Unicef



Gestrand bij de Syrische grens 22 februari 2007, New York - Syrië heeft maatregelen genomen om het aantal vluchtelingen uit Irak te beperken. Als gevolg hiervan bivakkeren honderden Iraakse Palestijnen bij de Syrische grens.

Een Iraaks-Palestijnse vrouw en haar kinderen in een tent in het vluchtelingenkamp Hawl in Noord-Syrië, vlakbij de Iraakse grens. Foto: Reuters/al-Hariri
Een Iraaks-Palestijnse vrouw en haar kinderen in een tent in het vluchtelingenkamp Hawl in Noord-Syrië, vlakbij de Iraakse grens. Foto: Reuters/al-Hariri

Door het geweld in Irak zijn bijna vier miljoen mensen ontheemd geraakt. Bijna de helft heeft Irak verlaten en heeft een heenkomen gezocht in Syrië, Jordanië, Libanon, Egypte, Turkije en Iran. Syrië heeft zich tot voor kort zeer gastvrij opgesteld voor vluchtelingen uit Irak. Volgens de Syrische regering zijn meer dan een miljoen vluchtelingen toegelaten, maar hieraan is nu een einde gekomen.

Afnemende tolerantie
Anis Salem, directeur van Unicef Syrië, zegt dat de vluchtelingen niet meer zo welkom zijn. "Het geld van de vluchtelingen is op en ze willen in Syrië aan het werk. De Syriërs zien hen daardoor als concurrenten. Daarnaast steken de eerste berichten over diefstal en prostitutie de kop op. De tolerantie ten opzichte van Iraakse vluchtelingen staat daardoor onder druk."

De Syrische overheid voelt zich door de internationale gemeenschap in de steek gelaten en ziet geen andere mogelijkheid dan de toegang voor nieuwe vluchtelingen te beperken. Voorheen kregen vluchtelingen een verblijfsvergunning voor drie maanden, die kon worden vernieuwd door simpelweg de Syrische grens opnieuw over te steken. Nu krijgen vluchtelingen een vergunning voor hooguit vijftien dagen. Als de termijn verstreken is, moeten ze een maand lang buiten Syrië verblijven voordat ze weer kunnen terugkeren.

Gestrand
"In de praktijk neemt geen van de buurlanden vluchtelingen voor één maand op, dus ze kunnen nergens heen," zegt Salem. In 1948, toen de staat Israël werd opgericht, vestigden Palestijnen zich massaal in andere landen in de regio. De duizenden Palestijnen die naar Irak zijn getrokken, pakken opnieuw hun biezen. Bijna 20.000 Palestijnen hebben het land verlaten en 700 van hen zijn gestrand bij de Syrische grens, die hen weigert toe te laten omdat hun status onduidelijk is. De Iraakse Palestijnen mochten dankzij een speciaal mandaat van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR - dat op verzoek van de Iraakse regering was afgegeven - in dit land verblijven, maar ze zijn eigenlijk statenloos.

De gestrande vluchtelingen wonen in twee provisorisch opgezette kampen en Unicef, de UNHCR en het Internationale Rode Kruis zorgen zoveel mogelijk voor water, sanitaire voorzieningen, voedsel, gezondheidszorg en onderwijs.

Overdonderd
Volgens Anis Salem hebben Unicef en haar partners de Syrische regering gevraagd een uitzondering te maken en de Palestijnen toe te laten. Volgens de UNHCR is de internationale gemeenschap overdonderd door het grote aantal mensen dat in de regio op de vlucht is geslagen. De hulp aan gastlanden en hulporganisaties moet worden opgeschroefd.

Unicef heeft voor haar hulpverlening in Syrië nog geen geld van donoren ontvangen. Er is 700.000 dollar nodig om de vluchtelingen op een goede manier op te kunnen vangen.