Partij van de Arbeid

Speech van Wouter Bos bij het PvdA congres van 17 februari 2007

Gesproken tekst geldt

Beste mensen, partijgenoten, vrienden en vriendinnen,

Op de avond van 22 november had ik niet gedacht drie maanden later hier zo te kunnen staan. Het verlies was immers groot en de klap was hard. En ik besefte dat ik daar niet alleen uit hoofde van mijn functie verantwoordelijkheid voor droeg maar ik voelde die nederlaag ook als mens van vlees en bloed.

De pijnlijke gevolgen van die nederlaag troffen niet alleen mij maar eerder vele anderen. Mensen die niet in de Kamer kwamen, medewerkers die hun baan kwijt raakten, vrijwilligers die zich hard voor ons hadden ingezet, burgers van Nederland die hun hoop hadden gesteld in een door de Partij van de Arbeid geleide regering. Ook voor hun teleurstelling voel ik mij verantwoordelijk.

Maar vanaf 22 november half twaalf 's avonds, toen het slotdebat met de lijsttrekkers begon, was er geen tijd en ruimte meer voor al te veel treurnis en achteruit kijken. Waarmee ik niet wil zeggen dat we niet moeten leren van de nederlaag. Integendeel, dat gaan we onder leiding van Ruud Vreeman wel degelijk doen.

Nee, wat ik bedoel te zeggen is dat vanaf 22 november 's avonds, toen in een razendsnel tempo allerlei vragen op ons af kwamen over of wij verantwoordelijkheid wilden nemen voor kabinetsdeelname en zo ja met wie, voor mij nog maar twee zaken centraal stonden.

Eén: kunnen wij verschil maken voor de mensen voor wie wij de politiek zijn in gegaan?

En twee: kan de Partij van de Arbeid deze klap verwerken, vechten en weer boven komen?

De afgelopen maanden hebben voor Jacques Tichelaar en mij, en in ons kielzog al mijn collega-fractieleden, Michiel, de leden van het partijbestuur en iedereen die gevraagd en ongevraagd advies gaf over de kabinetsformatie, die vragen centraal gestaan. Maakt het wat uit als wij gaan regeren? Is het goed voor de partij? Maar vooral: is het goed voor de mensen voor wie we het doen?

Vandaag sta ik hier om met volle overtuiging op die vraag JA te antwoorden. Ik steek niet onder stoelen of banken dat dit coalitie-akkoord geen 100%-kopie is van ons verkiezingsprogramma. Ik steek niet onder stoelen of banken dat we op een aantal punten onze zin niet hebben gekregen. En dat heeft u, terecht, ook niet gedaan.

De vraag was vandaag niet of we alles hebben binnengehaald. Want wie 100% wil, loopt het risico met 0% achter te blijven.

Nee, de vraag was of wij nu voor elkaar gekregen hebben dat we een periode van confrontatie en polarisatie achter ons kunnen laten en kunnen laten zien wat bindend leiderschap in de praktijk betekent. Of we kunnen laten zien dat samenwerking en dialoog geen slappe polderhap is maar een beproefd recept voor oplossingen met draagvlak.

Vandaag gaat het erom of wij de komende jaren kunnen laten zien dat een goed sociaal beleid wél te combineren valt met een sterke economie, dat je kunt hervormen zonder dat kwetsbare mensen daar het slachtoffer van worden.

Maar ook of wij de komende jaren kunnen laten zien dat probleemwijken prachtwijken worden, dat milieubeleid ook economische kansen biedt en dat mensen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt beter met een zetje in de rug aan het werk geholpen kunnen worden dan dat we ze aan hun lot over laten achter de geraniums.

Het komt allemaal samen in die ene vraag: gaat Nederland de komende jaren zo de goede kant op? Sterker? Groener? Socialer? En zou dat zonder de Partij van de Arbeid anders zijn geweest?

Over mijn antwoord op die vragen twijfel ik geen moment. Ja. Ja. En nog een keer Ja. Ik ben ervan overtuigd dat wij Nederland de komende jaren sterker, groener en socialer kunnen maken. Op basis van dit akkoord. Met deze coalitie-partners. En met deze PvdA-bewindspersonen.

En waar ik al helemaal van overtuigd ben, is dat we met dit akkoord en met deze mensen zoveel meer kunnen bereiken dan vanuit de oppositie. We hebben de afgelopen vier jaar oppositie gevoerd , en ja dat is eervol en belangrijk werk, maar u heeft met mij vier jaar lang het gevoel gehad dat we langs de kant stonden. Dat het met Nederland een andere kant uit ging dan wij wilden.

Vanuit de oppositie kun je soms dingen tegenhouden, soms succesjes boeken maar daar waar het echt om gaat in de politiek, namelijk richting geven aan de samenleving, dat kun je niet vanuit de oppositie. Dus als je Nederland echt sterker, groener en socialer wilt maken, dan moet je meedoen. En niet langs de kant blijven staan.

