrager zal moeten bestaan uit woningbouw (Kamerstuk 29800 XII, 55).
· Een belangrijke voorwaarde waaronder financiering vanuit woningbouw
mogelijk zou zijn, is dat er sterke beperkingen zouden moeten gelden op
andere woningbouwprojecten in de regio. Deze voorwaarde is te zwaar om
maatschappelijk draagvlak te verkrijgen (Kamerstuk 30300 XII, 49).
· Een kustuitbreiding bij Delfland, aanvullend op de versterking van de zwakke
schakel, zoals voor de komende jaren voorzien, is voor de kustveiligheid niet
noodzakelijk. Maatschappelijk draagvlak en nut en noodzaak zullen gezocht
moeten worden in een inrichting van de kustuitbreiding ten behoeve van
ruimte voor natuur, recreatie en toerisme (Kamerstuk 30300 XII, 49).
Uiteraard zal e.e.a. ook geplaatst moeten worden in het licht van verwachte
klimaatverandering op de lange termijn.
Resultaten van de onderzoeken in het tweede deel van de verkenning (na mei 2006)
Nadat was vastgesteld dat draagvlak en nut en noodzaak gezocht moeten worden in
nieuwe recreatiemogelijkheden voor de Zuidvleugel (Kamerstuk 30300 XII, 49) is
vervolgens onderzocht wat het tekort is aan recreatiemogelijkheden in de Zuidvleugel. Dit
onderzoek is uitgevoerd door de Stichting Recreatie (2006). Concreet is onderzocht wat
de tekorten zijn voor fietsen en wandelen, zonnen en zwemmen, en golfen in de
Zuidvleugel. Uit deze analyses blijkt dat er een tekort is van 37000 ha aan recreatief groen
in grote delen van de Zuidvleugel, naast de groenprojecten die al gepland zijn en
waarvoor de financiële dekking is geregeld. De conclusies voor de Delflandse kust zijn:
- er is nabij de Delflandse kust behoefte aan circa 6000 ha extra recreatief groen.
- er is markt voor een golfbaan nabij de Delflandse kust.
De rapportage van de Stichting Recreatie is als bijlage bij deze brief gevoegd.
Daarnaast is de Delflandse kust in een benchmarkstudie (Bureau Must, 2006) vergeleken
met andere verstedelijkte kusten in de wereld (te weten Stockholm, Kopenhagen,
Liverpool, Marseille en Barcelona). De conclusie van deze studie is dat de Delflandse kust
moeilijk bereikbaar is en onvoldoende een rol speelt voor de Zuidvleugel. Als het gewenst
is dat de Delflandse kust wél een bijdrage levert aan het verbeteren van het woon- en
investeringsklimaat in de Zuidvleugel dan zal actieve sturing op het gewenste programma,
inrichting en ontsluiting noodzakelijk zijn.
De conclusie van het onderzoek door de Stichting Recreatie is dat het recreatietekort in de
Zuidvleugel in de orde van 37 000 ha ligt. Dat is een zo groot tekort dat het niet realistisch
is te veronderstellen dat dat tekort in zijn geheel opgelost kan worden.
---
DGW2007/GF 144
Ter vergelijking: de nu geplande en financieel gedekte groenprojecten in de Zuidvleugel
beslaan samen ruim 10 000 ha in een Zuidvleugel die ruim 160 000 ha groot is. Het is
duidelijk geworden dat er een grote behoefte is aan extra ruimte voor de recreatie.
Het recreatietekort kan op verschillende manieren en op verschillende plaatsen worden
teruggebracht. Om de effectiviteit van investeren in een uitbreiding van de Delflandse
kust te kunnen vergelijken met andere gebieden in de Zuidvleugel, zijn vier gebieden
geselecteerd waar ook door een recreatieve herinrichting en ontsluiting een deel van het
recreatietekort van de Zuidvleugel weggewerkt kan worden. Het betreft de gebieden
Vlietland (nabij Voorschoten), omgeving Zuidplaspolder, Midden Delfland, IJsselmonde /
Hoekse Waard (zie bijlage kaart). Globaal is per voorbeeldgebied uitgegaan van 1000 ha
nieuw recreatiegebied.
Door het Bureau Witteveen+Bos is onderzocht wat de kosteneffectiviteit is voor de vijf
voorbeeldgebieden. De resultaten zijn beschreven in het rapport Kosteneffectiviteits-
analyse Recreatie Zuidvleugel. Het rapport is eveneens als bijlage bij deze brief gevoegd.
