European Union



IP/07/292

Brussel, 7 maart 2007

Commissie beoordeelt stabiliteitsprogramma's van België en Spanje

Na onderzoek van de geactualiseerde stabiliteitsprogramma's van België en Spanje komt de Europese Commissie tot de bevinding dat beide lidstaten deugdelijke begrotingsdoelstellingen hebben voor de middellange termijn (de zogeheten middellangetermijndoelstellingen of MTD's). Spanje is voornemens gedurende de gehele programmaperiode (2005-2009) begrotingsoverschotten te boeken en België zal naar verwachting zijn doelstelling van een structureel overschot van 0,5% van het BBP halen. Alles samen vormt de Spaanse begrotingsstrategie een goed voorbeeld van een gezond begrotingsbeleid dat strookt met het stabiliteits- en groeipact. Ook de voortgezette reductie door België van zijn nog steeds hoge schuld vormt een voorbeeld van een begrotingsbeleid dat in overeenstemming is met het pact, al is de verwezenlijking van de begrotingsdoelstellingen aan risico's onderhevig. Daardoor is het bijzonder belangrijk dat de begrotingsdoelstelling voor 2007 wordt gerealiseerd en dat het aanpassingstempo de komende jaren wordt opgevoerd. Aangezien voor beide landen, en vooral voor Spanje, een forse stijging van de leeftijdsgebonden uitgaven wordt verwacht, worden zij er allebei toe aangespoord de houdbaarheid van hun openbare financiën op lange termijn te verbeteren door maatregelen te treffen die de kosten van de vergrijzing beperken.

"Samen met de reeds behandelde lidstaten Denemarken en Finland vormt Spanje een goed voorbeeld van een land dat een begrotingsbeleid voert dat strookt met het stabiliteits- en groeipact. Dit is een passend voorzichtig beleid in het licht van de toenemende externe onevenwichtigheden, het inflatieverschil ten opzichte van het eurogebied en, zoals in de meeste EU-landen het geval is, de toekomstige kosten van de vergrijzing. De door België gevolgde strategie, die erin bestaat gezonde primaire overschotten te realiseren, zal het mogelijk maken de overheidsschuld verder af te bouwen en tevens het hoofd helpen bieden aan de budgettaire gevolgen van de vergrijzing, al zijn in laatstgenoemd opzicht ook hervormingen vereist. Het land zou zijn inspanningen op middellange termijn echter niet mogen laten verslappen, te beginnen met dit jaar", aldus de heer Joaquín Almunia, het Commissielid verantwoordelijk voor economische en monetaire zaken.

BELGIË

Op 13 december 2006 heeft België een nieuwe actualisering van zijn stabiliteitsprogramma ingediend, die betrekking heeft op de periode 2006-2010.

Op basis van aannemelijk lijkende groeiprognoses streeft België ernaar om door een geleidelijke opbouw van nominale begrotingsoverschotten zijn schuldquote terug te dringen tot minder dan 75% in 2010. In 2005 bedroeg de Belgische overheidsschuld ruim 90% en niet meer dan vijf jaar geleden (2002) was zij nog hoger dan 100%. Een dergelijk beleid kan als voorzichtig worden aangemerkt in het licht van de verwachte kosten van de vergrijzing.

Wat het overheidssaldo betreft, blijft België als middellangetermijndoelstelling (MTD) een structureel overschot van 0,5% hanteren, wat ambitieuzer is dan in het licht van de schuldquote en de gemiddelde potentiële productiegroei op lange termijn noodzakelijk is. De jaarlijkse nominale overheidsdoelstellingen zijn ongewijzigd in vergelijking met het vorige programma. Er zij evenwel op gewezen dat de verwachte overschotten vrijwel geheel zouden worden verwezenlijkt dankzij de dalende rentelasten. Bovendien lijkt het programma nog steeds te vertrouwen op eenmalige maatregelen. Voorts kunnen de begrotingsresultaten in 2007 minder positief uitvallen dan in het programma wordt voorspeld en vanaf 2008 bestaat het risico dat eenmalige maatregelen waarvan het effect is uitgewerkt, niet door structurele maatregelen worden vervangen. Wat de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn betreft, wordt België geacht een middelgroot risico te lopen gezien zijn nog steeds hoge schuldquote en de naar verwachting vrij hoge kosten van de vergrijzing.

Samenvattend vormt de voortgezette en aanzienlijke reductie van de omvangrijke schuld een voorbeeld van een begrotingsbeleid dat in overeenstemming met het pact wordt gevoerd. Aangenomen wordt dat de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling binnen de programmaperiode zal worden gehaald, maar vanwege de geconstateerde risico's mogelijk niet in 2008 zoals gepland. Om die reden dient de Raad België te verzoeken om: i) de begrotingsdoelstelling voor 2007 te verwezenlijken en daarna het aanpassingstempo richting de MTD op te voeren, onder meer door minder vaak van eenmalige maatregelen gebruik te maken; en ii) gezien het hoge schuldniveau en de verwachte toename van de leeftijdsgebonden uitgaven, de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te verbeteren door ten minste de MTD te realiseren en tevens maatregelen te nemen om de kosten van de vergrijzing verder terug te dringen.

SPANJE

Op 22 december 2006 heeft Spanje een nieuw geactualiseerd stabiliteitsprogramma ingediend, dat betrekking heeft op de periode 2006-2009.

Op basis van een eveneens aannemelijk lijkend macro-economisch scenario wordt met de actualisering naar gestreefd gedurende de programmaperiode begrotingsoverschotten te handhaven die ambitieuzer zijn dan die waarvan in het geactualiseerde programma van 2005 werd uitgegaan.

Spanje heeft voor zichzelf een middellangetermijndoelstelling (MTD) van een sluitende structurele overheidsbegroting (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen) vastgesteld, hetgeen ambitieuzer is dan in het licht van de schuldquote en de gemiddelde potentiële productiegroei noodzakelijk is. Deze doelstelling is reeds ruimschoots gehaald en zal naar verwachting gedurende de gehele programmaperiode worden vastgehouden. Aangezien de risico's elkaar min of meer in evenwicht houden, lijken de in het programma vastgelegde begrotingsdoelstellingen haalbaar.

Verwacht wordt dat de Spaanse schuldquote verder zal worden teruggedrongen tot 32% in 2009 (van 43% in 2005 en iets meer dan 60% in 1999). Dit is een voorzichtig beleid, gezien de verwachte kosten van de vergrijzing. In het licht van de gunstige begrotingssituatie op korte à middellange termijn, die de voorspelde aanzienlijke budgettaire kosten van de vergrijzing ten dele neutraliseert, loopt Spanje een middelgroot risico wat de houdbaarheid van zijn openbare financiën op middellange termijn betreft.

Al bij al is de Spaanse begrotingssituatie op middellange termijn deugdelijk. De begrotingsstrategie vormt een goed voorbeeld van een begrotingsbeleid dat strookt met het stabiliteits- en groeipact wanneer ook rekening wordt gehouden met de toenemende externe onevenwichtigheden en het bestaande inflatieverschil ten opzichte van het eurogebied.

Daarom, en met name in het licht van de verwachte toename van de leeftijdsgerelateerde uitgaven, dient de Raad Spanje te verzoeken de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn verder te verbeteren door maatregelen te nemen om de toekomstige gevolgen van de met de vergrijzing samenhangende uitgaven te beperken.

De aanbevelingen van de Commissie voor de bovenbeschreven adviezen van de Raad kunnen worden geraadpleegd op de volgende website:

http://ec.europa.eu/economy_finance/about/activities/sgp/country/docty pe/cr_en.htm.
BELGIË

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses

2005

2006

2007

2008

2009

2010

Reëel BBP
(Verandering in %)

SP dec 2006


1,2


2,7


2,2


2,1

2,2

2,2

COM nov 2006


1,1


2,7

2,3

2,2

n.b.

n.b.

