Extra inzet voor de Zuidvleugel

Dit is een gezamelijk persbericht.

Drie adviesraden voor de regering vragen aandacht voor de problemen van de Zuidvleugel van de Randstad. Het voorgenomen beleid is onvoldoende: extra investeringen zijn noodzakelijk voor de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving, de sociaaleconomische structuur en de bereikbaarheid van de Zuidvleugel. Ook is extra aandacht nodig voor de zwakkere gebieden: het zuidelijk deel van Rotterdam en de Drechtsteden. De Zuidvleugel ontbeert op dit moment de benodigde bestuurlijke slagkracht en doorzettingsmacht. Marktpartijen participeren nog onvoldoende.

In een vandaag uitgebracht briefadvies constateren de VROM-raad, de Raad voor Verkeer en Waterstaat en de Raad voor het Landelijk Gebied dat de projecten uit het bestaande rijksprogramma voor de Zuidvleugel met voorrang moeten worden uitgevoerd. De projecten uit de zogenoemde Zuidvleugelbrief, die het kabinet vorig jaar uitbracht, zijn gericht op de

versterking van de internationale concurrentiepositie van de Zuidvleugel. De raden erkennen het belang van deze projecten, maar er moet meer gebeuren.

Versterking van de groene ontwikkeling in het westelijk, oostelijk en zuidelijk deel van de

Zuidvleugel is nodig om aan de behoeften van de bewoners te voldoen. Groen moet daarom niet alleen als compensatie voor nieuwbouw, maar ook onafhankelijk gefinancierd worden. Met voortvarendheid moet gewerkt worden aan de integrale kustontwikkeling en -verrdediging. De bereikbaarheid is van wezenlijk belang: voltooiing van de corridor Schiphol - Antwerpen de A4, toewerken naar één vervoersautoriteit en verkeerssystemen op elkaar afstemmen. Het belang van al deze zaken ontstijgt dat van de lokale en regionale autoriteiten. Om die reden moet de rijksoverheid de regie over deze extra uitdagingen oppakken.

De raden zijn verheugd over het feit dat een urgentieprogramma voor de Randstad wordt gemaakt, zoals afgesproken in het regeerakkoord. Zeker wanneer in dat programma extra aandacht voor de Zuidvleugel wordt gerealiseerd. Want momenteel is er op alle niveaus sprake van een gebrek aan coördinatie, slagvaardigheid en doorzettingsmacht. Bij de rijksoverheid is er nog onvoldoende besef dat sectorale programmering niet meer volstaat. De

verkokering bij de rijksoverheid is nog onvoldoende doorbroken en de beoogde rijkscoördinatie moet daarom verbeterd worden. Ook de regio spreekt nog niet met één mond. De steden zijn meer in concurrentie dan dat strategisch gebruik wordt gemaakt van elkaars complementariteit. Dat moet dus anders, vinden de adviesraden.

Noot voor redacties (