De gebieden zijn vergeleken op de grootte van het recreatietekort (in dagtochten), kosten
van inrichting en beheer en kosten per toegevoegde recreatiemogelijkheden. Uit deze
studie blijkt dat de verschillen tussen de gekozen alternatieven op al deze aspecten groot
zijn:
· Het realiseren van extra recreatie in de gebieden IJsselmonde / Hoekse Waard en
Midden Delfland kost respectievelijk 2,9 en 3,8 euro per toegevoegde
recreatiemogelijkheid. Dit kost voor Vlietland 17,2 euro. Recreatieruimte in de
Zuidplaspolder kost 22 euro per toegevoegde recreatiemogelijkheid. Voor de
Delflandse kust zijn de kosten minstens 50 euro per recreatiemogelijkheid.
· De gebieden IJsselmonde / Hoekse Waard, Delflandse Kust en Midden Delfland
scoren hoog waar het gaat om het aantal recreatiemogelijkheden per oppervlakte-
eenheid. Vlietland en Zuidplaspolder scoren in dat opzicht laag.
Voor de Delflandse kust kan geconcludeerd worden dat gerealiseerd "groen" intensief
gebruikt zal worden, maar dat de kosten daarvan relatief hoog zijn.
Uit gevoeligheidsanalyses is gebleken dat de kosten en de kosteneffectiviteit van de
Delflandse kust sterk afhankelijk is van ingeschatte kosten voor landaanwinning. Wanneer
de kosten lager liggen dan 500.000 euro per ha (dit is de helft van waarmee nu is
gerekend) is kustuitbreiding concurrerend met gebieden zoals de Zuidplaspolder. Nader
onderzoek zal moeten uitwijzen of kustuitbreiding kan plaatsvinden tegen veel lagere
kosten. Innovatieve aanpak van kustontwikkeling waar het gaat om werk met werk
maken, slimme uitvoeringsmethoden, innovatieve aanbestedingsvormen en gebruik
maken van werken met de natuur moeten in dat geval perspectief gaan bieden.
Tot slot is het van belang te onderkennen dat er meer gebieden nodig zijn om het totale
tekort aan recreatiemogelijkheden in de Zuidvleugel op te vangen. Immers, ook als de vijf
beschouwde gebieden worden benut wordt nog slechts 17% van de totale behoefte
afgedekt.
---
DGW2007/GF 144
Samenvattende conclusie
Een kustuitbreiding tussen Hoek van Holland en Scheveningen heeft een grote
opvangcapaciteit en kan samen met andere gebieden in de Zuidvleugel de tekorten aan
recreatieruimte in de Zuidvleugel helpen terugdringen.
Afhankelijk van de wijze van realisatie zou kustuitbreiding kosteneffectiever kunnen zijn
dan uit de analyse tot nu naar voren is gekomen.
Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of de aanlegkosten sterk kunnen worden
teruggedrongen. Dit is mogelijk sterk afhankelijk van de wijze waarop kustuitbreiding kan
worden gerealiseerd. Verdere verkenning van de mogelijkheden voor ontwikkeling van de
Delflandse kust zal worden uitgevoerd onder leiding van de provincie Zuid-Holland. We
willen dan ook de planologische reservering, die bij de behandeling van de Nota Ruimte
op verzoek van uw Kamer is gelegd op de Delflandse kust, in stand laten.
Wij achten de verkenning van een kustuitbreiding van de Delflandse kust, zoals gevraagd
in de Motie Geluk, met deze derde rapportage afgerond. De resultaten worden door de
provincie Zuid-Holland gebruikt als bouwsteen bij de verdere ontwikkeling van de
Zuidvleugel en de Delflandse kust. De provincie heeft op basis van de voorliggende
rapportages daartoe reeds initiatieven ontwikkeld. Er is een stuurgroep Haalbaarheid
Kustontwikkeling in het leven geroepen waarin onder meer geparticipeerd wordt door
onze beide departementen, het departement van LNV, het Hoogheemraadschap van
Delfland en de betrokken kustgemeenten. Onder leiding van de provincie Zuid-Holland
wordt de economische analyse verder uitgewerkt in de vorm van een maatschappelijke
kosten- en batenanalyse (mkba). De kengetallenanalyse zal tezamen met deze nadere
uitwerking moeten leiden tot een mkba waarin ook lange-termijneffecten en innovatie
voldoende gewicht krijgen. Deze mkba kan nu nog niet goed worden gemaakt omdat het
project nog niet voldoende is uitgewerkt om kosten en baten goed in beeld te brengen,
temeer daar deze sterk afhangen van de te kiezen realisatiewijze. Over de voortgang van
de verdere ontwikkelingen zal uw Kamer geïnformeerd worden in reguliere rapportages.
Hoogachtend,
DE STAATSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
mw drs M.H. Schultz van Haegen
DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER,
Dr. P. Winsemius
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat