Kamerbrief inzake het verslag bezoek SGVN Ban Ki-moon aan Nederland en
herfstzitting 61e AVVN
19-02-2007 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van het recente bezoek van
de nieuwe Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (SGVN), Ban
Ki-moon, aan Nederland. De verslaglegging over dit bezoek geschiedt
mede namens de minister-president.
Voorts zal in deze brief verslag worden gedaan van de herfstzitting
van de 61e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN of
kortweg AV), die werd gehouden van 12 september tot eind december
2006. In dit verslag wordt aan de hand van een thematische indeling
een beeld geschetst van de beraadslagingen, waarbij tevens wordt
ingegaan op recente ontwikkelingen met betrekking tot de uitvoering
van de besluiten van de VN-Top van 2005. Dit verslag is een vervolg op
de brief inzake de richtlijnen voor de Koninkrijksdelegatie naar de
61e AVVN (Kamerstuk 2005-2006, 26 150, nr. 40).
Een eensluidende brief zenden wij aan de Voorzitter van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
1. Bezoek Secretaris-generaal, Ban Ki-moon, aan Nederland
Een maand na zijn aantreden bezocht de nieuwe SGVN Nederland. Ban
Ki-moon, onderweg terug naar de Verenigde Staten na zijn eerste
overzeese reis als SGVN, bezocht op 1 februari de in Den Haag
gevestigde internationale hoven en volgde daarnaast een bilateraal
programma. Na een audiëntie bij Hare Majesteit, ontving
minister-president Balkenende de SGVN voor een persoonlijk onderhoud,
gevolgd door een door de minister-president aangeboden lunch, waaraan
ook de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Defensie en de
minister voor Ontwikkelingssamenwerking deelnamen. Daarnaast had de
SGVN separate ontmoetingen met ministers Bot en Van Ardenne, en werd
hij ontvangen door de Voorzitter van de Tweede Kamer en de
Onder-Voorzitter van de Eerste Kamer in het bijzijn van Voorzitters
van de Vaste Kamercommissies voor Buitenlandse Zaken van de Eerste en
Tweede Kamer.
De inhoudelijke gesprekken met Ban Ki-moon concentreerden zich op een
drietal onderwerpen. Ten eerste werd aandacht besteed aan de
traditioneel nauwe en goede band tussen Nederland en de Verenigde
Naties. De minister-president benadrukte dat Nederland ernaar streeft
een zo goed mogelijk gastheerschap te bieden aan de in Nederland
gevestigde internationale organisaties. De reputatie die Den Haag
inmiddels genoot als `juridische hoofdstad van de wereld' was een
erkenning voor de actieve Nederlandse bijdrage aan het bevorderen van
de internationale rechtsorde, waaraan Nederland van oudsher grote
waarde hecht. De SGVN sprak op zijn beurt herhaaldelijk waardering uit
voor de belangrijke rol van Nederland binnen de VN en noemde in dat
verband onder meer de financiële bijdrage van Nederland aan de VN, de
vijfde contribuant in reële termen, de derde per capita. Ook de
Nederlandse inspanningen ter bevordering van internationale vrede en
veiligheid, alsmede de inzet in de Mensenrechtenraad en de
Peacebuilding Commission bleven niet onvermeld.
De hervormingsagenda van de VN vormde een tweede gespreksthema. De
minister-president, alsook de ministers van Buitenlandse Zaken en voor
Ontwikkelingssamenwerking benadrukten het belang van een slagvaardig
en effectief optreden van de VN. De organisatie moest daartoe grondig
moderniseren, transparanter worden en een meer coherent optreden aan
de dag leggen. Ban Ki-moon onderschreef deze visie en gaf aan dat hij
zowel op managementgebied als ten aanzien van de institutionele
structuur van de VN veranderingen wenste door te voeren. De SGVN
beoogde de managementstijl binnen de VN te veranderen via een
cultuuromslag. Om het goede voorbeeld te geven had hij onlangs zijn
bezittingen openbaar gemaakt. De SGVN voegde daaraan toe dat het zeker
op het institutionele vlak niet eenvoudig zou zijn om veranderingen
door te voeren. Vooral het aanpassen van de Veiligheidsraad aan de
eisen van deze tijd beloofde een lastig karwei te worden. Hij achtte
de lidstaten primair verantwoordelijk voor deze kwestie, maar toonde
zich bereid te faciliteren. De minister-president erkende het politiek
beladen karakter van hervorming van de Veiligheidsraad, maar
onderstreepte dat in Nederlandse ogen dit cruciale onderdeel van de
hervormingsagenda niet naar de achtergrond zou mogen verdwijnen.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking vroeg in de context van
VN-hervorming in het bijzonder aandacht voor de aanbevelingen van het
High-Level Panel over System-Wide Coherence. De voortvarende
implementatie van deze aanbevelingen zou een goede, maar vooral ook
eerste stap in de juiste richting vormen. De activiteiten van de VN
dienden gestroomlijnd te worden om alsnog het behalen van de
Millennium Development Goals binnen bereik te kunnen brengen.
