Vlaamse Overheid

Nieuwsbericht van de Vlaamse overheid van vrijdag 16 maart 2007

Decreet voor sterk, soepel en doelmatig volwassenenonderwijs

Onderhandelingen bekrachtigen doelstellingen en verbeteren randvoorwaarden

Vanaf 1 september 2007 moet het volwassenenonderwijs geleidelijk sterker, beter, soepeler en evenwichtiger gespreid worden. Grondige onderhandelingen met de representatieve vakorganisaties en de inrichtende machten en de adviezen van VlOR en SERV hebben geleid tot een breder draagvlak voor de doelstellingen van de hervorming, die onverkort overeind blijven, en tot verbeteringen aan de manier waarop de doelstellingen nagestreefd worden. Onderwijsminister Frank VANDENBROUCKE heeft deze verbeteringen verwerkt in een aangepast voorstel van decreet, dat vandaag is goedgekeurd door de Vlaamse Regering.

In de recent voorgestelde Onderwijsspiegel 2005-2006 maakt de onderwijsinspectie een aantal opvallende vaststellingen over het volwassenenonderwijs (veel uitval bij NT2, gebrekkige begeleiding, sterke terugval nijverheidsopleidingen, ...). Deze vaststellingen sterken minister Vandenbroucke in de overtuiging dat het volwassenenonderwijs op een andere leest geschoeid moet worden. Opleidingen moeten voldoen aan reële behoeften en moeten zo georganiseerd worden dat de kans op succes sterk verhoogt. Shopping moet tegengegaan worden. Het doelmatig inzetten van de middelen is essentieel.

Het voorontwerp van decreet volwassenenonderwijs is voor het eerst principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 1 december 2006. De tekst voorziet een hervorming van het volwassenenonderwijs op 4 vlakken:

-          structuur: een doelmatig aanbod door netoverschrijdende regionale samenwerking in 13 consortia.

-          financiering: een helder en billijk systeem met extra werkingsmiddelen voor meer kwaliteit, mee gefinancierd door een evenwichtige verhoging van de inschrijvingsgelden. Dit laat onder meer toe om 30 procent meer te investeren in nijverheidstechnische opleidingen.

-          aanbod: onderwijs op maat van de cursist door soepele formules voor instap, overstap en combinatie met werken of gezin.

-          hoger beroepsonderwijs: de hervorming voorziet ook de invoering van een hoger beroepsonderwijs in het volwassenenonderwijs. De opleidingen van het hoger beroepsonderwijs leiden tot een diploma van gegradueerde. Hiermee geven we een oplossing aan de onduidelijke situatie waar het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie al jaren in verkeert.

-          kwaliteitszorg en informatie: instellingen moeten investeren in een volwaardig kwaliteitsbeleid en moeten de cursisten heel goed informeren en begeleiden.

-          ondersteuning: om het volwassenenonderwijs te versterken en te professionaliseren worden de pedagogische begeleidingsdiensten versterkt met 722.000 euro en wordt voor de basiseducatie en andere centra voor volwassenenonderwijs voorzien in de oprichting van een ondersteuningscentrum. Deze ondersteuningsdiensten zullen samen ook aan kennis- en expertiseontwikkeling doen i.v.m. volwassenenonderwijs, laaggeletterdheid, e-learning, enz.

Voor de Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO's) start de hervorming op 1 september 2007. Ook de consortia kunnen dan van start gaan. De overgang zal wel geleidelijk verlopen. Het nieuwe ondersteuningsmodel zal ingaan op 1 januari 2008. De hervorming van de basiseducatie gaat in op 1 september 2008. Het budget voor volwassenenonderwijs zoals in de begroting voorzien zal de volgende jaren stijgen van 291 miljoen euro in 2007 naar 308 miljoen euro in 2009. Door de verhoging van de inschrijvingsgelden stijgen de werkingsmiddelen van de centra voor volwassenenonderwijs nog eens met 14 miljoen euro. Dat stemt overeen met 120.000 euro gemiddeld per centrum. Eerder had minister Vandenbroucke al 12 miljoen euro geïnvesteerd in de basiseducatie in het kader van het wegwerken van wachtlijsten Nederlands tweede taal en de aanpak van de laaggeletterdheid.

Sinds de goedkeuring op 1 december 2006 is over de tekst onderhandeld met de representatieve vakorganisaties en de inrichtende machten en is het advies ingewonnen van VlOR en SERV. Hoewel deze organisaties enkele kritische bedenkingen hebben geuit, hebben deze besprekingen niet geleid tot het in vraag stellen van de doelstellingen van de hervorming. Wel worden een aantal wijzigingen aangebracht in de werkwijze om deze doelstellingen na te streven. Daarnaast heeft de overheid ook een aantal engagementen genomen, die verder gaan dan de tekst van het decreet.

Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste wijzigingen en engagementen. Een praktische samenvatting van de nieuwe situatie vindt u in de bijlage met veelgestelde vragen over het volwassenenonderwijs.

Wijzigingen aan het voorontwerp van decreet

Hoger Beroepsonderwijs is hoger onderwijs

Het Hoger Beroepsonderwijs, ingericht door het volwassenenonderwijs, wordt duidelijk gedefinieerd als hoger onderwijs. Cursisten die een opleiding afwerken zullen dus een volwaardig hoger onderwijsdiploma ontvangen. In het voorontwerp was hierover niets vastgelegd.

Nederlands tweede taal: meer op maat, beter toegankelijk

Het leergebied Nederlands tweede taal (NT2) wordt in twee gesplitst: voortaan wordt een onderscheid gemaakt tussen geletterde en ongeletterde cursisten. Zo kan voor de cursisten in de opleiding "alfabetisering NT2" met kleinere klasgroepen gewerkt worden.

Voortaan kunnen ook leerplichtige jongeren (vanaf 12 jaar) NT2 volgen via het volwassenenonderwijs (kosteloos). Als ze tussen 12 en 16 jaar zijn, kan het wel alleen als ze doorverwezen zijn door de secundaire school waar ze les volgen. Deze extra lessen moeten leerlingen uit het secundair onderwijs helpen de onderwijstaal onder de knie te krijgen.

Kennisopbouw via bundeling krachten met pedagogische begeleidingsdiensten

Het voorontwerp van decreet voorzag de oprichting van een kenniscentrum, dat tegelijk als centrale ondersteuningsstructuur zou optreden. Er was echter geen duidelijke band met de bestaande ondersteuning via de pedagogische begeleidingsdiensten. Nu is een model uitgewerkt waarbij:

-          het Vlaams ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs zich toelegt op de centra die niet ondersteund worden door één van de begeleidingsdiensten;

-          de bestaande begeleidingsdiensten jaarlijks 722.000 euro extra krijgen voor de ondersteuning van het volwassenenonderwijs;

-          het kenniscentrum een samenwerkingsverband wordt tussen de het Vlaams ondersteuningscentrum en de 4 pedagogische begeleidingsdiensten.  

Duidelijkheid over werking en structuur consortia

De manier waarop de consortia het regionale aanbod aansturen is concreter uitgewerkt. Zo wordt bv. een aanvraag over een bijkomende onderwijsbevoegdheid automatisch goedgekeurd als de algemene vergadering van een consortium de aanvraag unaniem steunt. Is dit niet het geval, dan beslist de Vlaamse Regering. Centra die niet toetreden tot een consortium moeten altijd toestemming vragen aan de Vlaamse Regering.

Er is ook een procedure uitgewerkt volgens welke de consortia opleidingen of centra samen kunnen voegen.

De voorwaarden waaronder het mogelijk is om als centrum aan te sluiten bij een consortium uit een andere regio zijn vastgelegd. Dit verschaft rechtszekerheid aan de betrokken centra en hun personeel.

De manier waarop de consortia zich organiseren wordt minder centraal geregeld. Zo zijn bv. een aantal subsidiëringsvoorwaarden i.v.m. de organisatiestructuur geschrapt. Tegelijk blijven de doelstellingen die de consortia moeten nastreven intact. Hierop is één uitzondering: de coördinatie van het beleid met betrekking tot de erkenning van Elders Verworven Competenties. Dit wordt toevertrouwd aan de ondersteuningsdiensten van het volwassenenonderwijs zodat een uniform beleid voor heel Vlaanderen tot stand komt.

Nog sterkere begrenzing inschrijvingsgelden voor doelgroepen

Tijdens de onderhandelingen werd het nieuwe systeem van inschrijvingsgelden verder verfijnd. Er wordt niet teruggekomen op het principe van 1 euro per lesuur, maar voor specifieke doelgroepen worden de mogelijkheden tot het verkrijgen van een vrijstelling vergroot.

