De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Uw brief 13 februari 2007
Doorkiesnummer Ons kenmerk AV/A&Z/2007/6104
Datum 21 februari 2007
Onderwerp
Hierbij bied ik u aan de antwoorden op vragen naar aanleiding van een schriftelijk overleg van
de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, betreffende de uitvoering van de
motie Bussemaker/de Vries over het onderbrengen van de mantelzorgers onder de werking van
de Wet kinderopvang.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Bijlage(n): Vragen en antwoorden over het onderbrengen van mantelzorgers onder de werking
van de Wet kinderopvang.
Ons kenmerk AV/A&Z/2007/6104
Bijlage bij AV/A&Z/2007/6104
Schriftelijke vragen en antwoorden naar aanleiding van een schriftelijke overleg van de
vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de uitvoering van de motie
Bussemaker/de Vries betreffende het onderbrengen van mantelzorgers onder de werking
van de Wet kinderopvang.
Vragen CDA- en PvdA-fractie
Vraag 1
Zijn mantelzorgers op de hoogte van het feit dat ze meer uren kinderopvang kunnen afnemen
dan strikt noodzakelijk voor het verrichten van arbeid?
Antwoord 1:
De voorwaarden voor de aanspraak op kinderopvangtoeslag zijn algemeen bekend.
Mantelzorgers die reeds gebruik maken van kinderopvangtoeslag omdat zij zorg en arbeid
combineren, weten dat zij bij de aanvraag niet specifiek het aantal gewerkte uren hoeven op te
geven.
Vraag 2
Worden mantelzorgers hierover actief voorgelicht? Zo ja, hoe vindt deze voorlichting plaats?
Zo neen, waarom niet?
Antwoord 2:
Mantelzorgers worden niet als aparte doelgroep over de mogelijkheden van de Wet
kinderopvang voorgelicht. Mantelzorgers maken vaak al deel uit van de beoogde gebruikers
van de Wet kinderopvang: ouders die arbeid en zorg combineren of in traject gericht op
arbeidsinschakeling zitten. Mantelzorgers staan niet als aparte groep geregistreerd en kunnen
dus niet apart worden aangeschreven. Uiteraard kunnen mantelzorgers de bestaande informatie
wel gewoon verkrijgen bij de gemeenten, de kinderdagverblijven en de belastingtelefoon. Het
ministerie van SZW verspreidt aan deze intermediairs voorlichtingsmateriaal in de vorm van
nieuwsbrieven en vlugschriften. In de nieuwsbrief van oktober 2006 is expliciet aandacht
besteed aan de mogelijkheden van de Wet kinderopvang voor mantelzorgers. Tevens zal in de
komende nieuwsbrief mede naar aanleiding van deze vragen opnieuw hieraan aandacht
worden besteed.
Vraag 3
Hoeveel uren kinderopvang worden afgenomen voor het verrichten van mantelzorg naast de
uren die worden afgenomen in verband met het verrichten van arbeid?
---
Ons kenmerk AV/A&Z/2007/6104
Antwoord 3:
Dat is niet bekend. Mantelzorgers zijn niet als aparte doelgroep herkenbaar onder de Wet
kinderopvang. De beleidsinformatie van de Belastingdienst biedt hierover geen gegevens.
Vraag 4
Is de regering bekend met het onderzoek Mantelzorg in getallen van het SCP (2003), waaruit
blijkt dat 14% van de mantelzorgers overbelast tot zeer overbelast is, onder andere doordat ze
de zorg niet kunnen combineren met andere taken en verplichtingen?
Antwoord 4:
Ja.
Vraag 5
Is bekend in welke mate het gebruik van kinderopvang verlichting biedt bij mantelzorgers
zowel met als zonder baan? Zo nee, is de regering bereid dit te (laten) onderzoeken?
Antwoord 5
Nee, dit is niet bekend. De keuze om een dergelijk onderzoek te laten uitvoeren is een taak van
het volgend kabinet.
Vraag 6
Zijn er gegevens bekend over het aantal mantelzorgers zonder baan dat gebruik maakt of wil
maken van kinderopvang en de geschatte kosten mocht deze groep een doelgroep worden
onder de Wet kinderopvang? Zo neen, is de regering bereid dit te laten onderzoeken?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Zou de regeling van de staatssecretaris van VWS die is aangekondigd bij de behandeling van
de begroting van VWS 2007 om de uitvoeringsproblemen van de fiscale korting voor
mantelzorgers op te lossen ook een oplossing kunnen zijn voor uitvoeringsproblemen
(rechtmatigheid en doelmatigheid) van het onderbrengen van mantelzorgers onder de werking
van de Wet kinderopvang? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 7
De regeling die staatssecretaris van VWS heeft aangekondigd, maakt evenals de wijze waarop
mantelzorgers nú al gebruik kunnen maken van kinderopvang gebruik van een indicatie. Een
zorgbehoevende met een persoonsgebonden budget (waarmee een arbeidsrelatie kan ontstaan
tussen zorgbehoevende en mantelzorger en dus aanspraak op kinderopvangtoeslag ontstaat) is
---
Ons kenmerk AV/A&Z/2007/6104
op voorhand geïndiceerd. Het voorstel van de staatssecretaris van VWS volgt dezelfde
methodiek.
