ChristenUnie


Onduidelijkheid over keuzegesprek toont belang protocollering

Onduidelijkheid over keuzegesprek toont belang protocollering

woensdag 14 maart 2007 07:28 Uit een onderzoek verricht door het Algemeen Dagblad blijkt dat artsen grote moeite hebben met het idee dat ze met hun patiëntes over adoptie, als alternatief voor abortus, zouden moeten praten. Een wettelijke verplichting hiertoe zouden ze dan ook negeren. Opmerkelijk want het idee dat er gesproken moet worden over alternatieven is wettelijk namelijk al geregeld, al is onduidelijk welke arts precies dit gesprek met een vrouw moet voeren.

In de Wet Afbreking Zwangerschap (WAZ) wordt gesproken over de zogenoemde zorgvuldigheidseisen. Daar wordt onder meer bij gezegd "dat de vrouw die het voornemen heeft tot afbreking van zwangerschap en zich met een daartoe strekkend verzoek tot de arts heeft gewend, wordt bijgestaan, in het bijzonder door het verstrekken van verantwoorde voorlichting over andere oplossingen van haar noodsituatie dan het afbreken van de zwangerschap".

Onduidelijkheden
Hieruit kan dus geconcludeerd worden dat artsen nu al gehouden zijn om een zogenoemd keuzegesprek te voeren met vrouwen die ongewenst zwanger bij hen komen. De vraag is echter wel welke arts hiermee bedoeld wordt. De huis- of de abortusarts? Georgette Lageman van de VBOK geeft aan dat er nog wel onduidelijkheden zijn over de wet en het naleven ervan: "Zo kan het zijn dat een vrouw bij de huisarts komt door hem direct wordt doorverwezen naar een kliniek, in de veronderstelling dat de arts daar wel een voorlichtend gesprek met haar zal voeren. En vice versa, zijn er artsen in klinieken die ervan uitgaan dat de vrouw zo'n gesprek al met haar huisarts heeft gevoerd". "Daarom", zegt ze, "is juist ook de protocollering waar het regeerakkoord het over heeft, zo van belang.
Daarnaast spelen er heel veel aspecten een rol bij het overwegen van een abortus. Het is niet alleen een medische handeling, maar heeft ook psychologische, ethische, juridische en multi-culturele aspecten. Het zou ontzettend goed zijn om hier met meerdere beroepsgroepen naar te kijken, om te zien hoe we de hulpverlening aan moeder en kind kunnen verbeteren."
Want dat er nog wel wat te verbeteren valt, bleek ook uit de evaluatie van de WAZ. Die werd in 2006, 25 jaar na het legaliseren van abortus, uitgevoerd door een onderzoekscommissie in opdracht van voormalig staatssecretaris Ross. "Uit die evaluatie blijkt namelijk onder andere dat er in veel gevallen niet wordt gesproken over alternatieven", zegt Lageman

Keus
"De kern van de discussie rond adoptie zit het in het feit dat adoptie als vervanging van abortus wordt gezien. Maar dat is ons inziens niet het doel van de regering", zegt de VBOK-woordvoerster. Adoptie is een alternatief; het moet naast abortus gezien worden. Het is een keus, net zoals wanneer een moeder besluit het kind zelf te houden of besluit over te gaan tot abortus. "De gedwongen adopties uit de jaren '50 en '60, waar nu over wordt gesproken, zijn natuurlijk verschrikkelijk. Maar dat vind ik van elke gedwongen keuze", zegt ze. Ze vindt dan ook dat als artsenorganisatie KNMG in het Algemeen Dagblad (AD) zegt dat ze "geen heil" in de kabinetsplannen ziet, ze op de zaken vooruit loopt: "Er wordt in het regeerakkoord nog helemaal niet gesproken over de vormgeving van adoptie. Hulp in de vorm van pleeggezinnen kan bijvoorbeeld een goede mogelijkheid zijn."

Belangen
In Nederland is nog geen onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van adoptie. Wel zijn er gegevens bekend van onderzoeken die in het buitenland hebben plaatsgevonden, zoals in Engeland. Lageman: "Uit dat onderzoek blijkt dat je te maken hebt met een heel kwetsbare groep. Maar dat er goede resultaten zijn bereikt door bijvoorbeeld pleegouders naast de jonge moeder en haar kind te zetten met een coachende rol. Dan is er geen sprake van het definitief verbreken van een band, maar werk je aan een juridische vorm die zowel moeder als kind helpt."
Want, zegt ze, er moet rekening gehouden worden met het belang van beide: "Natuurlijk heeft de vrouw het recht om te kiezen. Zij is het ook die het besluit neemt. Maar tegelijkertijd gaat het ook om het leven van het kind. Er zijn dus twee levens en dus twee belangen bij betrokken die door de wetgeving in balans blijven. Deze wetgeving is de taak van de overheid, zodoende is de overheid altijd indirect aanwezig in de spreekkamer van de dokter."