Openbaar Ministerie

Hennepzaken Veiligheidshuis Utrecht op zitting

Utrecht, 14 februari 2007

Met ingang van dit jaar zal er met enige regelmaat een themazitting zijn met zaken vanuit het Veiligheidshuis Utrecht. Zo is er op 28 februari een zitting bij de politierechter die geheel gevuld is met zaken die het kweken, voor handen hebben of verhandelen van hennep betreffen. Deze zitting begint om 9.00 uur en is openbaar.

In het Veiligheidshuis Utrecht vinden al langere tijd TOM-zittingen en otp-zittingen plaats. TOM-zittingen (Taakstraf Openbaar Ministerie) zijn bedoeld voor meerderjarigen die lichtere misdrijven hebben gepleegd en een taakstraf aangeboden krijgen. Deze taakstraf kan bestaan uit een werkstraf, een leerstraf of een geldboete. De otp-zittingen (oproeping ten parkette) zijn bedoeld voor minderjarigen en ook in dit geval kan een taakstraf worden aangeboden. Voor beide zittingen geldt dat de straf die kan worden opgelegd beperkt is en dat ze besloten van karakter zijn.

Wil de officier van justitie een straf eisen die de 120 uur taakstraf overschrijdt dan wordt gekozen de zaak aan te brengen bij de politierechter. In dit geval is het mogelijk zwaardere taakstraffen tot 240 uur of een gevangenisstraf te eisen. Op de zitting op 28 februari worden negen zaken behandeld met hierin veertien verdachten. In een aantal gevallen wordt ook diefstal van energie ten laste gelegd. De winst die de hennepkwekers met de teelt hebben behaald, zal zoveel mogelijk worden ontnomen door bij de rechter te vorderen dat deze winst moet worden terugbetaald. Dit geld gaat dan naar de staatskas.

In het afgelopen jaar werden 39 hennepteeltzaken bij het openbaar ministerie afgehandeld en 86 hennepteeltzaken stroomden dat jaar in. Hiervan werden er 16 geseponeerd vanwege onvoldoende en/of onrechtmatig verkregen bewijs. Voor de 39 zaken die zijn afgehandeld werd in totaal 552 dagen voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, 2945 uren werkstraf, waarvan 100 voorwaardelijk en er werd voor 4.259 euroâs boete opgelegd. Verder vorderde het openbaar ministerie een totale winstontneming van 451.710 euroâs, waarvan de rechter er 208.715 oplegde. In zes zaken werd de vordering ontneming afgewezen.