Ten derde werd uitgebreid van gedachten gewisseld over de actuele
internationale politieke agenda. De minister-president en de minister
van Buitenlandse Zaken drongen aan op een grotere rol van de VN bij
het wederopbouwproces in Afghanistan. Er was met name behoefte aan een
actievere bijdrage in het Zuiden en de provincie Uruzgan, waar de VN
tot nu toe onvoldoende zichtbaar was. De minister van Defensie lichtte
vervolgens de Nederlandse militaire inspanningen nader toe. De SGVN
sprak waardering uit voor de Nederlandse rol in Afghanistan en gaf aan
voornemens te zijn een aantal VN-kantoren te openen in
Zuid-Afghanistan, hetgeen van Nederlandse zijde positief werd
onthaald.
De SGVN blikte ook terug op zijn bezoek aan Afrika, direct voorafgaand
aan zijn komst naar Nederland. Hij had onder meer deelgenomen aan de
Top van de Afrikaanse Unie in Addis Abeba en een bezoek gebracht aan
de Democratische Republiek Congo (DRC). Ban Ki-moon gaf aan Afrika
bewust kort na zijn aantreden als reisbestemming te hebben gekozen, om
zijn belangstelling voor dit continent te benadrukken. Hij had de
gelegenheid aangegrepen om een groot aantal bilaterale gesprekken te
voeren, waaronder met President Bashir (Soedan) en President Kabila
(DRC). In de gesprekken met Ban Ki-moon werd de actieve Nederlandse
rol bij (post-) conflictsituaties op het Afrikaanse continent naar
voren gebracht, met Soedan en de Grote Merenregio als belangrijkste
voorbeelden.
Ook de spanningen tussen Ethiopië en Eritrea, de situatie in Somalië,
de problemen in het Midden-Oosten, en de ontwikkelingen met betrekking
tot Iran en Kosovo waren onderwerp van gesprek. De SGVN toonde zich
zeer bereid om op deze politiek complexe dossiers naar vermogen een
positieve bijdrage te leveren en toonde in algemene zin waardering
voor de actieve Nederlandse bijdrage aan internationale vrede en
veiligheid en de (geïntegreerde) inzet van het politieke, militaire en
ontwikkelingsinstrumentarium.
Naast deze drie hoofdthema's sprak de minister-president tijdens de
werklunch zijn zorgen uit over de steeds pregnantere problematiek van
klimaatverandering. Hij wees in dit verband op de brief die hij samen
met de Britse Premier Tony Blair over klimaatverandering had
opgesteld, en op de behandeling van dit onderwerp door de Europese
Raad in maart 2007. De SGVN en de Nederlandse regering waren
eensgezind van mening dat meer aandacht voor dit thema geboden was.
Het was tijd voor daden, voornemens moesten worden vertaald in
resultaten.
Samenvattend kan worden teruggekeken op een succesvol verlopen
kennismaking met de nieuwe SGVN, die een positieve en gedreven indruk
achterliet. Het feit dat hij Nederland reeds tijdens zijn eerste
rondreis heeft aangedaan, kan worden beschouwd als een erkenning voor
de belangrijke rol die Nederland in de VN speelt, en heeft Nederland
een vroege gelegenheid gegeven om een aantal belangrijke zaken onder
de aandacht van de SGVN te brengen.
