DirectoraatGeneraal Wonen
Directie Beleidsontwikkeling
Rijnstraat 8
Postbus 20951
2500 EZ Den Haag
Interne postcode 220
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten Generaal Telefoon 0703392150
Postbus 20018 Fax 0703391253
2500 EZ Den Haag www.vrom.nl
De stand van zaken in het corporatiedossier, de huurprijsontwikkeling en
aanbieding van enkele stukken
Datum Kenmerk
DBO2007013294
Geachte Voorzitter,
In de afgelopen maanden heeft mijn ministerie, aansluitend op hetgeen ik in overleggen met de vaste
commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heb toegezegd, zich ingespannen
om in een aantal dossiers flinke stappen vooruit te zetten. In deze brief wil ik kort ingaan op de stand van
zaken bij die verschillende dossiers. Ik maak van die gelegenheid gebruik om u daarbij een aantal
rapporten en adviezen toe te zenden.
Het antwoord aan de samenleving van de wooncorporaties
Bij brief van 1 november 2006 (kamerstukken II, 30128, nr. 12) is aan uw Kamer een toekomstverkenning
inzake de stedelijke vernieuwing aangeboden. Het beeld van de opgaven voor de komende tijd is, kort
gezegd, dat de stedelijke vernieuwing, ondanks de inspanningen in de afgelopen jaren, een blijvende
opgave is en hoge prioriteit vergt. Voorkómen moet worden dat de kloof tussen aantrekkelijke en
achtergebleven wijken groter wordt, om huishoudens in laatstgenoemde wijken perspectieven te (blijven)
bieden op aansluiting bij en volwaardige deelname aan de samenleving. Stedelijke vernieuwing kan het
verschil maken door een samenhangende fysieke en sociale aanpak. Die inzet moet worden
geïntensiveerd en verbonden met de sociaaleconomische agenda. Bij die inzet, en dat is essentieel, is
een onorthodoxe aanpak noodzakelijk, waarbij partijen op de terreinen van het wonen, werken, leren en
veiligheid tot vitale coalities komen om samen met bewoners te werken aan een nieuw perspectief.
Die aanpak is nodig in circa 140 achterstandswijken waar fysieke en sociale problemen gaan ontstaan of
inmiddels cumuleren en (verder) afglijden moet worden voorkomen. In zo'n 40 wijken is de situatie
inmiddels zo ernstig dat een sociale herovering nodig is. Een focus op deze wijken is nodig. De komende
tijd zullen, op basis van het reeds verrichte voorwerk, de criteria op basis waarvan deze wijken worden
bepaald definitief moeten worden vastgesteld.
Gezien het vaak omvangrijke bezit van wooncorporaties in deze wijken zijn de wooncorporaties cruciale
partijen om deze aanpak in de komende jaren tot een succes te maken. Daarom is in de afgelopen
maanden intensief overlegd met zowel de wooncorporatiesector als met individuele
wooncorporaties over de manier waarop de wooncorporaties, samen met de andere betrokken partijen, op
korte termijn hierin tot een versnelling en intensivering kunnen komen. In deze gesprekken is ook
nadrukkelijk gesproken over de opgaven op het vlak van de blijvend noodzakelijke woningproductie om
ruimte te creëren op de woningmarkt. Daarnaast is, in het licht van de klimaatdoelstellingen maar ook
vanwege de stijgende energielasten voor huurders, gesproken over de opgaven in de energiebesparing in
de woningsector, en ook in bredere zin over het waarborgen van de betaalbaarheid van het huren.
De financiële mogelijkheden van de wooncorporatiesector op basis van hun vermogen spelen een
belangrijke rol. De laatste jaren is de discussie over de inzet van de vermogens van wooncorporaties
toegenomen. In uw Kamer is diverse malen gesproken over wegen waarlangs deze inzet kan worden
vergroot. Mijn ambtsvoorganger heeft in haar brieven van 12 december 2005 (kamerstukken II, 29 453, nr.
