European Union



---

Nieuw verslag: hervormingsstrategie EU werkt
---

Reference: IP/07/202 Date: 19/02/2007


RO

IP/07/202

Brussel, 19 februari 2007

Nieuw verslag: hervormingsstrategie EU werkt

De werkloosheid daalt en de werkgelegenheid stijgt, zo blijkt uit het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid dat op 22 februari door de ministers van Werkgelegenheid wordt goedgekeurd. Het door de Commissie gemaakte verslag, waarin de nationale hervormingsprogramma's op het gebied van de werkgelegenheid worden geëvalueerd, is positief gestemd. Wel zijn nog ingrijpender hervormingen nodig, met name om een betere afstemming te vinden tussen flexibiliteit en zekerheid, de zogenaamde flexizekerheid. De Commissie heeft voor de meeste lidstaten ook specifieke nationale aanbevelingen opgesteld.

"De hervormingen van de arbeidsmarkt hebben resultaat, maar om werkelijk met succes te kunnen inspelen op de globalisering en de snel krimpende beroepsbevolking is flexizekerheid geboden. Mensen moeten moeiteloos en vol vertrouwen van de ene baan naar de andere kunnen overstappen," aldus Vladimír Spidla, EU-commissaris voor Werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen. Hij voegde hier nog aan toe: "Dankzij de gunstige economische perspectieven van dit moment kunnen wij de hervormingen nog een extra impuls geven."

Behalve dit verslag zal de Raad Werkgelegenheid en sociale zaken op 22 februari waarschijnlijk ook per lidstaat specifieke aanbevelingen uitbrengen betreffende het economisch en werkgelegenheidsbeleid. Het is voor het eerst dat de ministers met zulke geïntegreerde nationale aanbevelingen komen. Dit is een belangrijke stap om de EU-doelstellingen inzake werkgelegenheid en groei te realiseren; de lidstaten moeten immers beloven de aanbevelingen op te volgen. Volgens de Commissie moeten de meeste lidstaten maatregelen op het gebied van de werkgelegenheid nemen; vooral de hervormingen op de arbeidsmarkt moeten worden voortgezet.

De werkloosheid in de EU is gedaald van 9,1% in 2004 tot 8,8% in 2005 en de arbeidsparticipatie is in 2005 met 0,8% gestegen, de grootste stijging sinds 2001. Maar er zijn nog 22 miljoen nieuwe banen nodig om de EU-werkgelegenheidsdoelstellingen voor 2010 te realiseren. De investeringen in onderwijs en vaardigheden zijn weliswaar gestegen, maar het beleid op het gebied van het aanpassingsvermogen - een prioriteit van de Europese werkgelegenheidsstrategie - is een ondergeschoven kindje.

Met name het matige succes van beleid om het aanpassingsvermogen van de werknemers te vergroten is zorgwekkend. De snelle technologische vooruitgang en de toegenomen wereldwijde concurrentie vragen om flexibele arbeidsmarkten. Hervormingen van de contractwetgeving zou het werknemers makkelijker maken van baan te wisselen en hun meer mogelijkheden bieden om vooruit te komen, en hetzelfde geldt voor grotere investeringen in opleiding. Maar, aldus het verslag, op dit terrein is niet veel gedaan.

Zwartwerk is in veel lidstaten ook nog steeds een groot probleem. Het verslag pleit op dit gebied voor een betere aanpak door een combinatie van actief arbeidsmarktbeleid, flexibele contractuele regelingen, een leven lang leren en sociale bescherming.

Zo kan flexizekerheid leiden tot een grotere productiviteit en betere banen.

In de mededeling van de Commissie over flexizekerheid - die waarschijnlijk in de zomer van 2007 uitkomt - zal een reeks mogelijkheden worden aangereikt waardoor de lidstaten de juiste beleidsmix voor hun arbeidsmarkt kunnen bepalen.

In grote lijnen blijkt uit het vandaag uitgebrachte verslag dat de lidstaten het arbeidsproces meer over de hele levensloop bekijken. Het aantal werkende ouderen is gestegen van 41% in 2004 tot 42,5% in 2005, maar dat is nog ver verwijderd van het streefcijfer van 50% in 2010. Jongeren staan, net als mensen met een handicap en migranten, op de arbeidsmarkt nog steeds aan de kant - de jeugdwerkloosheid in de EU is ruwweg tweemaal zo groot als de totale werkloosheid. Er moeten betere mogelijkheden komen om werk en gezin te combineren, zowel voor mannen als voor vrouwen, waaronder ook meer en betere kinderopvang.

Veel lidstaten ontwikkelen beleid om de investeringen in het onderwijs te vergroten, maar dit is vaak te fragmentarisch. De participatie van volwassenen in een leven lang leren is met net iets meer dan 10% nog altijd te laag en in 20 van de 25 lidstaten is dit cijfer niet gestegen of zelfs gedaald.

De Commissie zal op 22 februari ook het gezamenlijk verslag over sociale bescherming en sociale integratie aan de Raad Werkgelegenheid en sociale zaken presenteren (zie IP/07/203). Dit verslag vult de evaluaties in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid aan en is van groot belang voor het creëren van groei en banen. Volgens het verslag moet meer worden gedaan op het gebied van kinderarmoede, actieve integratie, modernisering van de pensioenstelsels en toegang tot gezondheidszorg en langdurige zorg.