Gemeente Hilversum

Onderwijsachterstandenbeleid krijgt nieuwe impuls

14 maart 2007
Samenwerking, uitbreiding van de doelgroep en intensief taalonderwijs. Het zijn enkele bestanddelen van het nieuwe
onderwijsachterstandenbeleid (OAB), waaraan de gemeente Hilversum samen met organisaties en schoolbesturen tot 2010 invulling gaat geven. Aanleiding zijn de gewijzigde opvattingen van kabinet Balkenende II, waardoor scholen primair verantwoordelijk zijn geworden voor het bestrijden van onderwijsachterstanden. De financiering hiervan vindt plaats door het rijk.

Om het nieuwe beleid invulling te geven, is het Raamwerk Voorschoolse en Vroegschoolse Educatie 2006-2010 opgesteld. Uitgangspunt is de bestaande samenwerking tussen gemeente, basisscholen, peuterspeelzalen te formaliseren in een convenant. Daarnaast wordt gestreefd naar uitbreiding van het aantal doelgroepkinderen, onder meer door de maandelijkse ouderbijdrage te beperken tot maximaal EUR 20,-. Voor deze dan grotere doelgroep van autochtone èn allochtone kinderen geldt dat de ouders laag zijn opgeleid (basisonderwijs al dan niet in combinatie met lbo). De kinderen zelf zijn taalzwak of door de GGD geïndiceerd of hebben incidenteel een individuele sociaal-medische indicatie.

Als gevolg van het nieuwe Onderwijsachterstandenbeleid wordt de gemeente niet alleen verantwoordelijk voor het Voorschoolse gedeelte, maar ook voor het op- en inrichten van een schakelklas. In zo'n schakelklas krijgen leerlingen (ongeacht hun herkomst) met een grote taalachterstand in de Nederlandse taal intensief taalonderwijs aangeboden met de bedoeling deze achterstand zo snel mogelijk in te lopen. Schakelklassen kunnen in alle groepen in het basisonderwijs worden ingericht. De gemeente stelt criteria vast om de selectie van leerlingen te bepalen. Een onderzoek dat de gemeente in samenspraak met schoolbesturen en de onderwijsbegeleidingsdienst uitvoert, moet duidelijk maken of de schakelklas op 1 augustus 2007 van start kan gaan.

Overige verantwoordelijkheden
Naast de reeds genoemde verantwoordelijkheden krijgt de gemeente ook coördinerende taken binnen het nieuwe Onderwijsachterstandenbeleid. Daarnaast wordt onderzocht hoe de gemeentelijke middelen voor onderwijsbegeleiding vanaf 2007 conform het nieuwe collegeprogramma ten behoeve van de scholen en individuele begeleiding kunnen worden ingezet. De uitkomsten van dit onderzoek worden in het voorjaar van 2007 verwacht.

Tenslotte zal de gemeente tenminste jaarlijks met de schoolbesturen overleggen over aan dit beleid gerelateerde onderwerpen, zoals het voorkomen van segregatie en bevorderen van integratie. Onder de vlag van de lokale educatieve agenda, wat deels samenvalt met het lokale jeugdbeleid, worden de overlegpunten besproken in een nieuw overlegorgaan: het Lokaal Educatief Beraad. Dit beraad vervangt het Lokaal onderwijs overleg, waarin de gemeente vooral de huisvestingszaken van scholen met de schoolbesturen besprak. Aan het Lokaal Educatief Beraad nemen daarom niet alleen schoolbesturen deel, maar ook andere betrokken organisaties.