Zo wordt voorzien in een maximumplafond van 400 euro per jaar per gevolgde opleiding. Ook vandaag bestaat zo'n plafond, maar dan op 250 euro. Op dit ogenblik betaalt de overheid het verlies aan inschrijvingsgelden echter niet terug aan de Centra voor Volwassenenonderwijs. In het nieuwe decreet is voorzien dat de Centra voor Volwassenenonderwijs gecompenseerd worden voor het maximumplafond en voor elk lesuur gegarandeerd 0,75 euro werkingsmiddelen krijgen.

Het standaardtarief voor een cursus NT2 wordt een halve euro in plaats van één euro. Leerlingen tussen 12 en 16 die NT2 volgen in volwassenenonderwijs, moeten niets betalen. Voor volwassenen die een inburgeringscursus volgen, blijft de cursus NT2 (zoals voorzien in het voorontwerp) gratis. Minister Vandenbroucke zal in het kader van het talenbeleid ook onderzoeken hoe we ouders van schoolgaande kinderen kunnen stimuleren om Nederlands te leren. Daarbij wordt gedacht aan het gratis maken van de opleiding Nederlands tweede taal voor die groep.

In het voorontwerp was al voorzien dat cursisten met een wacht- of werkloosheidsuitkering die een opleiding volgen in het kader van een goedgekeurd traject naar werk niets moeten betalen. Nu worden ook de werkzoekenden toegevoegd die nog geen recht hebben op een wachtuitkering. Het gaat om schoolverlaters tijdens de eerste 9 maanden na het afstuderen.

Het effect van deze maatregelen op de inkomsten van het Fonds voor de inschrijvingsgelden zal beperkt zijn. Veel van de betrokken cursisten volgen immers omvangrijke opleidingen, waardoor ze volgens de oorspronkelijk voorgestelde regels al recht hadden op een (gedeeltelijke) terugbetaling van de inschrijvingskost bij het afwerken van de opleiding.

Een overzicht van alle afspraken (oude en nieuwe) rond inschrijvingsgeld vindt u terug in de bijlage met veelgestelde vragen.

Soepelheid inzake personeelsbeheer

De beperking op het percentage vaste benoemingen in het volwassenenonderwijs is verdwenen uit het ontwerp van decreet. Wel wordt voorzien dat de centra gedurende drie opeenvolgende schooljaren niet verplicht zijn om openstaande betrekkingen vacant te verklaren. Hierdoor zijn ze niet verplicht om meteen vast te benoemen in nieuw opgestarte opleidingen. Dat verkleint het risico dat ze overtallige vastbenoemden overhouden, als de nieuwe opleiding niet echt aanslaat. Met de representatieve vakorganisaties is afgesproken om het percentage aan vaste benoemingen in het volwassenenonderwijs strikt op te volgen.

Extra waarborgen tijdens overgang naar nieuwe financiering

Het nieuwe financieringssysteem is op sectorniveau budgettair neutraal. Dat is evenwel niet zo op het niveau van de centra: sommige verliezen, andere winnen. Het voorontwerp voorzag hiervoor al overgangsmaatregelen. Deze zijn nu versterkt:

- voor de verliezende centra wordt het verlies tijdens het eerste overgangsjaar beperkt tot maximum 5% wat niet voorzien was in de eerste versie van het voorontwerp;

- voor alle centra is er een bescherming van drie jaar tegen een eventuele daling van het aantal cursisten;

- de hele overgangsperiode wordt gespreid over 6 schooljaren in plaats van 5.

Omdat de timing voor de Centra voor Basiseducatie om te fusioneren en daarna een erkennings- en subsidiëringsdossier in te dienen tegen 1 maart 2008 te krap is, wordt voorzien in een systeem van voorlopige erkenning en subsidiëring van de gefusioneerde centra, waarna dan in de loop van het schooljaar 2008-2009 de definitieve erkenning volgt na een doorlichting door de inspectie.

Bijkomende engagementen overheid

Lerarenopleiding: visitaties en brugprogramma

Met de VLHORA zal onderhandeld worden over de prijs en de procedure van de visitatie van de specifieke lerarenopleidingen in het volwassenenonderwijs.