30) en 21 september 2006 (kamerstukken II, 29453, nr. 55) aan uw Kamer een samenhangend pakket aan
voorstellen neergelegd. Zowel in uw Kamer als daarbuiten groeide intussen de behoefte aan concrete
voornemens van de wooncorporatiesector die reeds op korte termijn leiden tot een substantiële inzet van
de financiële mogelijkheden van wooncorporaties voor de opgaven in de steden, wijken en dorpen, op het
vlak van de fysieke en sociale leefkwaliteit en de betaalbaarheid.
In de gesprekken in de afgelopen maanden met zowel individuele wooncorporaties als met
brancheorganisatie Aedes is het daarom de inzet van mijn ministerie geweest dat de wooncorporaties
laten zien welke inspanningen zij voor de komende jaren willen plegen die recht doen aan hun positie als
maatschappelijk ondernemer, de voorliggende opgaven en de financiële mogelijkheden die de sector kent.
Dat zou moeten leiden tot een echte stap vooruit. Daartoe zijn de wooncorporaties uitgedaagd zelf te
komen met een dienovereenkomstig aanbod. Dit heeft onder de daadkrachtige regie van Aedes, geleid tot
het `Antwoord aan de samenleving van de wooncorporaties verenigd in Aedes' d.d. 31 januari 2007. Het
bevat de inzet van de corporatiesector op de hiervoor genoemde belangrijke dossiers, te weten de
woningproductie, de wijk en buurtaanpak, de betaalbaarheid, energiebesparing en het onderdak helpen
van kwetsbare doelgroepen.
Voor de manier waarop dit `antwoord' in relatief korte tijd tot stand is gekomen, en de niet te onderschatten
inspanningen die het bevat, verdient de sector alle lof. Ik stuur u dan ook met genoegen het `Antwoord aan
de samenleving' bijgaand toe.
de inrichting van en regels ten aanzien van het wooncorporatiestelsel
In een Algemeen Overleg op 11 oktober 2006 over fusies van wooncorporaties heb ik met uw Kamer
geconstateerd dat het van belang is om tot een definitief en samenhangend oordeel te komen over de
inrichting van het wooncorporatiestelsel. Er is u toegezegd dat dat zou gebeuren op basis van de
vorenvermelde brieven van mijn ambtsvoorganger en rekening houdend met de daarbij door mijn
ambtsvoorganger aan uw Kamer toegezegde adviezen van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en het
Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) over de meest geëigende scheiding tussen de activiteiten
met en zonder staatssteun bij de corporatie (juridische versus administratieve scheiding). U treft deze
adviezen bijgaand ter informatie aan.
In de afgelopen maanden is in de corporatiesector bovendien gewerkt aan een verbeterde Aedescode
(met daaraan gekoppeld een governancecode) die beginselen bevat voor het goed uitoefenen van het
maatschappelijk ondernemerschap door wooncorporaties. Deze code is inmiddels in de sector aanvaard
en in werking getreden.
Ik heb in voornoemd Algemeen Overleg aangegeven dat het in het voornemen lag om, rekening houdend
met deze ontwikkelingen, in de loop van februari 2007 uw Kamer een brief aan te bieden met de
voorgestelde inrichting van het wooncorporatiestelsel en tegelijkertijd ook uw Kamer voorstellen te doen
Ministerie van VROM DBO2007013294 Pagina 2/4
over de inrichting van het bijbehorende toezicht. Hoewel in de afgelopen periode op mijn departement is
gewerkt aan de invulling van deze voornemens, acht ik het niet meer op mijn weg liggen uw Kamer
hierover voorstellen te doen.
Dat geldt evenzeer voor de aan uw Kamer toegezegde wijziging van de toetsingscriteria inzake fusies van
wooncorporaties, zoals besproken in voornoemd Algemeen Overleg. Hoewel deze circulaire thans in een
afrondend stadium verkeert, acht ik het een verantwoordelijkheid van mijn ambtsopvolger deze circulaire
uit te brengen. Ik heb daarbij goede notie genomen van het verzoek van uw Kamer van 9 februari jl. om zo
spoedig mogelijk deze nieuwe toetsingscriteria aan uw Kamer aan te bieden.
