European Union



IP/07/209

Brussel, 21 februari 2007

Mededinging: de Commissie legt deelnemers aan kartel op het gebied van liften en roltrappen geldboeten op van ruim 990 miljoen euro

De Europese Commissie heeft de concerns Otis, KONE, Schindler en ThyssenKrupp boeten opgelegd van 992 miljoen euro voor hun deelname aan kartel inzake de installatie en het onderhoud van liften en roltrappen in België, Duitsland, Luxemburg en Nederland, deze kartels vormden een duidelijke schending van de regels van het EG-Verdrag op grond waarvan beperkende ondernemerspraktijken verboden zijn (artikel 81). In de beschikking worden 17 dochterondernemingen van de bovengenoemde concerns genoemd, evenals Mitsubishi Elevator Europe B.V. dat aan het Nederlandse kartel deelnam. Liften en roltrappen nemen een belangrijke plaats in in het moderne stadsleven - Otis raamt dat het equivalent van de gehele wereldbevolking elke negen dagen gebruik maakt van zijn liften, roltrappen en rolpaden. Bedoelde ondernemingen maakten zich, tenminste van 1995 tot 2004 schuldig aan het knoeien met offertes voor opdrachten, het vaststellen van prijzen en de onderlinge verdeling van projecten, het verdelen van markten en het uitwisselen van commercieel belangrijke en vertrouwelijke informatie. De gevolgen van deze kartels kunnen nog 20 tot 50 jaar doorwerken omdat het onderhoud dikwijls wordt verzorgd door de ondernemingen die de uitrusting hebben geïnstalleerd; door een kartel met betrekking tot de installatie van uitrusting op te zetten verstoorden de ondernemingen de markten voor vele jaren. Aan de dochterondernemingen van KONE werd op grond van de clementieregeling van de Commissie volledige immuniteit tegen geldboeten verleend met betrekking tot de kartels in België en Luxemburg, omdat zij als eersten informatie over deze kartels verstrekten. Ook Otis Nederland heeft volledige immuniteit verkregen met betrekking tot het Nederlandse kartel. De geldboeten die aan de ondernemingen van ThyssenKrupp werden opgelegd werden met 50% verhoogd omdat deze onderneming een recidivist is. Dit zijn de hoogste boetes die ooit door de Commissie voor kartelovertredingen zijn opgelegd.

Neelie Kroes, lid van de Commissie voor Concurrentie, verklaarde: "Het is schandalig dat de bouw- en onderhoudskosten van gebouwen, inclusief ziekenhuizen, door deze kartels kunstmatig zijn verhoogd. De bestuursleden van deze ondernemingen op nationaal niveau wisten dat het verkeerd was wat zij deden, maar zij probeerden hun praktijken geheim te houden en gingen er hoe dan ook mee door. De schade die deze kartels hebben veroorzaakt zal nog vele jaren doorwerken omdat de kartels niet alleen betrekking had op de aanvankelijke levering maar ook op het daaropvolgende onderhoud van liften en roltrappen - daarom moet deze boete de ondernemingen net zo lang heugen."

De Commissie heeft het onderzoek op eigen initiatief gestart op basis van informatie die onder haar aandacht werd gebracht. Hierop werden in januari 2004 onaangekondigde inspecties gehouden in de lokalen van lift- en roltrappenproducenten in heel Europa. In reactie op deze inspecties dienden veel ondernemingen verzoeken in om immuniteit tegen geldboeten of om een vermindering van geldboeten ingevolge de clementieregeling van de Commissie van 2002 (zie IP/02/247 en MEMO/02/23).

De kartels

Uit het tijdens de inspecties aangetroffen materiaal blijkt dat de ondernemingen deelnamen aan onwettige kartels in België, Duitsland, Luxemburg en Nederland. Dit werd bevestigd door talrijke documenten en verklaringen van de indieners van clementieverzoeken.

De ondernemingen verdeelden aanbestedingen en andere contracten voor de verkoop, de installatie, het onderhoud en de modernisering van liften en roltrappen met het doel marktaandelen te bevriezen en prijzen vast te stellen. Tevens werden bedrijfsgeheimen en vertrouwelijke informatie over biedgedrag en prijzen tussen de deelnemers aan de kartels uitgewisseld. Tot de projecten waarbij van fraude sprake was behoorden projecten voor liften en roltrappen voor ziekenhuizen, stations, winkelcentra en kantoorgebouwen.

De verdeling van projecten gebeurde in alle vier de lidstaten op dezelfde wijze. De ondernemingen lichtten elkaar in over aanbestedingen en coördineerden hun offertes overeenkomstig vooraf overeengekomen quota's. Er werden door de ondernemingen die niet geacht werden de opdracht in de wacht te slepen, nepoffertes ingediend die te hoog waren om te worden aanvaard om de indruk te wekken dat er van daadwerkelijke mededinging sprake was. De ondernemingen hielden bijgewerkte projectlijsten bij voor België, Duitsland en Luxemburg en wisselden deze onderling uit. In Duitsland en Nederland werd dikwijls overeengekomen dat de onderneming die langdurige of goede contacten had met een bepaalde klant de meeste contracten met die klant moest krijgen; dit werd door de ondernemingen het beginsel van de "bestaande klant" genoemd.

In alle vier de kartels namen leidinggevende personen (zoals managing directors, sales en services directors en het hoofd van klantenafdelingen) deel aan regelmatige bijeenkomsten en discussies. Er zijn bewijzen dat de ondernemingen wisten dat hun gedrag onwettig was en zij voorzorgsmaatregelen namen om ontdekking te voorkomen; zij ontmoetten elkaar gewoonlijk in bars en restaurants, zij reisden naar het platteland of zelfs naar het buitenland, en zij gebruikten pre-paid telefoonkaarten om opsporing te voorkomen.

In hun antwoord op de mededeling van punten van bezwaar van de Commissie betwistten de ondernemingen de door de Commissie vastgestelde feiten niet, en geen van hen verzocht om een hoorzitting.

Geldboeten

Deze gedragingen vormen een zeer ernstige inbreuk op de antitrustregels van het EG-Verdrag. In de geldboeten komt de omvang van de productmarkten, de duur van de kartels en de omvang van de betrokken ondernemingen tot uiting. De boeten voor de relevante ondernemingen van ThyssenKrupp werden met 50% verhoogd, omdat deze onderneming recidiveert.

De Commissie heeft de gewoonte haar beschikkingen aan alle rechtspersonen te richten die voor het onwettige gedrag verantwoordelijk zijn. Volgens vaste rechtspraak maken, indien de moederonderneming binnen een concern beslissende invloed uitoefent op het commerciële gedrag van haar dochteronderneming, beiden deel uit van dezelfde economische entiteit. Verondersteld kan worden dat een moederonderneming beslissende invloed uitoefent op haar volledige dochteronderneming. De wettelijke aansprakelijkheid voor de inbreuk en de ermee samenhangende boete kunnen zowel aan de dochteronderneming worden toegekend die daadwerkelijk aan het kartel heeft deelgenomen als aan de moederonderneming of -ondernemingen die een beslissende invloed uitoefenden op het commerciële gedrag van die dochteronderneming in de betrokken periode.

Door de Commissie opgelegde boeten en toegekende verminderingen:

Naam en vestigingsplaats van de onderneming
Vermindering (%)**
Vermindering
(euro)
Geldboete*
(euro)
Totale geldboete voor groep (euro)
KONE