En die resultaten bereiken we niet alleen in Den Haag, maar dat doen we samen, samen met de PvdA-fractie in de Tweede Kamer, samen met de gemeenteraden, met de colleges van burgemeester en wethouders, met de provinciale staten en gedeputeerde staten. Samen maken we dat verschil. En ook voor al die andere PvdAers buiten Den Haag maakt het straks wat uit of ze op die ministeries weer een partijgenoot hebben of op gesloten deuren stuiten.

Richting geven aan de samenleving, daar gaat het om. Sterker. Groener. Socialer. En dat gaat stukken beter in deze coalitie dan daarbuiten.

Maar wat mij echt motiveert, is dit. De afgelopen jaren zijn in Nederland veel mensen heel onzeker geworden over de toekomst. Wat doet globalisering met mijn baan of de baan van mijn kinderen? Hoe houden we in Europa nog iets van een eigen identiteit overeind? Wat begrijp ik eigenlijk van de islam en hoe zit het met terroristen die zeggen hun daden uit naam van de islam te plegen? Waarom verstaan mijn buren me niet? Waarom trekt iedereen die het goed heeft weg uit mijn buurt? Is het onderwijs eigenlijk wel goed genoeg om mijn kinderen ook hoop op een goede toekomst te bieden? Wie zorgt er voor me als ik oud ben en hoe gaat het er dan aan toe in de verpleeghuizen? Waarom lopen zoveel goede bedoelingen en extra investeringen vast in bureaucratie en regelzucht?

Deze zorgen zijn echt. Die kun je niet wegwuiven door het nog eens een keertje uit te leggen. En de reactie van mensen, bij het referendum over de Europese Grondwet of bij de Tweede Kamer verkiezingen van afgelopen november, geeft te denken. Ze keren zich naar binnen. Ze proberen de buitenwereld buiten te houden, keren zich tegen alles wat vreemd en vreemdeling is. Claimen dat modernisering en aanpassing niet nodig is. Dat alles kan blijven zoals het is.

Dat is een houding waar ik nooit in heb geloofd en het is een denken dat haaks staat op onze traditie.

Nooit moeten wij een partij worden die vijandig staat tegenover vooruitgang en modernisering.

Nooit moeten wij een partij worden die haar internationale oriëntatie verloochent.

Nooit moeten wij een partij worden die mensen dom houdt door ze niet te vertellen dat de wereld verandert en dat daarom ook Nederland moet veranderen.

Nee.

Mijn Partij van de Arbeid zal ALTIJD een vooruitgangspartij zijn.

Mijn Partij van de Arbeid zal ALTIJD een partij zijn die mensen sterk en weerbaar maakt zodat ze vooruitgang en modernisering niet als een bedreiging ervaren maar als iets dat ook hen kansen biedt.

Mijn Partij van de Arbeid zal ALTIJD een partij zijn die internationaal denkt en internationaal verantwoordelijkheid wil nemen.

In die traditie wil ik met deze partij staan en dat is ten diepste waarom ik vind dat de Partij van de Arbeid de komende jaren niet aan de kant moet staan. Ik ben trots en blij dat u ons daarvoor uw vertrouwen gegeven heeft. Wij willen de politiek de komende jaren niet overlaten aan politici die Nederland nog verder naar binnen keren, de buitenwereld buiten proberen te houden, de vooruitgang tegen willen houden. Maar wij willen de politiek de komende jaren ook niet overlaten aan politici die wel geloven in modernisering en vooruitgang maar daarbij uit het oog verliezen dat niet iedereen dat mee kan maken en zo langzaam maar zeker steeds meer mensen in de kou laten staan.

Natuurlijk, dat we nu mee gaan doen aan het kabinet heeft heel veel te maken met de vele goede concrete dingen die we hebben binnengehaald. Inkomensvooruitgang voor ruim 700.000 WAOers, een generaal pardon, een ambitieuze wijkaanpak, een kentering in het milieubeleid, geld erbij voor Ontwikkelingssamenwerking, inflatievolgende huren, de no claim uit de ziektekostenpremie, noem maar op, het zijn resultaten die er wezen mogen.

Maar de echte winst van dit coalitie-akkoord is de erkenning dat de samenleving er niet beter van wordt als mensen aan de kant blijven staan. Dat we om de uitdagingen van de 21e eeuw aan te kunnen, iedereen nodig hebben. Dat een samenleving die gespleten en verdeeld raakt tot veel minder in staat is dan een samenleving waarin mensen wat met elkaar hebben. Dat je mensen enthousiast kunt maken over de toekomst, over vooruitgang, over modernisering zolang je ze tegelijkertijd houvast geeft, de zekerheid dat ze er niet alleen voor staan.

Aan die uitdaging gaan we nu werken. Met een akkoord dat ruimte biedt voor investeringen. Met Kamerfracties die van dit kabinet een succes willen maken én ervoor zullen zorgen dat de PvdA een herkenbaar eigen profiel houdt. Met een ploeg ministers en staatssecretarissen die een afspiegeling is van onze samenleving. Met energie, idealen, zelfvertrouwen en bescheidenheid. Wij gaan Nederland sterker, groener en socialer maken. Ik dank u voor uw vertrouwen.