Algemene Onderwijsbond

Persbericht

AOb:Onjuist beeld nav rapport over schooladvies en etniciteit in Amsterdam

Leraren kunnen heel goed een schooladvies geven aan kinderen van groep 8

Utrecht - De Algemene Onderwijsbond is ervan overtuigd dat leerkrachten in het primair onderwijs zeer goed in staat zijn in te schatten welke mogelijkheden een leerling heeft in het voortgezet onderwijs. Dit in tegenstelling tot de berichten naar aanleiding van een rapport van de gemeente Amsterdam over basisschooladviezen en etniciteit die suggereren dat allochtonen leerlingen een lager advies krijgen van de school. Liesbeth Verheggen, bestuurslid van de AOb: "Iedereen die dat beweert heeft het rapport niet gelezen. Er staat namelijk: 'bij de totale groep citotoets-deelnemers is er in de categorie onderadvisering geen sprake van verschillen tussen etnische groepen'"

Het beeld dat nu ontstaat dat allochtonen en masse een lager advies krijgen is onjuist. De conclusies van het rapport zijn kraakhelder. Over de gehele linie is er geen systematisch onderadvisering bij tussen verschillende etnische groepen. Het rapport zegt: '... geconstateerd kan worden dat het basisschooladvies ten opzichte van de citoscore voor alle groepen op dezelfde wijze functioneert....” Een advies van een leraarkracht kan afwijken van de citoscore. Hierover concludeert het rapport het volgende: 1. Bij 40% van de leerlingen is sprake van een overadvisering waarbij de allochtone groepen oververtegenwoordigd zijn;
2. Bij 38% van de leerlingen is er sprake van een met de citoscore overeenkomstig basisschooladvies waarbij de groep Nederlanders oververtegenwoordigd is; 3. Bij 22% van de leerlingen is sprake van onderadvisering waarbij er nauwelijks verschil is tussen de diverse etnische groepen. Als we kijken naar de totale populatie cito-deelnemers is er in de categorie onderadvisering geen sprake van verschillen tussen etnische groepen. In de categorie overadvisering geldt dat dit bij allochtonen vaker voorkomt.

Liesbeth Verheggen maakt zich boos over het feit dat mensen buiten het onderwijs nu opnieuw naar de scholen wijzen en roepen dat het allemaal zo slecht is. "Een citoscore is maar een citoscore. Een leerkracht heeft gedurende lange tijd het kind kunnen volgen en betrekt meerdere factoren bij het geven van een advies. Zo kijkt een basisschoolleerkracht naar hoe een leerling functioneert in een groep, hoe de werkhouding is, hoeveel doorzettingsvermogen het kind heeft, en niet onbelangrijk welke mogelijkheden de thuissituatie biedt om het voortgezet onderwijs met goed gevolg te doorlopen. En het is niet zo dat de thuissituatie van allochtonen kinderen per definitie minder mogelijkheden biedt. Sterker nog, in de categorie overadvisering scoren Marokkaanse en Surinaamse kinderen hoger dat autochtonen kinderen!" Veel interessanter is om te kijken naar de rol van sociaal economische factoren. Blijkbaar hebben de sociaal zwakkeren of dat nou allochtonen of autochtonen zijn, minder mogelijkheden om voor een kind een dusdanig klimaat te scheppen dat hun kinderen op een havo of vwo niveau kunnen komen. Minder in ieder geval dan kinderen met hoogopgeleide ouders."

Liesbeth vindt het schadelijk dat mensen van buiten het onderwijsveld nu roepen dat leraren kinderen van allochtone afkomst benadelen. Een onderzoek van de onderwijsinspectie is ook niet nodig. "Op basis van een uit zijn verband gerukte passage in een conceptrapport conclusies trekken en presenteren als harde feiten doet het onderwijs in Nederland en iedereen die iedere dag als onderwijzer of onderwijsondersteuner met kinderen bezig is, geen goed. Lees dan eerst het rapport goed."


----------
AOb, sterk in onderwijs. Meer informatie: www.aob.nl