2. Verslag Algemene Vergadering
2.1. Algemeen
In het algemeen verliepen de beraadslagingen tijdens de 61e AVVN vrij
moeizaam. Dit werd mede veroorzaakt door de groeiende polarisatie
tussen Noord en Zuid, en tussen de Organisation of Islamic Conference
(OIC) en Westerse landen. Een gevolg van deze gepolariseerde sfeer was
dat tijdens de onderhandelingen in de verschillende commissies meer
dan ooit sprake was van blokvorming.
Tijdens de 61e AVVN werd desondanks een aantal positieve resultaten
geboekt, waaronder de formele lancering van een VN-strategie voor de
bestrijding van terrorisme, overeenstemming over een betere opzet voor
de Economische en Sociale Raad (ECOSOC), over het gehandicaptenverdrag
en het verdrag inzake het tegengaan van gedwongen verdwijningen, over
de door Nederland en Frankrijk geïnitieerde resolutie inzake de
bestrijding van alle vormen van geweld tegen vrouwen, en
overeenstemming over een renovatieplan voor het VN-hoofdkantoor, het
zogeheten Capital Master Plan.
In totaal werden in de verschillende commissies van de AV en in de
plenaire vergadering ruim 250 resoluties behandeld. Voor de tekst van
de resoluties en het stemgedrag van de lidstaten verwijzen wij u naar
de website van de Verenigde Naties:
http://www.un.org/Depts/dhl/resguide/r61.htm.
De herfstzitting van de AV werd mede beïnvloed door het einde van de
termijn van SGVN Kofi Annan en de benoeming van zijn opvolger. Na een
aantal informele verkiezingsronden (straw polls) in de
VN-Veiligheidsraad, werd begin oktober duidelijk dat de Zuid-Koreaanse
minister van Buitenlandse Zaken en Handel Ban Ki-moon met voorsprong
op de meeste steun kon rekenen, inclusief die van de vijf permanente
leden van de raad. Op 9 oktober nam de Veiligheidsraad unaniem een
resolutie aan waarin Ban Ki-moon aan de AV werd voorgedragen als
kandidaat-SGVN. De AV benoemde de nieuwe SGVN vervolgens bij
acclamatie op 13 oktober 2006. De benoemingsprocedure voor de SGVN
werd tevens beschreven in de antwoorden op de vragen van de leden
Dittrich en Koser Kaya (TK 2006-2007, 275 Aanhangsel).
2.2. Ontwapening
Het bleek lastig om dit jaar in de Eerste Commissie vooruitgang te
boeken. Dit was niet in de laatste plaats het gevolg van het
opmerkelijke zelf-isolement van de VS, die vaak - en dikwijls als
enige en zonder enige toelichting - tegen resoluties stemde, ook op
minder omstreden terreinen.
Belangrijk resultaat vormde de aanvaarding van de door het Verenigd
Koninkrijk ingediende resolutie over de totstandkoming van een
internationaal wapenhandelsverdrag (VS stemde als enige tegen). Een
positief resultaat voor Nederland vormde de nog bredere aanvaarding
van de traditioneel door Nederland ingediende resolutie over
Transparency in Armaments. Dit bleek de enige resolutie te zijn waar
de VS bereid was tot cosponsorschap.
Een ontwerpresolutie die in het bijzonder aandacht kreeg was een door
Japan gecirculeerde en in eerste instantie door de VS gesteunde
veroordeling van de Noord-Koreaanse atoomproef. De tekst bleek
uiteindelijk voor een aantal belangrijke partners van Japan, waaronder
de VS, geen duidelijke meerwaarde te bieden ten opzichte van de
inmiddels door de Veiligheidsraad aanvaarde resolutie 1737 tegen
Noord-Korea. Hierop besloot Japan de ontwerpresolutie uiteindelijk
niet in te dienen. Het Canadese ontwerp voor een resolutie over het
verdrag tot stopzetting van de productie van splijtstof, een
afgezwakte versie van een eerdere resolutie over hetzelfde onderwerp,
haalde het evenmin, als gevolg van een gebrek aan consensus over de
tekst.
2.3 Ontwikkeling
De AV ging dit jaar van start met een tweetal High Level bijeenkomsten
over internationale migratie en ontwikkeling (Kamerstuk 2006-2007 29
693 nr.10), respectievelijk over de uitvoering van het Actieprogramma
Minstontwikkelde Landen.