Voorts lag het in mijn voornemen (en dat van mijn ambtsvoorganger) uw Kamer rond deze tijd een brief te
zenden inzake de salarisontwikkeling bij corporatiebestuurders, medewerkers en toezichthouders in het
verslagjaar 2005. Deze brief is aangehouden met het oog op een nog op te stellen kabinetsreactie naar
aanleiding van het advies van de commissie Dijkstal inzake de normering van salarissen in de semi
publieke sector, welke ook betrekking zal hebben op de corporatiesector.
Tenslotte lag het in het voornemen een tweetal circulaires uit te brengen.
Ten eerste betrof het een circulaire inzake de sturing van de prestaties van wooncorporaties, inclusief de
concrete invulling van de zogeheten investeringsdoelstelling, zoals voorgesteld in de voornoemde brief van
12 december 2005. Deze circulaire en met name de invulling van de investeringsdoelstelling is thans nog
niet gereed. Deze circulaire moet inmiddels ook in perspectief worden gezien van de inspanningen op
grond van het `Antwoord aan de samenleving' en de voornemens van een nieuw kabinet.
Ten tweede betrof het een circulaire zoals toegezegd door mijn ambtsvoorganger inzake de begrenzing
van de mogelijkheden tot investeren door wooncorporaties over de Nederlandse grens, met als aanleiding
de casus Luik. Deze circulaire zal naar verwachting in de komende maanden worden uitgebracht.
enkele rapporten
Ik maak van de gelegenheid gebruik uw Kamer enkele rapporten toe te zenden. Dit betreft:
1. Drie rapporten inzake de wooncorporatiesector, welke voortvloeien uit de jaarlijkse toezendverplichting
van artikel 43a van het Besluit beheer sociale huursector. Het betreft:
a. `Toezichtsverslag sociale huursector 2005' van de VROMinspectie
b. `Prestatieovereenkomsten tussen gemeenten en wooncorporaties. Analyse van de
overeenkomsten in 2006. Analyse van de voorgenomen activiteiten van wooncorporaties in
20042006' van Severijn BV in opdracht van VROM
c. `Verslag financieel toezicht wooncorporaties, verslagjaar 2005' van het Centraal Fonds
Volkshuisvesting (CFV). Daarbij wordt opgemerkt dat het `Sectorbeeld wooncorporaties 2005'
van het CFV reeds in december 2006 aan Uw Kamer is aangeboden.
2. De individuele oordeelsbrieven aan de wooncorporaties van 30 november 2006 over het verslagjaar
2005, inclusief de prestatieindex.
Ik beschouw het vellen van een oordeel over de beleidsmatige implicaties van deze rapporten als een
verantwoordelijkheid van mijn ambtsopvolger.
Ministerie van VROM DBO2007013294 Pagina 3/4
de huurprijsontwikkeling
Tenslotte meld ik u dat op mijn departement de benodigde stappen in gang zijn gezet ten behoeve van de
regelgeving inzake het maximale huurverhogingspercentage per 1 juli 2007 voor alle woningen en inzake
de maximale huurprijsnorm voor wooncorporaties, om hierover verhuurders (en andere betrokkenen) tijdig
te kunnen informeren. Ik teken daarbij aan dat mijn ambtsopvolger, rekening houdend met de termijnen die
daarvoor in acht moeten worden genomen, de mogelijkheid heeft naar eigen inzicht te kiezen voor een
concrete invulling van de betreffende percentages.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Graag wil ik u dank zeggen voor de wisselwerking
met u en de leden van uw Kamer die, hoewel kortstondig, ik als zeer constructief heb ervaren.
Hoogachtend,
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
dr. P. Winsemius
Ministerie van VROM DBO2007013294 Pagina 4/4
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer