Internationale BouwBeurs nog steeds dé beurs voor bouwend Nederland


ROTTERDAM, 20070312 -- USP Marketing Consultancy heeft net na afloop van de Internationale BouwBeurs onder 700 bedrijven uit de bouwbranche geïnventariseerd of men naar de BouwBeurs is geweest, hoe men de BouwBeurs waardeert en wat de algemene houding is ten aanzien van vakbeurzen. In dit artikel worden de belangrijkste bevindingen gerapporteerd. Het onderzoek is uitgevoerd onder de directeuren van architectenbureaus, hoofdaannemers B&U, installatiebedrijven, afbouwbedrijven en klussenbedrijven.

Beursbezoek
Gemiddeld is in 2007 van 47% van alle onderzochte bedrijven minimaal één persoon naar de Internationale BouwBeurs geweest (gewogen gemiddelde excl. klusbedrijven). Dit is meer dan in 2003 (44%), terwijl het aantal bezoekers in 2007 is afgenomen tot 102.898 (2003:114.000). Dit betekent dat de kwaliteit van de beursbezoekers is toegenomen: van de primaire doelgroep (architecten, aannemers B&U, installateurs en afbouwers) zijn nu meer mensen gekomen en van de secundaire doelgroep (o.a. studenten) minder. Het percentage bedrijven dat in 2007 is geweest, is bij aannemers B&U (77%) en architectenbureaus (73%) het hoogst. Ook het gemiddeld aantal personen per bedrijf dat de Internationale BouwBeurs heeft bezocht is het hoogst onder aannemers B&U en architectenbureaus; van deze bedrijven hebben gemiddeld 6,5 en 4,1 personen een bezoek gebracht aan de beurs. Het gemiddeld aantal personen per bedrijf dat een bezoek heeft gebracht aan de BouwBeurs is het laagst onder installateurs (1,0). Er zijn geen resultaten voor klusbedrijven in 2003.

Bezoekredenen zijn met name gelegen in het op de hoogte blijven van nieuwe producten en diensten (74% van de Internationale BouwBeurs bezoekers), het op de hoogte blijven van marktontwikkelingen (43%) en het onderhouden van relaties met leveranciers (43%). De belangrijkste reden om niet naar de Internationale BouwBeurs te gaan, is gelegen in het feit dat men het te druk heeft op het werk (60% van de niet-bezoekers). Daarnaast geeft 13% aan niets met beurzen te hebben en geeft 11% aan dat er interessantere beurzen zijn dan de Internationale BouwBeurs. De genoemde redenen voor het al dan niet bezoeken van de beurs komen redelijk overeen met de redenen die in 2003 zijn genoemd.

In het onderzoek is ook gekeken welke andere op de bouw gerichte vakbeurzen men zoal bezoekt. Architecten en aannemers B&U bezoeken naast de Internationale BouwBeurs met name de BouwRai (respectievelijk 29% en 25%). In 2003 bezochten architecten naast de Internationale BouwBeurs ook het meest de BouwRai (13%), maar bezochten aannemers B&U vooral de Bouwvakbeurs in Zuidlaren (19%). Voor installateurs is de VSK de belangrijkste beurs, deze wordt meer bezocht dan de Internationale BouwBeurs (46%). In 2003 was de VSK de één na belangrijkste vakbeurs voor installateurs (21%) en was de Internationale BouwBeurs de belangrijkste beurs. Afbouwers en klussenbedrijven bezoeken naast de Internationale BouwBeurs vooral de Bouwbeurs in Hardenberg (respectievelijk 19% en 16%). In 2003 gaf 10% van de afbouwers aan naast de Internationale BouwBeurs vooral de Afbouwexpo in Breda te bezoeken.

Ervaringen met Internationale Bouwbeurs
Aan degenen die naar de Internationale Bouwbeurs zijn geweest, is een aantal stellingen voorgelegd om hun ervaringen te peilen. Met de stelling dat men op de Internationale BouwBeurs veel nieuwe producten en diensten heeft gezien, is eenderde van de aannemers B&U het eens, terwijl dit percentage in 2003 slechts 21% bedroeg. Ook installateurs zijn hierover in 2007 iets positiever gestemd dan in 2003. Architecten en afbouwers daarentegen geven nu aanzienlijk minder vaak aan veel nieuwe producten en diensten gezien te hebben. De tweede stelling die men heeft voorgelegd gekregen, betrof de volgende: "Op de Internationale BouwBeurs hebben we veel potentiële leveranciers leren kennen." Klussenbedrijven zijn het meest de mening toegedaan veel mogelijke nieuwe leveranciers te hebben leren kennen (40%), gevolgd door architecten (30%). In 2003 waren architecten deze mening nog het minst toegedaan (7%). Ook aannemers B&U en afbouwers zijn het in 2007 vaker eens met de stelling, terwijl installateurs het hier nu minder mee eens zijn dan in 2003.

De derde stelling luidde als volgt: "Op de BouwBeurs hebben we veel relaties gesproken." Meer dan de helft van de aannemers B&U (61%), afbouwers (73%) en klusbedrijven (57%) is het hiermee (zeer) eens. Vergeleken met 2003 zijn afbouwers het veel vaker (zeer) eens (2003: 34%), terwijl voor architecten, aannemers B&U en installateurs het omgekeerde het geval is. De laatste stelling met betrekking tot de Internationale BouwBeurs is de volgende: "Het bezoek aan de Internationale BouwBeurs was een geslaagde dag." Meer dan tweederde van alle onderscheiden marktpartijen is het hier (zeer) mee eens. Toch is men, op afbouwers na, minder tevreden dan in 2003. Toen vond meer dan 80% van de architecten, aannemers B&U, installateurs en afbouwers de Internationale BouwBeurs een geslaagde dag.

Houding ten aanzien van vakbeurzen voor de bouw in het algemeen
Om de houding ten aanzien van vakbeurzen voor de bouw in het algemeen te peilen, zijn nog een viertal andere stellingen onderzocht onder zowel degenen die de Internationale BouwBeurs hebben bezocht als degenen die niet zijn geweest. De eerste stelling luidde als volgt: "Vakbeurzen leiden tot relaties met nieuwe leveranciers omdat in ons bedrijf regelmatig producten worden gebruikt van fabrikanten die we op de vakbeurzen hebben leren kennen." Klussenbedrijven zijn het het meest eens met deze stelling (52%). Afbouwers zijn het in 2007 (47%) vaker eens met deze stelling dan in 2003 (35%). Voor de resterende marktpartijen, en dan met name voor de architecten, geldt dat vakbeurzen in 2007 minder tot nieuwe relaties leiden dan in 2003. De tweede stelling betrof de volgende: "Ik vind het belangrijk dat bekende fabrikanten op de vakbeurzen zijn met een stand." Een meerderheid van alle marktpartijen is het hier (zeer) mee eens. Toch wordt de aanwezigheid door met name architecten, aannemers B&U en afbouwers, maar ook door installateurs nu minder van belang gevonden dan in 2003.

De derde stelling luidde als volgt: "Vakbeurzen bieden een goede gelegenheid om met leveranciers over de markt van gedachten te wisselen." Architecten vinden het minst dat vakbeurzen een goede gelegenheid bieden om met leveranciers van gedachten te wisselen (47%) en installateurs het meest (74%). Ditzelfde was het geval in 2003. Echter, de mate waarin architecten dit geschikt vinden is aanzienlijk lager dan in 2003 (66%). Tot slot is de stelling: "Vakbeurzen zijn nog steeds van deze tijd, ook al zijn er genoeg mogelijkheden om informatie sneller te vinden en relaties persoonlijk te onderhouden" voorgelegd. Bijna driekwart van alle respondenten is het (zeer) eens met deze stelling, terwijl in 2003 bijna 60% van alle respondenten vakbeurzen minder van deze tijd vonden.

In het algemeen kan worden geconcludeerd dat de Internationale BouwBeurs door een groot percentage van de onderzochte marktpartijen bezocht wordt. Ondanks het lagere bezoekersaantal is het percentage van de primaire marktpartijen toegenomen. Deze toename is te verklaren door een lager aandeel in het totale beursbezoek van de secundaire beursbezoekers (zoals studenten), wat duidt op een toename van de kwaliteit van de beursbezoeker. Verder blijkt dat met uitzondering van de installateurs de Internationale BouwBeurs de belangrijkste vakbeurs voor bouwend Nederland is. Voor installateurs is dit de VSK. Wanneer de resultaten van 2007 vergeleken worden met de resultaten van 2003 valt op dat de waardering van de Internationale BouwBeurs wat is afgenomen. Zo is, over het geheel genomen, het percentage respondenten dat het (zeer) eens is met de stellingen veel relaties gesproken te hebben, veel nieuwe relaties opgebouwd te hebben en veel over de markt gepraat te hebben met leveranciers lager dan in 2003. Ook het percentage respondenten dat in 2007 de BouwBeurs als geslaagde dag bestempelt ligt lager dan in 2003.





USP Marketing Consultancy BV