Een goed resultaat voor Nederland betrof de impliciete erkenning door
de AV van een aparte MDG-target op het gebied van reproductieve
gezondheid. Deze target wordt, naast nieuwe targets voor HIV/aids,
biodiversiteit en decent work, nu binnen de VN geoperationaliseerd.
De onderhandelingen in de Tweede Commissie verliepen relatief snel,
maar dat werd deels veroorzaakt door uitstel van beslissingen.
Teleurstellend was dat gestemd moest worden over zowel de handels- als
de klimaatresolutie, waar de tegenstellingen scherper waren dan ooit.
Nederland onderhandelde namens de EU over de schulden-resolutie,
hetgeen wel tot consensus leidde.
Besloten werd aan het begin van de volgende AV een High Level
bijeenkomst over ontwikkelingsfinanciering te houden. Deze bijeenkomst
zal als input dienen voor de review van de afspraken hierover die in
2004 tijdens de Top van Monterrey werden gemaakt. De review
bijeenkomst zelf zal naar alle waarschijnlijkheid plaatsvinden in de
tweede helft van 2008 in Doha.
2.4 Mensenrechten
De discussies en onderhandelingen in de Derde Commissie speelden zich
af in een aanzienlijk verharde sfeer waarin groepsposities meer dan
voorheen dominant waren. De nog onwennige relatie tussen de
Mensenrechtenraad (MRR) en de Derde Commissie had een grote impact op
het werk van de Derde Commissie. Tegen deze achtergrond kunnen de
resultaten van de Derde Commissie redelijk positief worden genoemd.
Nederland behaalde een belangrijk succes met de consensusaanname van
een substantiële resolutie die alle landen en de VN oproept hun
inspanningen te intensiveren om alle vormen van geweld tegen vrouwen
wereldwijd uit te bannen. Nederland had deze resolutie samen met
Frankrijk ingediend. Andere positieve ontwikkelingen waren de
uiteindelijke steun voor de (EU-) landenresoluties inzake Noord-Korea
en Myanmar, en de aanvaarding van de EU-resolutie inzake religieuze
onverdraagzaamheid. Belangrijkste minpunten waren het verlies van de
landenresolutie inzake Oezbekistan en de uitkomsten van de resoluties
inzake racisme en het recht op ontwikkeling. De aanvaarding van een
Verklaring inzake de Rechten van Inheemse Volkeren werd uitgesteld.
Wat betreft normstelling op mensenrechtenterrein heeft deze AV zich
zeer productief getoond met de aanvaarding van het
Gehandicaptenverdrag en het Verdrag inzake Gedwongen Verdwijningen.
Over de ontwikkelingen in de MRR werd de Kamer reeds geïnformeerd
(Kamerstuk 2006-2007, 30 800 V, nrs. 41 en 55).
2.5 Humanitair
Op humanitair gebied vormde de bespreking van het eerste rapport over
de werking van het nieuwe Central Emergency Response Fund (CERF), één
van de concrete resultaten van de Top van 2005, het belangrijkste
onderdeel. Het fonds voldoet aan de verwachtingen met snelle hulp bij
acute crises, zoals in Darfur en in landen in de Hoorn van Afrika, en
met hulp aan `vergeten' crises (bv. Centraal Afrika). De discussie
ging vergezeld van een aparte bijeenkomst ter aanvulling van de
middelen van het CERF, die zeer succesvol verliep. Er werd in totaal
bijna 350 miljoen dollar aan nieuwe contributies toegezegd door een
brede groep donoren; naar verwachting volgt er meer. Nederland
verdubbelde zijn bijdrage voor 2006 tot 40 miljoen euro en zegde
bovendien - net als enkele andere donoren - een meerjarenbijdrage toe
(jaarlijks 40 miljoen euro voor de periode 2007 - 2009). Nederland is
de derde grootste donor na het VK en Noorwegen.
