Gemeente Bedum
21 februari 2007
Het gemeentebestuur van Bedum heeft de bezwaren van een aantal
ondernemers uit Bedum ongegrond verklaard. De ondernemers kwamen in
het geweer omdat b. en w. aan een tweetal ondernemers vrijstelling
hebben verleend van de bepalingen over detailhandel in het
bestemmingsplan voor het Bedrijvenpark Boterdiep. Het college heeft,
na afweging van alle belangen, besloten de situatie te laten zoals die
is.
In mei 2006 besloot het college van Bedum onder voorwaarden positief
te besluiten op verzoeken van D. Kuiper en E. Vaatstra om zogenaamde
branchevreemde en branche-eigen volumineuze artikelen te mogen
verkopen in bedrijfspanden op het nieuwe Bedrijvenpark Boterdiep in
Bedum. Het gaat om respectievelijk een fietsenhandel en een
installatiebedrijf. Naar aanleiding van publicatie van de verleende
vrijstellingen kwamen vijf ondernemers uit Bedum en een
winkeliersvereniging uit het oude centrum in het geweer tegen de
besluiten van b. en w. Daarbij werd onder meer aangevoerd dat
(economische) belangen geschaad worden en dat er een precedentwerking
vanuit zou gaan. Burgemeester en wethouders hadden, concludeerden de
bezwaarmakers, geen vrijstelling van de bestemmingsplanbepalingen
mogen verlenen. Het college bestrijdt die zienswijze. Volgens het
college kunnen concurrentieoverwegingen in de beide gevallen alleen
bij hoge uitzondering aanleiding vormen om de gevraagde vrijstelling
te weigeren. Dat is bijvoorbeeld het geval als het verlenen van
vrijstelling leidt tot een onevenredige aantasting van de
distributieve voorzieningen in de gemeente. Van een dergelijk
aantasting is volgens het college geen sprake. De bezwaarmakers kunnen
tegen de beslissing van het college beroep aantekenen.