Vraag 8
Kan een indicatie worden gegeven van de mate waarin mantelzorgers via een sociaal
medische indicatie daadwerkelijk aanspraak maken op kinderopvangtoeslag? Zijn hierover
cijfers bekend?
Antwoord 8
De sociaal medische indicatie is gedecentraliseerd naar de gemeenten. Gemeenten dragen de
volledige verantwoordelijkheid voor deze doelgroep. Over het gebruik zijn geen algemene
gegevens bekend.
Vragen SP-fractie
Vraag 9
De leden van de SP-fractie willen het grote belang van mantelzorgers en hun waarde voor de
maatschappij nog eens onderstrepen. Het gaat daarbij om sociale en economische waarde,
maar bovenal om de waarde van mantelzorgers voor hun naasten, ouders, familie en vrienden.
Deelt de regering de visie van de SP-fractie dat mantelzorgers van groot belang zijn voor onze
maatschappij?
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Er zijn naar schatting zo'n 200.000 mantelzorgers overbelast. De combinatie van het verlenen
van mantelzorg met de zorg voorkinderen draagt bij aan deze over belasting. Heeft de
regering kennis genomen van dit gegeven?
Antwoord 10
Uit het rapport van het SCP (2003) Mantelzorg in getallen, blijkt dat de belasting hoog wordt
voor diegenen die mantelzorg combineren met een betaalde baan en/of kinderen. De Wet
kinderopvang biedt bij uitstek de arbeid en zorgcombineerders de mogelijkheid om aanspraak
op kinderopvangtoeslag te maken.
Vraag 11
Deelt de regering de conclusie dat het verloren laten gaan van betrokken mantelzorgers door
niet tijdig maatregelen te treffen, uiterst onwenselijk zou zijn? Zo ja, deelt de regering de
---
Ons kenmerk AV/A&Z/2007/6104
mening dat toegankelijke kinderopvang voor mantelzorgers kan bijdragen aan de oplossing
van het probleem van overbelasting voor mantelzorgers?
Antwoord 11
De huidige Wet kinderopvang biedt de mogelijkheid van kinderopvangtoeslag aan
mantelzorgers die arbeid en zorg combineren of die mantelzorg verrichten aan iemand met
een persoonsgebondenbudget. Met deze toegankelijkheid van de kinderopvang voor
mantelzorgers kan de belasting van mantelzorgers worden verlicht.
Vraag 12
De door de Kamer breed gesteunde motie om mantelzorgers onder de Wet kinderopvang te
brengen draagt naar de mening van de leden van de SP/fractie bij aan een oplossing voor deze
overbelasting. De leden hebben de motie ook ondersteund. Ook de VNG pleit voor het
onderbrengen van de mantelzorgers onder de Wet kinderopvang. De VNG ziet mogelijkheden
om dit in de praktijk uit te voeren. Heeft de regering kennis genomen van dit standpunt van de
VNG
Antwoord 12
Ja.
Vraag 13
Is de regering bereid om in overleg met de VNG nader te onderzoeken welke mogelijkheden zij
zien?
Antwoord 13
Dit is een taak van het volgende kabinet.
Vraag 14
Wat is het oordeel van de regering over de mogelijkheid om mantelzorgers als gemeentelijke
doelgroep aan te wijzen, vergelijkbaar met de doelgroep ouders met kinderen waarvoor
kinderopvang op medische gronden noodzakelijk is.
Antwoord 14
De regering oordeelt over deze mogelijkheid dat daarmee de mantelzorgers buiten de Wet
kinderopvang zouden worden geplaatst, conform het aangedragen voorbeeld van de SMI-
doelgoep. De SMI-doelgroep valt onder de volledige verantwoordelijkheid van de gemeenten
en is géén onderdeel van de Wet kinderopvang. Deze mogelijkheid zou een wetswijziging
betekenen. Dit is een taak van het volgende kabinet.
