2007
PORTEFEUILLES MINISTERS EN STAATSSECRETARISSEN
In het constituerend beraad zijn de portefeuilles van het vandaag
beëdigde vierde kabinet-Balkenende vastgesteld. Hieronder de
verdeling.
De programma's van de nieuwe ministers voor Wonen, Wijken en
Integratie, en voor Jeugd en Gezin, evenals de portefeuille van de
minister voor Ontwikkelingssamenwerking worden volledig genoemd. Ook
wordt het pakket van de minister-president samengevat.
Voor de overige departementen geldt dat daar alleen de vastgestelde
portefeuille van de staatssecretaris wordt weergegeven. De niet
specifiek genoemde taken zitten in de portefeuille van de
minister. Bij verschuivingen van onderdelen tussen de departementen
wordt dat steeds per departement aangegeven.
Algemene Zaken
De minister-president is tevens minister van Algemene Zaken. De
minister van Financiën is tevens eerste vice-minister-president; de
minister voor Jeugd en Gezin is tevens tweede
vice-minister-president.
De minister-president is voorzitter van de rijksministerraad, van de
ministerraad, en van de onderraden en ministeriële commissies; hij is
lid van de Europese Raad. De minister-president zit het
Innovatieplatform voor (de ministers van resp. Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap en Economische Zaken zijn eerste en tweede
vicevoorzitter).
Buitenlandse Zaken
Bij het Nederlandse buitenlands beleid, waaronder
ontwikkelingssamenwerking en Europese Zaken, zal sprake zijn van
geïntegreerde besluitvorming onder eindverantwoordelijkheid van de
minister van Buitenlandse Zaken, waarbij de inzet op de verschillende
beleidsterreinen door deze wordt gecoördineerd.
De staatssecretaris voor Europese Zaken, is binnen de grenzen van het
door de minister vastgestelde beleid in het bijzonder belast met
aangelegenheden betreffende:
a. De coördinatie van het regeringsbeleid met betrekking tot de
Europese Unie;
b. De bilaterale onderwerpen voor zover deze raken aan het Europees
beleid van de regering;
c. Het Europa-gerelateerde deel van de begroting van Buitenlandse
Zaken;
d. De begroting van de Europese Unie;
e. Het in overleg met de minister vertegenwoordigen van Nederland in
de Raad voor Algemene Zaken en Externe Betrekking voor wat betreft
diens coördinerende taken en in de Raad voor Economische en Financiële
Zaken voor wat betreft de EU-begroting;
f. Andere aangelegenheden waarvan behartiging door de minister aan
hem wordt toevertrouwd.
De staatssecretaris voert in de contacten, die hij bij de behartiging
van de onder a. tot en met f. genoemde aangelegenheden met
buitenlanders heeft, de titel: Minister voor Europese Zaken.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking is belast met de
aangelegenheden betreffende:
a. Ontwikkelingssamenwerking en de OS-coherentie;
b. De coördinatie van de ODA (inclusief de voor duurzaamheid
toegevoegde middelen).
Justitie
De staatssecretaris is binnen de grenzen van het door de minister
vastgestelde beleid in het bijzonder belast met:
a. Vreemdelingen- en asielbeleid (niet inbegrepen de Rijkswet op het
Nederlanderschap);
b. Immigratie- en Naturalisatiedienst;
c. Centrale Opvang Asielzoekers;
d. Dienst Terugkeer en Vertrek;
e. Executie strafrechtketen (DJI, TBS);
f. Andere aangelegenheden waarvan de behartiging door de minister aan
haar wordt toevertrouwd.
De taken met betrekking tot de Rijkswet op het Nederlanderschap zullen
door de Minister van Justitie worden behartigd.
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
De staatssecretaris is binnen de grenzen van het door de minister
vastgestelde beleid in het bijzonder belast met:
a. Het beleid en beheer met betrekking tot de financiële verhoudingen
met medeoverheden (Financiële Verhoudingswet, Gemeentefonds en
Provinciefonds) en de coördinatie van (algemene en specifieke)
uitkeringen aan medeoverheden.
b. Het beleid en de wetgeving aangaande de inrichting en werking van
provincies en gemeenten (Gemeentewet, Provinciewet).
c. Het beleid ten aanzien van elektronische publieke dienstverlening
en de vermindering van administratieve lasten voor burgers.
d. Het beleid ten aanzien van overheidsinformatie en archiefselectie,
en van basisadministraties persoonsgegevens en Nederlandse
reisdocumenten.