SP dec 2005


1,4


2,2

2,1

2,3

2,2

n.b.

HICP-inflatie
(%)

SP dec 2006

2,5

2,4


1,9


1,8


1,8


1,9

COM nov 2006


2,5


2,4


1,8


1,7

n.b.

n.b.

SP dec 2005


2,9


2,8


2,0


1,9


1,7

n.b.

Output gap
(% van het potentiële BBP)

SP dec 2006^1


-0,8


-0,3


-0,4


-0,4


-0,4


-0,3

COM nov 2006^5


-1,0


-0,6


-0,6


-0,7

n.b.

n.b.

SP dec 2005^1


-0,8


-0,6


-0,6


-0,5


-0,4

n.b.

Overheidssaldo
(% van het BBP)

SP dec 2006

0,1

-2,3^*

0,0

0,3

0,5

0,7

0,9

COM nov 2006


-2,3


-0,2


-0,5


-0,5

n.b.

n.b.

SP dec 2005

0,0

0,0

0,3

0,5

0,7

n.b.

Primair saldo
(% van het BBP)

SP dec 2006


4,3

1,9^*


4,1


4,2


4,1


4,1


4,2

COM nov 2006


1,9


3,9


3,4


3,2

n.b.

n.b.

SP dec 2005


4,3

4,1

4,2

4,1

4,1

n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo (% van het BBP)

SP dec 2006^1

0,8

-1,6^*

0,2

0,5

0,7

0,9


1,1

COM nov 2006


-1,7

0,1


-0,1


-0,1

n.b.

n.b.

SP dec 2005^1

0,4

0,3

0,6

0,8

0,9

n.b.

Structureel saldo2
(% van het BBP)

SP dec 2006^3

n.b.


-0.4

0.1

n.b.

n.b.

n.b.

COM nov 2006^4

0,2


-0,7


-0,2


-0,1

n.b.

n.b.

SP dec 2005

0,0


-0,3

0,4

0,7

0,9

n.b.

Bruto overheidsschuld
(% van het BBP)

SP dec 2006


91,5


93,2^*


87,7


89,4^*


83,9


85,6^*


80,4


82,1^*


76,6


78,3^*


72,6


74,3^*

COM nov 2006


93,2


89,4


86,3


83,2

n.b.

n.b.

SP dec 2005


94,3


90,7


87,0


83,0


79,1

n.b.

Noten:

1 Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het programma voorkomende informatie.

2 Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de vorige rijen), ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.

3 Eenmalige en andere tijdelijke maatregelen uit het programma (0,6% van het BBP in 2006 en 0,4% in 2007, alle met een tekortverminderend effect). In het programma worden geen gegevens verstrekt over het beroep op eenmalige maatregelen in andere jaren.
4 Eenmalige en andere tijdelijke maatregelen uit de najaarsprognoses
2006 van de diensten van de Commissie (2,0% van het BBP in 2005, met een tekortverhogend effect; 0,8% in 2006 en 0,1% in 2007, beide met een tekortverminderend effect).

5 Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens
2,2%, 2,3%, 2,3% en 2,2% in de periode 2005-2008.
* De in het programma voorkomende tekort- en schuldcijfers voor 2005 zijn niet in overeenstemming met het ESR 95. Op 23 oktober 2006 heeft Eurostat de door België meegedeelde gegevens over het tekort en de schuld gewijzigd in verband met de overname in 2005 door de overheid (Fonds voor spoorweginfrastructuur - FSI) van 7 400 miljoen EUR (2,5% van het BBP) van de schuld van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) (zie Eurostat News Release nr. 139/2006). Volgens de regels van het ESR 95 is er sprake van een even groot effect op het overheidstekort van 2005; het effect op de overheidsschuld aan het einde van 2005 bedraagt 5 200 miljoen EUR (1,7% van het BBP, gezien het feit dat in dat jaar een gedeeltelijke aflossing plaatsvond). De door Eurostat gewijzigde gegevens voor 2005 zijn gemarkeerd met een asterisk. De met een asterisk gemarkeerde gegevens over de overheidsschuld voor de jaren 2006 tot en met 2010 zijn "mechanisch" aangepast door de diensten van de Commissie om deze in overeenstemming te brengen met het ESR 95. Bij deze aanpassing van de schuldcijfers is uitgegaan van de technische aanname dat de omvang van de FSI-schulden ongewijzigd blijft.
Bronnen:
Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

