FORMATEUR BALKENENDE BRENGT EINDVERSLAG UIT
mr.dr. J.P. Balkenende
Formateur
Postbus 20008
2500 EA Den Haag
Aan de Koningin
Kenmerk: FU07/058 Den Haag, 22 februari 2007
Op 9 februari 2007 verstrekte u mij de opdracht om - gelet op het verslag van de informateur
d.d. 9 februari 2007 en de daarin vervatte conclusie - op de kortst mogelijke termijn een
kabinet te vormen van CDA, PvdA en ChristenUnie. Ik heb daarop verzocht deze opdracht in
beraad te mogen houden in afwachting van mijn bevindingen terzake. Regelmatig heb ik u op
de hoogte mogen houden van het verloop van mijn werkzaamheden.
De informateur heeft in bovengenoemd verslag vastgesteld dat de fractievoorzitters van CDA,
PvdA en ChristenUnie bereid waren medewerking te verlenen aan de totstandkoming van een
kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie met als programmatische basis het Coalitieakkoord
van 7 februari 2007. Tegen deze achtergrond heb ik een aantal gesprekken met de
waarnemend fractievoorzitter van het CDA en de fractievoorzitters van de PvdA en de
ChristenUnie gezamenlijk gevoerd. In deze besprekingen heb ik overleg gevoerd over de
samenstelling van het kabinet, de verdeling van de ministers- en staatssecretarisposten en de
kandidaten voor ministersposten en staatssecretariaten. Voorts heb ik met hen de
taakomschrijvingen van de staatssecretarissen besproken.
De uitkomst van deze besprekingen is dat, gelet op de bijzondere aandacht die dient uit te
gaan naar het nader tot een oplossing brengen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken
op het terrein van wonen, wijken en integratie en van jeugd en gezin, is besloten tot het
voordragen voor benoeming van programmaministers, belast met aangelegenheden
betreffende Wonen, Wijken en Integratie en betreffende Jeugd en Gezin. Beide genoemde
programmaministers krijgen - op basis van een in te dienen wet - een eigen
programmabegroting en zullen worden ondersteund door een programma DG.
Besloten is verder af te zien van een minister zonder portefeuille, belast met aangelegenheden
betreffende Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering en van een minister
zonder portefeuille belast met Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties.
Verder is in lijn met het inmiddels staande gebruik besproken dat de staatssecretaris van
Economische Zaken in het buitenland de titel voert van minister voor Buitenlandse Handel, en
de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken die van minister voor Europese Zaken.
- 2 -
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken is qualitate qua aanwezig in de ministerraad.
Op 13, 14, 15, 16 en 19 en 20 februari heb ik de kandidaat-ministers en kandidaat-
staatssecretarissen ontvangen. Ook met hen heb ik de taakomschrijving besproken.
Op 20 februari heb ik de resultaten van deze besprekingen en het concept van mijn
eindverslag aan u besproken met de waarnemend fractievoorzitter van het CDA en met de
fractievoorzitters van de PvdA en van de ChristenUnie. Zij hebben de (concept-)conclusies
onderschreven.
Voorts heb ik een telefonisch onderhoud gehad met de gevolmachtigde minister van de
Nederlandse Antillen en de gevolmachtigde minister van Aruba, teneinde hen te informeren
en hun inzicht in te winnen met betrekking tot de behartiging van Nederlands-Antilliaanse en
Arubaanse aangelegenheden. Aan het transitieproces van de bestuurlijke herinrichting van de
Nederlandse Antillen zal door het kabinet de benodigde aandacht worden gegeven.
Op 22 februari heeft de constituerende vergadering plaatsgevonden. Mede ter uitvoering van
afspraken in het Coalitieakkoord is afgesproken te bevorderen dat de behartiging van de
aangelegenheden op het terrein van kinderopvang en van emancipatie van het ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden overgedragen aan het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap en dat de aangelegenheden op het terrein van integratie en van
inburgering overgaan van het ministerie van Justitie naar het ministerie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Na afloop van de constituerende vergadering heb ik u kunnen meedelen de mij gegeven
opdracht te aanvaarden.
Naar aanleiding daarvan kan ik u voorts mededelen dat de volgende personen bereid zijn als
minister tot het kabinet toe te treden:
Mr.dr. J.P. Balkenende Minister-President, Minister van
Algemene Zaken
Drs. W.J. Bos Minister van Financiën
tevens eerste vice-minister-president
Mr. A. Rouvoet Minister voor Jeugd en Gezin
tevens tweede vice-minister-president
Drs. M.J.M. Verhagen Minister van Buitenlandse Zaken
Dr. E.M.H. Hirsch Ballin Minister van Justitie
Mevrouw dr. G. ter Horst Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties
Dr. R.H.A. Plasterk Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap
De heer E. van Middelkoop Minister van Defensie
- 3 -
Mevrouw dr. J.M. Cramer Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Ir. C.M.P.S. Eurlings Minister van Verkeer en Waterstaat
Mevrouw M.J.A. van der Hoeven Minister van Economische Zaken
Mevrouw G. Verburg Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit
Mr. J.P.H. Donner Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid
Dr. A. Klink Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport
Drs. A.G. Koenders Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
Mevrouw drs. C.P. Vogelaar Minister voor Wonen, Wijken en Integratie
De volgende personen zijn bereid als staatssecretaris tot het kabinet toe te treden:
Drs. F.C.G.M. Timmermans Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Mevrouw mr. N. Albayrak Staatssecretaris van Justitie
Mevrouw drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties
Mevrouw J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap
Mevrouw S.A.M. Dijksma Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap
Mr.drs. J.C. de Jager Staatssecretaris van Financiën
De heer C. van der Knaap Staatssecretaris van Defensie
Mevrouw J.C. Huizinga-Heringa Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
Drs. F. Heemskerk Staatssecretaris van Economische Zaken
Ing. A. Aboutaleb Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid
Mevrouw dr. M. Bussemaker Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport
- 4 -
Op grond van bovenstaande moge ik u in overweging geven geen ontslag als minister te
geven aan mr.dr. J.P. Balkenende, aan dr. E.M.H. Hirsch Ballin en aan
mevrouw M.J.A. van der Hoeven en de overige bovengenoemde personen tot minister
respectievelijk staatssecretaris te benoemen.
Gaarne dank ik u voor het in mij gestelde vertrouwen.
Mr.dr. J.P. Balkenende
---- --
Rijksvoorlichtingsdienst