e. De ontwikkeling en uitvoering van het Nederlandse beleid inzake de
samenwerkingsrelatie van Nederland met de Nederlandse Antillen en
Aruba en de coördinatie van de Nederlandse personele, materiële en
financiële inzet daarbij. (De staatssecretaris van BZK is belast met
het transitieproces van de bestuurlijke herinrichting van de
Nederlandse Antillen in het algemeen en namens het land Nederland met
de omvorming van de drie kleine eilanden tot openbaar lichaam in het
bijzonder. De minister van Justitie is namens de rijksministerraad
opdrachtgever voor de aanpassing van het Statuut, en van de organieke
wetten ter uitvoering daarvan met betrekking tot de rechtspleging en
de rechtshandhaving en voor eventuele aanpassing van de overkoepelende
bestuursstructuur. Voorgesteld wordt deze aanpak te doen begeleiden
door een onderraad van de rijksministerraad, waarin de landen en
toekomstige landen participeren).
f. Andere aangelegenheden waarvan de behartiging door de minister aan
haar wordt toevertrouwd.
Financiën
De staatssecretaris is binnen de grenzen van het door de minister
vastgestelde beleid in het bijzonder belast met:
a. De fiscale aangelegenheden en alle aangelegenheden de
Belastingdienst betreffende, waaronder de aan de Belastingdienst
gelieerde uitvoeringsorganisatie ter uitvoering van
inkomensafhankelijke regelingen;
b. Het, samen met de minister en met de bewindslieden van Economische
Zaken, bijdragen aan het beleid en aan de uitvoering van de
vermindering van administratieve lasten voor het bedrijfsleven;
c. De aangelegenheden betreffende de financiën van de mede-overheden;
d. De aangelegenheden betreffende het muntwezen inclusief De
Nederlandse Munt (DNM), de Domeinen, de Nederlandse Inkoopcombinatie
(NIC) en de Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij (SENS).
e. Andere aangelegenheden waarvan behartiging door de minister aan
hem wordt toevertrouwd.
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De verantwoordelijkheid voor het beleid ten aanzien van emancipatie en
ten aanzien van kinderopvang wordt bij het ministerie van OCW belegd.
De staatssecretaris, genoemd staatssecretaris voor Voortgezet en
Beroepsonderwijs, is binnen de grenzen van het door de minister
vastgestelde beleid in het bijzonder belast met:
a. Het voortgezet onderwijs;
b. Het voorbereidend beroepsonderwijs en het middelbaar
beroepsonderwijs;
c. Bestrijding van schooluitval 12-18 jarigen (in een gezamenlijke
verantwoordelijkheid met de minister);
d. De lerarenopleidingen;
e. Andere aangelegenheden waarvan de behartiging door de minister aan
haar wordt toevertrouwd.
De staatssecretaris, genoemd staatssecretaris voor Primair Onderwijs,
is binnen de grenzen van het door de minister vastgestelde beleid in
het bijzonder belast met:
a. Het primair onderwijs;
b. Het speciaal onderwijs;
c. Het onderwijsachterstandenbeleid;
d. Voorschoolse opvang;
e. Kinderopvang;
f. Andere aangelegenheden waarvan de behartiging door de minister aan
haar wordt toevertrouwd.
Defensie
De staatssecretaris is binnen de grenzen van het door de minister
vastgestelde beleid belast met:
a. De operationele gereedstelling van de krijgsmacht, waaronder
begrepen de personele vulling, de materiële uitrusting en de
geoefendheid van de operationele commando's;
b. Het personeelsbeleid;
c. De materieelvoorziening;
d. Het ruimtelijke ordenings-, milieu- en vastgoedbeleid, inclusief de
daaraan gerelateerde bestuurlijke aangelegenheden;
e. De bedrijfsvoering met inbegrip van geautomatiseerde
informatievoorziening en het kennis- en innovatiebeleid;
f. Andere aangelegenheden waarvan behartiging door de minister aan
hem wordt toevertrouwd.
Programmaminister voor Wonen, Wijken en Integratie
Tot het programma behoren de volgende beleidsterreinen:
a. Integratie en inburgering (inclusief 'ceremonie')
b. Coördinatie integratie minderheden
c. Antidiscriminatie
d. Grotestedenbeleid
e. Wonen, huisvesting
f. Huurbeleid / huurtoeslag
g. Buurtbudgetten
h. Bestrijden lokale overlast - bevorderen buurtgerichte veiligheid
Deze beleidsterreinen (en budgetten en dienstonderdelen) van de
ministeries van VROM, Justitie en BZK worden ondergebracht in het
programma.
