Rijksuniversiteit Groningen

Opinie 09: `Alleen met kernenergie kunnen we blijven voorzien in onze energiebehoefte'

Kernenergie is in. Steeds meer mensen - onder wie de vooraanstaande wetenschapper James Lovelock - zijn ervan overtuigd dat kernenergie de enige manier is om de koolstofdioxide-uitstoot te verminderen en de klimaatverandering tegen te gaan. Toch kleven er nadelen aan deze controversiële technologie. Maar volgens Muhsin Harakeh, hoogleraar kernfysica aan de Rijksuniversiteit Groningen en directeur van het Kernfysisch Versneller Instituut (KVI), zijn deze waarschijnlijk prima op te lossen.

`Als we koolstofdioxide-uitstoot echt willen verminderen dan moeten we in plaats van fossiele brandstoffen andere energiebronnen gaan gebruiken. Bovendien zal de olie ook ooit opraken,' constateert Harakeh. Hij denkt echter niet dat zonne-, biomassa- en windenergie bruikbare alternatieven zijn. `Natuurlijk moeten deze opties onderzocht worden, en vooral gebruikt worden waar dat mogelijk is. Maar ik denk dat het rendement van deze energiebronnen nu nog te laag is. Al bouw je heel Nederland vol met windturbines, dan levert dat nog steeds niet genoeg stroom op.'

Fusie-energie

Volgens Harakeh is de energiebron van de toekomst fusie-energie. Momenteel wordt door een grote groep landen gezamenlijk gewerkt aan de eerste experimentele fusiereactor, de ITER, die in Frankrijk gebouwd gaat worden. `Ik ben daar erg hoopvol over. Maar het gaat, schat ik, nog minimaal zestig jaar duren voordat fusie-energie grootschalig toegepast kan worden.' Tot die tijd zullen we dus gebruik moeten maken van kernenergie. `Begrijp me goed, ik ben op zich niet voor kernenergie, maar vooralsnog is dit het enige alternatief voor de korte en middellange termijn.'

Veiliger

Harakeh snapt dat mensen bang zijn voor kernenergie. `Het is net als met vliegen: erg veilig, maar als er wat gebeurt zijn de gevolgen meestal dramatisch. Zie Tsjernobyl.' Toch zijn de risico's aanvaardbaar in vergelijking met andere energiebronnen, vindt Harakeh. `Kernenergie wordt steeds veiliger. In Finland en Zuid-Afrika bouwen ze momenteel nieuwe soorten kerncentrales waar bijna niks mis mee kan gaan.' Bovendien worden kerncentrales tegenwoordig zo ontworpen dat ze een eventuele terroristische aanslag met een passagiersvliegtuig kunnen doorstaan. Harakeh ziet dan ook niet in waarom er geen nieuwe kerncentrales in Nederland geplaatst kunnen worden. `Nu betrekken we een deel van onze stroom uit België en Frankrijk, waar veel energie wordt opgewekt door kerncentrales. Dat vind ik hypocriet.'

Problemen

Wel geeft Harakeh toe dat kernenergie twee grote problemen met zich meebrengt: proliferatie en afval. `Wat dat eerste betreft: alle landen moeten het gebruik van kernwapens gaan afzweren en hun wapenvoorraad omzetten in kernenergie. Daar moeten harde afspraken over gemaakt worden.' Dan is er nog het afvalprobleem. Bij een kernreactie ontstaan transuranen: hoogradioactieve deeltjes met een lange halfwaardetijd - waardoor ze ook heel lang radioactief blijven. Dit afval wordt, na bewerking, opgeborgen in onder andere grotten, zoutmijnen en grote bunkers. `Maar dat is een tijdelijke oplossing. Er zal iets gevonden moeten waardoor het afvalprobleem echt wordt opgelost.' Harakeh verwacht dat de wetenschap uitkomst kan bieden.

Weer gaan investeren

Harakeh: `Ten eerste moeten er zogenaamde `vierde generatie kernreactoren' ontworpen en gebouwd worden. Deze reactoren produceren minder afval. Ten tweede moeten er een speciaal soort versneller-reactor systemen ontwikkeld worden: accelerator-driven systems.' Met accelerator-driven systems zouden de transuranen omgezet kunnen worden in deeltjes die minder radioactief zijn en daardoor minder lang opgeslagen hoeven te worden. `Voor de ontwikkeling van deze concepten is veel onderzoek en geld nodig. Nederland moet daarom weer gaan investeren in onderzoek naar kernenergie, zodat het veiliger en schoner wordt. Kernenergie wordt hier nog teveel gezien als een afgeschreven technologie. Daar moet verandering in komen.'

Curriculum Vitae

Muhsin Harakeh (1947) studeerde natuurkunde aan de American University van Beiroet. Hij promoveerde vervolgens in Amerika aan de State University of New York. In 1975 ging hij naar Groningen om als postdoc te werken bij het Kernfysisch Versneller Instituut (KVI). In 1985 werd Harakeh benoemd tot hoogleraar aan de Vrije Universiteit. In 1993 keerde hij terug naar Groningen en werd hoogleraar kernfysica aan de RUG en adjunct-directeur van het KVI. Sinds 1996 is hij directeur van het KVI.