Gemeente Roermond

Samenwerkingsverband IJzeren Rijn juicht discussie alternatief tracé toe

Het Samenwerkingsverband IJzeren Rijn Midden-Limburg 1 is verheugd te constateren dat de door hen bepleitte discussie over alternatieve tracés voor de IJzeren Rijn ook door het gisteren bekend gemaakte onderzoek in Duitsland wordt onderschreven. De conclusie uit het Duitse onderzoek sluit goed aan bij de uitkomst van het debat over de IJzeren Rijn in Cranendonck op 26 februari jongstleden.

Het Samenwerkingsverband IJzeren Rijn Midden-Limburg heeft kennis genomen van de publicaties in de Rheinische Post. Hierin wordt aangegeven dat in een onderzoek naar het gewenste tracé van de IJzeren Rijn de voorkeur wordt uitgesproken voor een variant langs de N280/A52. Dit onderzoek is in opdracht van verkeersminister Witke van Nordrhein-Westfalen opgesteld.

Het samenwerkingsverband neemt kennis van het feit dat in het onderzoek een voorkeur blijkt voor de variant langs de N280/A52. Eerder al heeft het samenwerkingverband de wens uitgesproken om serieus te kijken naar tracés te noorden van de lijn Roermond-Elmpt. Ook is in het verleden vanuit Limburg een voorkeur uitgesproken voor een tracé langs Venlo, omdat daaruit de grootste economische voordelen blijken. "Een discussie over alternatieve tracés in samenspraak met België en Duitsland wordt toegejuicht" zo verklaart Gerard IJff, voorzitter van het samenwerkingsverband. Daarbij tekent de Roermondse wethouder aan, dat als uit de brede internationale kosten-batenanalyse blijkt dat het tracé langs de N280 de meeste voordelen biedt wat hem betreft alle knelpunten op het tracé moeten worden opgelost. Dit zijn in Nederland de knelpunten in Roermond, Roerdalen, Cranendonck, Weert en Leudal. Totdat deze zijn opgelost kunnen er wat hem betreft geen treinen over het tracé rijden.


1. Het samenwerkingsverband IJzeren Rijn bestaat uit de gemeenten Cranendonck, Weert, Leudal, Roermond, Roerdalen, de provincie Limburg, de Kamer van Koophandel Noord- en midden Limburg, de milieufederatie Limburg, en Staatsbosbeheer. Publicatiedatum: 09.03.2007 Bijgewerkt: 09.03.2007