2.6 Politieke onderwerpen
Van belang was de lancering door de AV van de
VN-contraterrorismestrategie, een operationeel actieplan dat vooral,
maar niet alleen, de taken van de VN op het gebied van
terrorismebestrijding aangeeft. De VN neemt die taken, in nauwe
samenwerking met onder andere de WB en IMF, voortvarend ter hand. Een
positieve ontwikkeling was dat het mogelijk was om fundamentele
geschilpunten, bijvoor beeld over de `oorzaken' voor het ontstaan van
terrorisme en het uitsluiten van verzet tegen buitenlandse bezetting
van de definitie van terrorisme, grotendeels buiten deze strategie te
houden. Deze fundamentele tegenstellingen bleven wel het parallelle
proces om te komen tot een Alomvattend Terrorismeverdrag blokkeren.
Evenals voorgaande jaren liepen de gemoederen in de Vierde Commissie
over de vele Midden-Oostenresoluties hoog op. Het conflict in Libanon
en de Israëlische aanval op Beit Hanoun in Gaza leidden tot indiening
van een aantal extra resoluties. Eén van de meest omstreden kwesties
was dit jaar de resolutie over de situatie in Gaza en de Israëlische
aanval op Beit Hanoun in het bijzonder. Deze resolutie werd behandeld
in een speciale spoedzitting van de AV, nadat een resolutie over
hetzelfde onderwerp in de Veiligheidsraad was getroffen door een veto.
Nederland heeft zich in nauwe samenwerking met andere EU-partners
ingezet om de tekst van de resolutie in evenwicht te brengen. Ook het
Palestijnse ontwerp gericht op het opzetten van een VN-structuur ter
registratie van schade veroorzaakt door de Israëlische
`veiligheidsbarrière' leidde tot veel discussie in de AV. De inzet van
Nederland was om de tekst zo veel mogelijk in lijn te brengen met de
aanbevelingen van de SGVN over dit onderwerp.
2.7 Financieel
Als vanouds verliepen de onderhandelingen in de Vijfde Commissie
langzaam, maar er was meer dan voorheen oog voor de urgente noden van
de VN. De sfeer leek beter dan in de meeste andere commissies.
Nederland heeft constructief kunnen bijdragen door in de Vijfde
Commissie de coördinatie van een aantal onderwerpen voor zijn rekening
te nemen. Bovendien heeft Nederland het EU-voorzitterschap ontlast
door op zware dossiers als burden-sharer te fungeren.
Centraal onderwerp vormde de nieuwe contributieschaal die iedere drie
jaar opnieuw wordt uitonderhandeld. Eigenlijk ijverde alleen de EU
voor een aanpassing, omdat de huidige methodiek die aan de bepaling
van de schaal ten grondslag ligt negatiever uitviel voor de EU dan
voor de rest van het VN-lidmaatschap. Uiteindelijk werd besloten de
bestaande methodologie te handhaven en de Contributiecommissie te
vragen om met nieuwe voorstellen te komen. De Nederlandse bijdrage
stijgt voor de komende twee jaar procentueel van 1,69 naar 1,873
procent.
Na vele jaren van onderhandelen, waarin Nederland binnen de EU een
zeer actieve rol heeft gespeeld, kon overeenstemming worden bereikt
over de financiering van de urgente renovatie van het asbest-rijke VN
gebouw, het zogenaamde Capital Master Project. De renovatie moet in
2014 zijn voltooid.
Besluitvorming over substantiële zaken als verbetering van het
aanbestedingsproces, personeelsbeleid, en beter toezicht en
verantwoording zal aan de orde zijn tijdens de voorjaarszitting van de
Vijfde Commissie (maart-mei 2007).
2.8 Juridisch
Een goed resultaat in de Zesde Commissie was de aanvaarding van een
door Nederland geïnitieerde resolutie over de relatie tussen de VN en
het Internationaal Strafhof.
Daarnaast bestond er, zeker bij de westerse landen, tevredenheid over
de bespreking van het nieuwe agendapunt Rule of Law, gericht op zowel
internationale als nationale naleving. Aan de SGVN werd verzocht haast
te maken met de start van de Rule of Law Assistance Unit, een van de
afspraken van de Top van 2005.
In totaal nam de Zesde Commissie met consensus 13 resoluties aan,
waaronder de jaarlijkse terugkerende resolutie over de bestrijding van
terrorisme en de resolutie inzake bescherming van diplomatieke
missies.