SPANJE

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses

2005

2006

2007

2008

2009

Reëel BBP
(Verandering in %)

SP dec 2006


3,5

3,8

3,4

3,3

3,3

COM nov 2006^7

3,5

3,8

3,4

3,3

n.b.

SP dec 2005

3,4

3,3

3,2

3,2

n.b.

HICP-inflatie^6
(%)

SP dec 2006^6

3,4

3,5


2,7

2,6

2,5

COM nov 2006


3,4

3,6

2,8

2,7

n.b.

SP dec 2005^6


4,2

3,5

3,3

3,2

n.b.

Output gap
(% van het potentiële BBP)

SP dec 2006^1


-0,9


-0,9


-1,2


-1,5


-1,6

COM nov 2006^5


-0,8


-0,9


-1,1


-1,3

n.b.

SP dec 2005^1


-0,5


-0,8


-1,1


-0,7

n.b.

Overheidssaldo
(% van het BBP)

SP dec 2006


1,1


1,4


1,0

0,9

0,9

COM nov 2006


1,1


1,5


1,1

0,9

n.b.

SP dec 2005


1,0

0,9

0,7

0,6

n.b.

Primair saldo
(% van het BBP)

SP dec 2006


2,9


3,0

2,5

2,3

2,2

COM nov 2006

2,9

3,1

2,7

2,3

n.b.

SP dec 2005

2,8

2,6

2,2

2,0

n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo (% van het BBP)

SP dec 2006^1


1,5


1,8


1,5


1,6


1,6

COM nov 2006


1,5


1,9


1,6


1,4

n.b.

SP dec 2005^1


1,2


1,2


1,2

0,9

n.b.

Structureel saldo2
(% van het BBP)

SP dec 2006^3


1,5


1,8


1,5


1,6


1,6

COM nov 2006^4


1,5


1,9


1,6


1,4

n.b.

SP dec 2005


1,2


1,2


1,2

0,9

n.b.

Bruto overheidsschuld
(% van het BBP)

SP dec 2006


43,1


39,7


36,6


34,3


32,2

COM nov 2006


43,1


39,7


37,0


34,7

n.b.

SP dec 2005


43,1


40,3


38,0


36,0

n.b.

Noten:


1 Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het programma voorkomende informatie.

2 Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de vorige rijen), ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.

4 Eenmalige en andere tijdelijke maatregelen uit het programma. 4 Eenmalige en andere tijdelijke maatregelen uit de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie.

5 Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 3,9%, 3,8%, 3,6% en 3,6% in de periode 2005-2008.
6 Deflator van de particuliere consumptie in plaats van HICP.
7 Volgens de eerste ramingen zou de groei in 2006 op 3,8% zijn uitgekomen. Volgens de tussentijdse prognoses van de diensten van de Commissie van 16 februari 2007 zou de groei in 2007 3,7% bedragen. Bronnen:

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

---

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1055/2005) moeten de lidstaten elk jaar geactualiseerde macro-economische en budgettaire prognoses indienen. Dergelijke actualiseringen worden stabiliteitsprogramma´s genoemd voor de landen die de euro hebben ingevoerd, en convergentieprogramma´s voor de landen die dat nog niet hebben gedaan. Deze verordening wordt ook wel het "preventieve deel" van het stabiliteits- en groeipact genoemd.