---
Ons kenmerk AV/A&Z/2007/6104
Vraag 15
Een van de argumenten om de motie niet uit te voeren is het argument dat mantelzorgers nu
reeds meer uren kinderopvang kunnen afnemen dan strikt noodzakelijk is voor het verrichten
van arbeid. Echter, dit is niet van toepassing voor mantelzorgers zonder betaalde baan. Kan
de regering een reactie geven op dit feit en uiteenzetten hoe zij denkt de overbelasting van niet
werkende mantelzorgers met kinderen aan te pakken.
Antwoord 15
Voor mantelzorgers zonder betaalde baan die mantelzorg verrichten aan een zorgvrager die
daarvoor een persoongebondenbudget ontvangt, kan de Wet kinderopvang bijdragen aan het
bestrijden van die overbelasting. De mantelzorger kan betaald worden met dit
persoonsgebondenbudget. Op dat moment is er sprake van een arbeidsrelatie en kan de
mantelzorger aanspraak maken op kinderopvangtoeslag.
Vraag 16
Ook het persoonsgebondenbudget (pgb) wordt als mogelijkheid genoemd door de regering.
Hoe verhouden zich echter de kosten van de kinderopvang met de ontvangsten van een pgb?
Antwoord 16
In deze situatie wordt de mantelzorger betaald uit het persoonsgebondenbudget. Dit inkomen
wordt onderdeel van het toetsingsinkomen van het huishouden van de mantelzorger. De
bijdrage van de overheid aan kinderopvang is inkomensafhankelijk.
Vraag 17
Is met een pgb de formele kinderopvang te bekostigen. Of zouden ouders via de Wet
kinderopvang de kosten van kinderopvang beter gecompenseerd zien?
Antwoord 17
Via de pgb-constructie worden ouders door de Wet kinderopvang gecompenseerd. Zie vraag
16.
Vragen PVV-fractie
Vraag 18
De leden van de fractie van de PVV sluiten zich aan bij het standpunt van de regering dat er
geen noodzaak bestaat mantelzorgers als nieuwe doelgroep onder te brengen onder Wet
kinderopvang. De leden van de fractie van de PVV zijn tegen het creëren van extra
regelgeving. Deelt de regering de mening dat het uitgangspunt van de Wet kinderopvang de
combinatie arbeid en zorg moet zijn?
---
Ons kenmerk AV/A&Z/2007/6104
Antwoord 18
Ja.
Vragen ChristenUnie-fractie
Vraag 19
Biedt de huidige wetgeving voldoende mogelijkheden voor alle mantelzorgers om gebruik te
maken van kinderopvang?
Antwoord 19
De huidige wetgeving biedt juist de zwaar belaste groep mantelzorgers die mantelzorg met een
baan en kinderen combineren de mogelijkheid om gebruik te maken van kinderopvangtoeslag.
Vraag 20
Wat is voor de regering de doorslaggevende reden om af te zien van uitvoering van de motie?
Antwoord 20
Het overgrote deel van de mantelzorgers kan gebruik van kinderopvangtoeslag, zonder een
fundamentele wetswijziging met de afbakeningsproblematiek van de groep "mantelzorgers".
Vraag 21
Tot welke problemen leidt uitvoering van de motie op korte termijn?
Antwoord 21
Het verder vergroten van het bereik onder mantelzorgers vergt wetswijziging met
afbakeningsproblematiek van de groep "mantelzorgers". De Belastingdienst/Toeslagen heeft
aangegeven dat het niet realistisch is om stelselwijzigingen per 1-1-2008 in te voeren.
Vraag 22
Zijn deze problemen oplosbaar?
Antwoord 22
Eventuele aanpassingen van het huidige stelsel moeten afgewogen worden door het nieuwe
kabinet.
Vraag 23
Op welke termijn is uitvoering wel mogelijk?
Antwoord 23
Zie het antwoord op vraag 21 en 22.
---
Ons kenmerk AV/A&Z/2007/6104
Vraag 24
Leidt de uitvoering van de motie Bussemaker/de Vries tot dezelfde problematische
rechtmatigheids en doelmatigheidsaspecten zoals aangegeven bij het amendement van Van der
Vlies betreffende de mantelzorgkorting (30306, nr.30)?
Antwoord 24
Evenals bij het amendement Van der Vlies is er sprake van problemen bij de rechtmatigheids-
en doelmatigheidsaspecten bij het verder vergroten van het bereik onder mantelzorgers. De
mate waarin is afhankelijk van de vormgeving. Dit wordt overgelaten aan het nieuwe kabinet.
Vraag 25
Zou aan deze aspecten langs een andere weg kunnen worden tegemoetgekomen?
Antwoord 25
Dit zou een fundamentele afweging en verandering van de Wet kinderopvang vergen. Dit is
aan een volgend kabinet.
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid