Provincie Noord-Brabant


Brabantlaan 1
Postbus 90151
5200 MC 's-Hertogenbosch
Telefoon (073) 681 28 12
Fax (073) 614 11 15
info@brabant.nl
www.brabant.nl
Bank ING 67.45.60.043
Postbank 1070176



|Datum         |
|22 februari   |
|2007          |
|Nummer        |
|45            |

Op 1 januari 2.418.700 inwoners

Brabantse bevolking groeit amper nog


In 2006 is de bevolking van Noord-Brabant met slechts 2.800 personen (0,1%) toegenomen. Gemeten vanaf 1950 lag de bevolkingsgroei niet eerder zo laag. Vanaf 2000 is deze groei in rap tempo verminderd. Een geringere natuurlijke aanwas en negatieve migratiesaldi zijn hiervan de oorzaak. Omdat de woningbouwproductie in Brabant weer aantrekt, mogen de komende jaren weer iets hogere migratiesaldi verwacht worden. Toch zal, door de verdere afname van de natuurlijke aanwas, de bevolkingsgroei in onze provincie ook de komende jaren beperkt zijn en op termijn omslaan in bevolkingskrimp. Op 1 januari 2007 telt Brabant 2.418.700 inwoners.


Minder geboorten, meer sterfgevallen
In de afgelopen jaren is de natuurlijke aanwas (het verschil tussen het aantal geboorten en sterfgevallen) duidelijk afgenomen, tot 6.800 in 2006. Hierbij speelt vooral het teruggelopen aantal geboorten een rol: van ruim 30.000 in 2000 naar 26.000 in 2006. Deze afname zal zich de komende jaren doorzetten, omdat als gevolg van het kleiner aantal geboorten in de jaren '80, ook het aantal potentiële moeders kleiner wordt.
Het aantal sterfgevallen in Brabant schommelt de laatste jaren tussen de 19.000 en 20.000. De omvangrijke naoorlogse geboortegeneraties zullen in de eerste decennia van deze eeuw echter tot een sterke toename van het aantal overledenen leiden, tot ruim 30.000 vanaf 2030. Kort na 2020 zal de natuurlijke aanwas, vooral als gevolg van de vergrijzing, omslaan in een natuurlijke afname. Het aantal sterfgevallen overtreft vanaf dat moment het aantal geboorten. Zoals uit de jongste provinciale bevolkings- en woningbehoeftenprognose (uit 2005) blijkt, kunnen de verwachte (licht) positieve migratiesaldi een bevolkingsafname nog even voorkomen, maar tegen 2030 zal de Brabantse bevolking gaan krimpen om in 2050 uit te komen op een omvang van 2.410.000 mensen, vrijwel gelijk aan die van vandaag de dag.

Van vestigings- naar vertrekoverschotten
De belangrijkste oorzaak van de sterk teruggelopen bevolkingsgroei ligt in de ontwikkeling van het migratiesaldo. Opvallend hierbij is dat het beeld van Brabant als een provincie met (forse) vestigingsoverschotten in korte tijd sterk veranderd is. Kende Brabant in de tweede helft van de jaren '90 en aan het begin van deze eeuw nog sterk positieve migratiesaldi (gemiddeld jaarlijks ca. +6.000), de laatste vijf jaren beheersen vertrekoverschotten het beeld. Negatieve saldi kende Brabant voor het laatst aan het begin van de jaren '80.
In 2006 heeft Brabant voor het vijfde jaar op rij een negatief migratiesaldo. Zowel het binnenlandse als het buitenlandse migratiesaldo is negatief. In 2006 ligt de binnenlandse vestiging in Brabant, berekend op basis van de verhuisbewegingen tussen alle gemeenten in ons land, op 85.100 personen. De vertrekstroom omvat 86.100 personen. Duidelijk is dat de verhuismobiliteit ook in 2006 weer duidelijk hoger ligt dan in de voorgaande jaren. Vaak wordt dit gezien als een teken dat de economie en daarmee ook de woningmarkt weer aantrekt. Omdat de Brabantse woningmarkt duidelijk tekenen van herstel vertoont, wordt de eerstkomende jaren weer een (licht) positief binnenlandse migratiesaldo verwacht.


Minder immigratie, meer emigratie
Met name het buitenlandse migratiesaldo is duidelijk negatief (-3.500 in 2006). De buitenlandse migratie-ontwikkelingen in Brabant sluiten nauw aan op het landelijke beeld, waarbij de immigratie een stuk lager ligt dan enkele jaren geleden en de emigratie juist is toegenomen. In Brabant ligt het aantal immigranten in 2006 op 13.300, zo'n 3.000 lager dan in de recordjaren rond de eeuwwisseling. Het aantal emigranten daarentegen is in dezelfde periode opgelopen van 12.000 naar bijna 17.000. In vergelijking tot voorgaande jaren komen er dus minder mensen vanuit het buitenland naar Brabant, terwijl er juist meer vertrekken. Verwacht wordt wel - en in 2006 is dat beeld ook al terug te zien in de cijfers - dat wanneer de economie verder aantrekt, het aantal (arbeids)migranten weer zal toenemen, vooral uit (nieuwe) EU-landen.

Verdere concentratie van de bevolking in stedelijke regio's
Kennen de stedelijke regio's in 2006 nog een bevolkingsgroei van 2.675, het inwonertal van de landelijke regio's daarentegen is met amper 100 toegenomen. Er is sprake van een (voortgaande) concentratie van de bevolking in het stedelijk gebied.
De laatste vijf jaren is de bevolking in de landelijke regio's nauwelijks nog gegroeid. Negatieve migratiesaldi worden hier vaak niet meer gecompenseerd door de natuurlijke aanwas. Van alle (40) landelijke gemeenten in Brabant hebben er 30 (75%) in 2006 te maken met negatieve migratiesaldi. 19 landelijke gemeenten (ruim 60%) wordt geconfronteerd met een bevolkingsafname. Van de (28) stedelijke gemeenten hebben er 20 (70%) in 2006 een negatief migratiesaldo. 13 gemeenten (45%) in de stedelijke regio's zien hun bevolkingsomvang afnemen.

Middenmoter
De groei van de Brabantse bevolking ligt in 2006 net onder het landelijke gemiddelde, 0,11% vs. 0,14%. Daarmee bevindt Brabant zich in de middenmoot. Een verhoudingsgewijs sterke groei treffen we aan in de provincies Flevoland (1%) en Utrecht (0,9%). Vier provincies kennen daarentegen in 2006 (al) een negatieve bevolkingsgroei: in Friesland en Groningen (beide -100) en met name in Zuid-Holland (-5.100) en Limburg (-4.500) neemt de bevolking in absolute zin af.