Verkeer en Waterstaat
De staatssecretaris is binnen de grenzen van het door de minister
vastgestelde beleid in het bijzonder belast met de behandeling van de
aangelegenheden betreffende:
a. Directoraat-generaal Water en de Rijkswaterstaat (met inbegrip van
de binnenvaart, de zeevaart, onderhoud van vaarwegen, havens behoudens
de mainports Amsterdam en Rotterdam, dijken, sluizen en
infrastructuurinpassingen kust en water);
b. Het decentrale openbaar vervoer (bus, tram, metro, taxi,
decentrale treinverbindingen);
c. Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI);
d. Andere aangelegenheden waarvan behartiging door de minister aan
haar wordt toevertrouwd.
Economische Zaken
De staatssecretaris is binnen de grenzen van het door de minister
vastgestelde beleid in het bijzonder belast met:
a. Handelspolitiek;
b. Acquisitie van buitenlandse investeringen;
c. Internationaal ondernemen;
d. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (nationaal en
internationaal);
e. Consumentenbeleid;
f. Informatie- en communicatietechnologie;
g. Telecommunicatie en Post;
h. Binnen het midden- en kleinbedrijf (MKB): diversiteit in
ondernemerschap, microkredieten en zelfstandigen zonder personeel,
veilig ondernemen;
i. Statistiek;
j. Toerisme;
k. Kamers van Koophandel, basisbedrijvenregister;
l. Administratieve lasten en vergunningen;
m. Raad voor concurrentievermogen en VTE-raad voor zover die
betrekking heeft op één van bovenstaande onderwerpen.
n. Andere aangelegenheden waarvan behartiging door de minister aan hem
wordt toevertrouwd.
De staatssecretaris voert in de contacten, die hij bij de behartiging
van de onder a. tot en met c. en m. genoemde aangelegenheden met
buitenlanders heeft, de titel: Minister voor Buitenlandse Handel.
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
De staatssecretaris is binnen de grenzen van het door de minister
vastgestelde beleid in het bijzonder belast met:
a. Decentraal arbeidsmarktbeleid,
b. Arbeidstoeleiding en re-integratiebeleid gemeenten,
c. Ketenaanpak SUWI,
d. ESF,
e. Bijstandsbeleid,
f. Armoedebeleid en Schuldhulpverlening,
g. Sociale Werkvoorziening,
h. Volksverzekeringen inclusief uitvoering,
i. Internationale aangelegenheden behorend bij de portefeuille,
j. Handhaving en fraudebestrijding.
k. Andere aangelegenheden waarvan behartiging door de minister aan
hem wordt toevertrouwd.
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De staatssecretaris is binnen de grenzen van het door de minister
vastgestelde beleid in het bijzonder belast met:
a. Het beleid met betrekking tot de WMO, uitgezonderd het jeugdbeleid.
b. Het beleid met betrekking tot voorzieningen op gebied van
verpleging en verzorging resp. de uitvoering van de AWBZ op deze
terreinen.
c. Het sociale beleid (welzijn), uitgezonderd gezinsbeleid;
d. Het ouderenbeleid;
e. Het sportbeleid;
f. Medisch ethische vraagstukken, inclusief het zogenoemde
toetsingskader, exclusief technologisch onderzoek;
g. Biotechnologie, exclusief technologisch onderzoek;
h. Oorlogsgetroffenen en verzetsdeelnemers.
i. Andere aangelegenheden waarvan behartiging door de minister aan
haar wordt toevertrouwd.
Programmaminister Jeugd en Gezin
Tot het programma behoren de volgende beleidsterreinen:
a. Integraal jeugdprogramma;
b. Integraal toezicht jeugd en Jeugdmonitor, elektronisch kinddossier;
c. Zorg in gemeentelijk en preventieve domein (o.a. centra jeugd en
gezin en zorg in de school);
d. Zorg in provinciale domein o.m. bureaus jeugdzorg;
e. AWBZ: Jeugd GGZ, JVG, LVG;
f. Jeugdgerelateerd deel WMO
g. Gezinsvoogdij;
h. Integratie indicatiestellingen;
i. Jeugdbescherming;
j. Pilots onwillige jongeren;
k. Jeugddeel arbeidsmarkt;
l. Kindgerelateerde financiële regelingen waaronder het
kindgebondenbudget;
m. Gezinsbeleid, gezinsnota.
Deze beleidsterreinen (en budgetten en dienstonderdelen) van de
ministeries van VWS, Justitie, OCW en SZW worden ondergebracht in het
programma.
De programmaminister voor Jeugd en Gezin heeft medebetrokkenheid bij
het beleid ten aanzien van de WMO, AWBZ, Kinderopvang, voorschoolse
opvang, jeugddetentie en jeugdreclassering, leerling gebonden
financiering, de TOG-regeling en preventie SZW.
Rijksvoorlichtingsdienst