Ook zal het brugprogramma voor de cursisten van de specifieke lerarenopleiding die geen diploma secundair onderwijs behaald hebben, als reguliere opleiding in het studiegebied onderwijs van het hoger beroepsonderwijs opgenomen worden. Op die manier kan het brugprogramma gefinancierd worden zoals elke andere opleiding in het volwassenenonderwijs.

Afstandsonderwijs: rol CVO's duidelijk maken

Er komt op korte termijn duidelijkheid over de opdracht van de Centra voor Volwassenenonderwijs bij de organisatie van het afstandsonderwijs, dat niet meer ingericht wordt door het ministerie van Onderwijs. Het afstandsonderwijs zal ingebed worden in de bestaande voorzieningen van het volwassenenonderwijs. De Centra voor Volwassenenonderwijs kunnen nu al gecombineerd onderwijs aanbieden met een stuk contactonderwijs en een stuk afstandsonderwijs. In de toekomst zullen sommige centra ook afstandsonderwijs kunnen aanbieden. Dit biedt heel wat perspectieven voor de cursist afstandsonderwijs, want die kan gebruik maken van het open leercentrum van het centrum en er kan ook geëvalueerd en gecertificeerd worden. Nu worden de cursussen afstandsonderwijs niet gecertificeerd.

Infrastructuur: volwassenenonderwijs krijgt eigen budget

De Centra voor Volwassenenonderwijs worden vanaf 1 januari 2008 opgenomen bij de berekening van de middelen voor infrastructuur in het onderwijs. Hiervoor zal een bijkomend budget gezocht worden. Nu doen de instellingen al beroep op het Agentschap voor Infrastructuur in Onderwijs (AGION), zonder dat daar middelen voor toegewezen zijn. Het gevolg is dat in verhouding weinig infrastructuurprojecten voor volwassenenonderwijs weerhouden en ondersteund worden.

Jaarlijkse communicatie over subsidiëring/financiering

De overheid zal jaarlijks de gegevens met betrekking tot de subsidiëring/financiering van de Centra voor Volwassenenonderwijs ter beschikking stellen van zowel de representatieve verenigingen van inrichtende machten en het Gemeenschapsonderwijs als de representatieve vakorganisaties. Hierdoor kunnen deze partners de effecten van de hervorming op de voet volgen

Rechtszekerheid tijdens overgang garanderen

Als blijkt dat de opheffingsbepalingen van het voorontwerp van decreet de rechtszekerheid van centra, personeel of cursisten in het gedrang brengen, dan engageert de overheid zich om de nodige juridische stappen te ondernemen om dit te herstellen.

Puntenenveloppe bestuurs- en ondersteunend personeel

De overheid zal in het besluit over de berekening van de puntenenveloppe van het bestuurs- en ondersteunend personeel vastleggen dat een bepaald aandeel van de puntenenveloppe moet worden aangewend voor tewerkstelling van administratieve medewerkers.

Personeelsstatuut aanpassen aan modulair lesgeven

De overheid zal de regelgeving voor het personeel van de Centra voor Volwassenenonderwijs aanpassen aan de modulaire organisatie zoals die is vastgelegd in dit decreet en dit zonder aan de kern van het statuut van het onderwijzend personeel in het volwassenenonderwijs te raken.

Zo zal er in uitvoering van het decreet volwassenenonderwijs in een Besluit van de Vlaamse Regering een andere prestatieregeling komen voor de leraren. Die bedraagt ofwel 20, 21, 22, 23, 24 of 25 uur per week naargelang het studiegebied waarin de leraar lesgeeft. Nu bedraagt de prestatienoemer nog 20 voor algemene of technische vakken en 25 uur voor praktijkvakken.  

Betere verloning voor directies

De rol van de directie in het Volwassenenonderwijs mag niet onderschat worden. De overheid engageert zich om de salarisschalen 348, 511 en 515 van de directies in het Volwassenenonderwijs vanaf 1 september 2007 te verhogen op dezelfde wijze als in cao VIII is afgesproken voor de directies Secundair Onderwijs.

Personeel basiseducatie

De overheid engageert zich om de maatregelen uit eerder gemaakte cao's uit de paritaire comités 329 en 329.01 te behouden waar het kan, of anders een evenwaardig alternatief uit te werken.

Voor meer informatie kunt u terecht bij:

Dhr. Ward Verhaeghe, woordvoerder van minister Vandenbroucke
Tel.: 02 552 68 00
Gsm: 0476 60 02 15
E-mail: persdienst.vandenbroucke@vlaanderen.be