KONE Belgium S.A., België
100
70 000 000
0

KONE GmbH, Duitsland
50 + 1
63 630 000
62 370 000

KONE Luxembourg S.à.r.l., Luxemburg
100
4 500 000
0

KONE B.V. Liften en Roltrappen, Nederland
0
0
79 750 000

Totaal voor KONE

142 120 000

Mitsubishi Elevator Europe B.V., Nederland
0 + 1
18 600
1 841 400

Otis

N.V. Otis S.A., België
40 + 1
32 611 950
47 713 050

Otis GmbH & Co OHG, Duitsland
25 + 1
55 156 500
159 043 500

General Technic-Otis S.à.r.l., Luxemburg***
40 + 1
12 423 600
18 176 400

Otis B.V., Nederland
100
108 035 000
0

Totaal voor Otis

224 932 950

Schindler

Schindler S.A./N.V., België
0 + 1
700 000
69 300 000

Schindler Deutschland Holding GmbH, Duitsland
15 + 1
4 041 750
21 458 250

Schindler S.à.r.l., Luxemburg
0 + 1
180 000
17 820 000

Schindler Liften B.V., Nederland
0 + 1
355 250
35 169 750

Totaal voor Schindler

143 748 000

ThyssenKrupp****

ThyssenKrupp Liften Ascenseurs N.V./S.A., België 20 + 1
18 018 000
68 607 000

ThyssenKrupp Aufzüge GmbH and ThyssenKrupp Fahrtreppen GmbH, Duitsland*****
0 + 1
3 780 000
374 220 000

ThyssenKrupp Ascenseurs Luxembourg S.à.r.l., Luxemburg 0 + 1
135 000
13 365 000

ThyssenKrupp Liften B.V., Nederland
40 + 1
16 047 150
23 477 850

Totaal for ThyssenKrupp

479 669 850

TOTAAL

992 312 200

(*) Aan de onderneming opgelegde boete. De volgende moederondernemingen worden met hun respectievelijke nationale dochterondernemingen ieder hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de inbreuk en de voldoening van de daarmee samenhangende boeten: voor de ondernemingen van het Kone-concern: KONE Corporation; voor de ondernemingen van het Otis-concern: United Technologies Corporation en Otis Elevator Company; voor de ondernemingen van het Schindler-concern: Schindler Holding Ltd; en voor de ondernemingen van het ThyssenKrupp-concern: ThyssenKrupp AG en ThyssenKrupp Elevator AG.

(**) Vermindering (in %) toegekend ingevolge de clementieregeling + vermindering (in %) voor samenwerking buiten de clementieregeling om, indien van toepassing.

(***) General Technic-Otis S.à.r.l. (GTO) opereert onder de gezamenlijke zeggenschap van haar twee moederondernemingen, N.V. Otis S.A. en General Technic S.à.r.l. die derhalve samen met GTO ieder hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor het kartel in Luxemburg.

(****) In haar beschikking van 21 januari 1998 (IP/98/70), had de Commissie ThyssenStainless AG (TKS) een boete opgelegd voor haar eigen gedragingen en voor de gedragingen van Thyssen Stahl GmbH voor deelname aan een kartel in de sector roestvrij staal (Voorts werd een boete opgelegd aan een andere onderneming die door Krupp Stahl werd gecontroleerd. Wat het deel van de geldboete met betrekking tot de inbreuk van Thyssen Stahl betreft, werd de beschikking op 20 december 2006 (IP/06/1851) opnieuw goedgekeurd.) Omdat ThyssenKrupp recidiveert werden de boeten die bij de onderhavige beschikking aan de ondernemingen van ThyssenKrupp werden opgelegd, met 50% verhoogd. ThyssenKrupp AG, de moederonderneming van alle ondernemingen van de Thyssen Group ten aanzien waarvan in deze beschikking wordt vastgesteld dat zij inbreuken hebben begaan, is de rechtsopvolger van zowel Thyssen Stahl als Krupp Stahl.

(*****) Elk hoofdelijk aansprakelijk

Schadeclaims

Personen of ondernemingen die schade hebben ondervonden van de concurrentieverstorende praktijken zoals in deze zaak omschreven, kunnen bij de nationale rechter een verzoek tot schadevergoeding indienen, waarbij zij de gegevens van de gepubliceerde beschikking als bewijs kunnen aanvoeren dat deze praktijken hebben plaatsgevonden en dat zij onwettig waren. Zelfs indien de Commissie de betrokken ondernemingen geldboeten heeft opgelegd, kan toch schadevergoeding worden toegekend zonder dat deze hoeft te worden verlaagd omdat de Commissie al een geldboete heeft opgelegd. Er is een Groenboek over private handhaving gepubliceerd (zie IP/05/1634 en MEMO/05/489).

Voor nadere informatie over het optreden van de Commissie tegen kartels, zie MEMO/07/70.