2.9 Hervorming
Op het gebied van VN-hervormingen is de voortgang beperkt. Het
belangrijkste resultaat is de overeenstemming over de nieuwe opzet van
ECOSOC, ter versterk ing van zijn rol op het gebied van coördinatie,
uitvoering en monitoring van de op (top)conferenties overeengekomen
ontwikkelingsdoelstellingen, waaronder de MDG's. Daartoe zijn twee
nieuwe instrumenten in het leven geroepen, te weten een jaarlijkse
ministeriële policy review en een tweejaarlijks High-level Development
Cooperation Forum.
Op 9 november werd het rapport van het door de SGVN ingestelde
High-level Panel on System-wide Coherence on Development, Humanitarian
Assistance and Environment, getiteld Delivering as one, gepresenteerd.
In het rapport worden aanbevelingen gedaan voor een effectiever en
efficiënter optreden van de VN op deze terreinen. De Kamer werd
hierover reeds geïnformeerd bij brief van 18 december 2007 (Kamerstuk
2006-2007, 26 150, nr.43). Besluitvorming door de AV zal naar
verwachting pas tijdens de 62e zitting plaatshebben.
Op het terrein van management- en secretariaatshervorming werden aan
het eind van de 60e AVVN enkele kleine stappen gezet, zoals iets meer
financiële bewegingsruimte voor de SGVN, instelling van een Assistant
Secretary-General (ASG) voor ICT-zaken, en een andere opzet van het
VN-jaarverslag. Tijdens de najaarszitting van de 61e AVVN werd op dit
terrein geen verdere vooruitgang geboekt.
Ook de doorlichting van de circa 9.000 mandaten van de VN verloopt
traag. In eerste instantie verzandde de discussie vooral in
definitiekwesties, waardoor het erop leek dat slechts 400 mandaten
voor herziening in aanmerking zouden komen. Nu is eindelijk besloten
dat alle mandaten aan de orde zullen komen. Als eerste wordt gestart
met het cluster `drugs, misdaadpreventie, internationaal terrorisme'.
Op het gebied van Veiligheidsraadhervorming werd, als gevolg van
onverminderde meningsverschillen onder de lidstaten, weinig
vooruitgang geboekt. Tijdens het plenaire AV-debat over dit onderwerp
in december 2006 bleek wel een groeiende belangstelling voor het
Nederlandse idee van uitbreiding volgens een transitiemodel, waarin
kandidaten voor een mogelijk toekomstig permanent lidmaatschap zich
kunnen bewijzen. Nederland speelt reeds geruime tijd een bijzondere
rol ten aanzien van dit vraagstuk, door de faciliterende rol van de
Nederlandse Permanente Vertegenwoordiger (PV).
Over hervorming van de AV zelf werd een weinig opzienbarende resolutie
aangenomen, die vooral ging over de relatie met de Veiligheidsraad en
de procedures rond de verkiezing van de nieuwe SGVN, maar niet of
nauwelijks over stroomlijning van de eigen werkzaamheden.
2.10 Overige onderwerpen
En marge van de AV werd het rapport van het High Level Panel van de
`Alliantie der Beschavingen' gepresenteerd door de initiatiefnemers,
de Turkse Premier Erdogan en de Spaanse Premier Zapatero. De Alliantie
is gebaseerd op de gedachte dat alle samenlevingen onderling
afhankelijk zijn voor hun eigen ontwikkeling en veiligheid. Het High
Level Panel heeft in het rapport een actieplan voor staten,
internationale organisaties en het maatschappelijk middenveld
opgesteld, gericht op de bevordering van een goede onderlinge
verstandhouding. Het actieplan richt zich voornamelijk op vier
terreinen: onderwijs, migratie, jongeren en media. Naar aanleiding van
het rapport zal er een Speciaal Vertegenwoordiger van de SG voor de
Alliantie aangesteld worden. De AV President belegt over dit onderwerp
in het voorjaar een plenair debat. Nederland heeft zich recentelijk
aangesloten bij de Group of Friends van de Alliantie der Beschavingen.
De Peacebuilding Commission (PBC) heeft inmiddels een begin gemaakt
met het ontwikkelen van vredesopbouwstrategieën voor de
post-conflictlanden Burundi en Sierra Leone. De werkzaamheden van de
PBC zullen dit jaar worden voortgezet.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken