Ingezonden persbericht


PERSBERICHT 19-02-07

Vaart in de Vaartse Rijn

Een vergeten historische waterlijn herontdekt!

Erfgoedhuis Utrecht en Architectuurcentrum Aorta vinden het belangrijk dat de cultuurhistorische betekenis van de Vaartse Rijn als industrieel waterlint niet verloren gaat. Om deze reden hebben zij samen een tweetal ontwerpworkshops georganiseerd waarin twee multidisciplinaire teams de mogelijkheden voor revitalisering hebben geëxploreerd vanuit het perspectief van het water en wat dit betekent voor ontwikkelingen op de oever. De hele Vaartse Rijn, vanaf het Ledig Erf in Utrecht tot aan de Lek in Vreeswijk, is onderwerp van onderzoek geweest.

Dat de Vaartse Rijn een historisch waterlint was staat vast. Ooit was het een drukke waterweg die gebruikt werd voor de handel met het Duitse achterland. Door de eeuwen heen waren er verschillende vormen van bedrijvigheid. Enkele restanten zijn nog zichtbaar langs de oevers. In Utrecht is de gerestaureerde watertoren een bekende, in Nieuwegein de Henkelfabriek. Langs het lint liggen restanten van oude buitenplaatsen en industriële bedrijvigheid uit de vorige eeuw. Tegenwoordig vervullen de oevers van de Vaartse Rijn verschillende functies waardoor het gebied versnipperd is geraakt. Naast mogelijkheden voor revitalisering formuleerden beide teams een ontwikkelingsstrategie voor de hele Vaartse Rijn.

Vaartse Rijn Vloeibare Vorm
De historische betekenis van de Vaartse Rijn ziet teamleider Marcel Eekhout in de 'water- en landverbinding' en de 'watergerelateerde ontwikkelingsas'. Hoewel de vaart in eerste instantie een rechte lijn tussen Vecht en de Kromme IJssel (de Lek) was, kreeg het traject vertakkingen door de aanleg van andere kanalen. De aanleg van deze kanalen had ook invloed op het belang van de Vaartse Rijn als waterweg. Het is een smalle vaart, te vergelijken met een dorpsstraat. Al vroeg is langs de Vaartse Rijn een jaagpad aangelegd, waardoor ook die oever een functie kreeg.

Het karakter van de Vaartse Rijn is niet eenduidig. Er zijn verschillende sfeergebieden te onderscheiden die samenhangen met het systeem van vlechtende kanalen. Ook de bebouwing langs het water is daaraan gerelateerd en ademt variatie uit. Naast deze variatie is er een verschil tussen de oevers. De westoever kenmerkt zich door aaneengesloten gevelwanden en het (uitgegroeide) jaagpad, de oostelijke oever bestaat uit losse elementen en insteekhaventjes.

Doordat de veranderingen in de loop van de tijd plaatsvonden, kreeg de Vaartse Rijn een 'gegroeid karakter'. Oud bestaat er naast nieuw. Het team noemt de mentaliteit van de vaart 'opportunistisch, flexibel en aanpassingsgericht'. Dit karakter en deze mentaliteit willen ze handhaven in het nieuwe plan. Andere kenmerken die ze willen handhaven zijn de bedrijvigheid en diversiteit, het contrast tussen de twee oevers en de variatie aan oude en jonge monumenten langs de oevers.

Om de toekomstige ontwikkeling te structureren wil Marcel Eekhout een 'vloeibaarheid toelaten binnen heldere kaders'. Er zijn spelregels opgesteld waarbij het verschil tussen de westoever en de oostoever is doorvertaald in de ontwerpen. De ontwikkeling vindt plaats aan de hand drie basisprincipes:
- de ontwikkelingen moeten van nut zijn voor de Vaartse Rijn
- de nieuwe functies moeten bij voorkeur in het verlengde liggen van oude functies
- het industriële, rommelige en informele karakter van de vaart moet bewaard blijven.

Eekhout stelt voor dat de gemeente het goede voorbeeld geeft voor de ontwikkelingen. Hij koos een aantal voorbeeldplekken waarvan de gemeente eigenaar is en waar de bestemmingsplannen ontwikkeling mogelijk maken, zoals Rotsoord, de kadeparken, de gemeentewerf en het Liesbospark. Als de gemeente het hier goed aanpakt, volgen de particuliere eigenaren en ontwikkelaars vanzelf. Het team van Marcel Eekhout stelt in het huidige Liesbospark een plein en een park aan het water voor om direct contact met het water te herstellen. Eekhout wil zichtassen aanbrengen. De steenoven wordt in zijn plan een spannende, culturele ontmoetingsplek en tentoonstellingslocatie. Bestaande insteekhaventjes worden bereikbaar en bruikbaar gemaakt en er wordt een grote, nieuwe insteekhaven gemaakt.

Eekhout handhaaft de bestaande functies, maar geeft ze een nieuw onderkomen of plaatst ze op een andere plek. Ook voegt hij woningen toe aan het gebied: boven het nieuwe onderkomen van de roeiverenigingen en de nieuwe, gemeenschappelijke tribune op de 'Kop van Jutphaas', voor de drie roeiverenigingen. Het oude gebouw van de roeivereniging wordt een sportschool en naschoolse opvang, waar verschillende etnische groeperingen zich thuis kunnen voelen. Het hoofdgebouw van Neerlandia wordt een woonwinkel met restaurant aan het water, de tweedehandswinkel De Arm worden geïntegreerd in het nieuwe ontwerp. Een nieuwe haven bij Neerlandia is bestemd voor woonschepen.

De essentie is dat woningbouw de veelal dure verplaatsingen van recreatiefuncties (zoals de roeiverenigingen) en het ontgraven van vervuilde grond kan financieren. Daarnaast kan de ontwikkeling van de woonwinkel het Neerlandiamonument een nieuwe toekomst geven.

'De Vaartse Rijn Gevouwen'
Tussen de beide teams is weinig overleg geweest, maar toch komen de analyses behoorlijk overeen. De analyse van het team van Jaco D. de Visser borduurt daarom voort op het plan van zijn collega. De centrale vraag die zijn team zich stelde was: Hoe zorg je dat het zo aantrekkelijk wordt dat 'iedereen' er naar toe wil?

Wat De Visser opviel bij het bestuderen van het gebied is dat het water niet van Utrecht naar de rivier stroomt, maar omgekeerd. Hij vindt het voor de herkenbaarheid van de Vaartse Rijn van belang om het begin- en eindpunt vast te stellen en te markeren door bij de Lek bij Vreeswijk en het Ledig Erf in Utrecht een veerhuis te vestigen.

Ook brengt hij de betekenis van de Vaartse Rijn in beeld. Op de waterkaart van Nederland maakt de vaart deel uit van het basisnetwerk voor toervaart. In regionaal opzicht vormt de vaart zowel een corridor in stedelijk weefsel als een verbinding tussen het omringende landschap en de stad, en functioneert als een voorziening van frisse lucht. In Utrecht is de vaart een centrale as, die onderdelen verbindt. In Nieuwegein scheidt de vaart juist oost van west.

Om de vaart aantrekkelijker te maken werd een kaartje uitgewerkt, waarop bestaande specifieke plekken en zones zijn gemarkeerd genaamd: 'De Vaartse Rijn Gevouwen'. Het team doet ook voorstellen voor de toekomst, die al op het kaartje zijn aangegeven. De Vaartse Rijn kent talloze verborgen schoonheden, die zich voor het team hebben geopenbaard. "We zijn allemaal een beetje verliefd geworden op de Vaartse Rijn. En we willen graag dat iedereen de mogelijkheid krijgt om rond te struinen langs de oevers". Het karakter van de vaart is dus eigenlijk precies goed. Om dit te consolideren, wil De Visser het contrast tussen beide oevers graag opvoeren. De oostoever wordt ten dele een boardwalk, die je het gevoel geeft als wandelaar te gast te zijn. Je wandelt boven het gebied, deels boven de historie van de Hollandse Waterlinie. Met eigenaren en beheerders van ondermeer de sportvelden zou moeten worden afgesproken dat zij hun terrein openstellen voor wandelaars.

De functie van de westoever is voornamelijk wonen maar is niet functioneel met de vaart verbonden. De Nieuwegeinse wijk Fokkesteeg bijvoorbeeld is momenteel geheel afgewend van de Vaartse Rijn. De beleving van die wijk kan met een paar ingrepen drastisch veranderen. De ontsluiting van de wijk wil De Visser herprofileren en in plaats van een verkeersweg komt er ter hoogte van Fokkesteeg een oeverpark. Langs de westoever fietsgelegenheid en langs de oostoever kun je wandelen, om te struinen. Beide voorstellen vragen om nieuwe verbindingen, zowel over de vaart als langs de oevers. Ook op het water zou meer moeten gebeuren zoals een speciale boot met educatieve arrangementen: de Plettevlet en de rondvaarten over de Vaartse Rijn uitbreiden met andere groepenvaartochten.

Op de nieuwe kaart 'De Vaartse Rijn Gevouwen' zijn locaties aangewezen voor wonen aan en op het water, onder andere in Vreeswijk Noord II. In het oeverpark Fokkesteeg komen woonschepen. De strip die nu bestemd is voor de waterinlaat van Utrecht wordt exclusief woongebied voor ex-sluiswachters.

Uitgebreide informatie over de uitwerkingen en ontwerpvoorstellen zijn te vinden op www.vaartindevaartserijn.nl

De website ontsluit alle resultaten van de beide teams en het verslag van het openbare debat dat plaatsvond in de museumwerf in Vreeswijk. Ook staan de beide vooronderzoeken (over de cultuurhistorie en de vervoerspotentie) als pdf op de site.

Er is nog niet eerder vanuit een integrale benadering nagedacht over de Vaartse Rijn. In die zin markeert het project een begin in het denken over de toekomst. Spannend wordt of de bestuurlijke partijen zich in de urgentie van een plan voor de gehele Vaartse Rijn kunnen vinden. Deze Vaartse Rijn overschrijdt immers de grenzen van de Gemeente Utrecht en de Gemeente Nieuwegein en valt binnen de ruimtelijke hoofdstructuur van de Provincie Utrecht. Op dit moment ligt er geen plan op tafel voor dit kleinschalige en gevarieerde gebied.

Het project is mede mogelijk gemaakt door:
het Stimuleringsfonds voor Architectuur, regeling Belvedere, Provincie Utrecht, Gemeente Nieuwegein en de gemeente Utrecht

Noot voor de redactie -