Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Verslag EU- Milieuraad 20 februari 2007 te Brussel

Klimaatverandering
Het voorzitterschap had Raadsconclusies voorbereid inzake de doelstellingen van de Europese Unie voor de verdere ontwikkeling van het internationale klimaatregime na 2012. De conclusies dienden mede ter voorbereiding van de Voorjaarsraad en werden geïntegreerd in de conclusies inzake het agendapunt `Bijdrage aan de Voorjaarsraad'. Een essentieel aspect van de Raadsconclusies zijn de gestelde kwantitatieve doelen; een doelstelling van ontwikkelde landen om hun emissies ten opzichte van 1990 met 30% te hebben teruggebracht in 2020 in de context van de vooruitgang in de internationale onderhandelingen, en een unilaterale minimum- reductiedoelstelling in de EU van 20% in 2020.
Tijdens de gedachtewisseling die tijdens de Raad plaatsvond, bleek dat een groot aantal lidstaten de Raadsconclusies van harte kon onderschrijven. Een aantal lidstaten maakte zich zorgen over de lastenverdeling per lidstaat, waarmee de 20% moet worden geconcretiseerd. Ook maakte een aantal lidstaten opmerkingen over het basisjaar 1990, dat in de Raadsconclusies geldt als referentiejaar voor de reductiedoelstellingen. Namens Nederland is het Duitse voorzitterschap gecomplimenteerd met de Raadsconclusies, waarin de ambitieuze lijn die de Europese Commissie heeft ingezet, volkomen terecht overgenomen wordt. Door Nederland is erop gewezen dat de Commissie en lidstaten gezamenlijk op twee fronten verder moeten gaan. In de eerste plaats kunnen we hopelijk de internationale onderhandelingen vlot trekken. In de tweede plaats kan de klimaatdoelstelling nu in concrete EU-interne maatregelen omgezet worden. In dat kader heeft Nederland de bespreking van luchtvaartemissies en CO2-uitstoot van personenauto's in deze Milieuraad toegejuicht. De Duitse voorzitter concludeerde na de gedachtewisseling dat alle lidstaten met de kwantitatieve doelstellingen konden instemmen. De voorzitter stelde voor in de tekst beter tot uitdrukking te brengen dat de verplichtingen pas echt voor Lidstaten in werking treden indien er een faire interne lastenverdeling tot stand is gekomen. Nadat de tekst dienovereenkomstig was aangevuld, werden de Raadsconclusies onder applaus aangenomen.

Bijdrage Milieuraad aan de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad (8-9 maart 2007) Het Duitse voorzitterschap had het voornemen Raadsconclusies aan te nemen als input van de Milieuraad voor de discussie tijdens de aanstaande Voorjaarsraad van EU-regeringsleiders. De voorliggende Raadsconclusies waren kort en bondig en richtten zich op de onderwerpen eco- innovatie, klimaatverandering, energie en betere regelgeving. De Raad bereikte snel overeenstemming over de hoogte van het percentage hernieuwbare energie van de energieconsumptie in de EU in 2020 (20%), over de hoogte van het percentage biobrandstoffen van de totale brandstoffenconsumptie voor transportdoeleinden in 2020 (10%), en over een energiebesparingsdoelstelling van 20% in 2020 (ten opzichte van projecties voor 2020 zoals die door de Commissie geraamd zijn). De discussie in de Raad richtte zich vooral op de bindendheid van de doelstelling van een aandeel van 20% hernieuwbare energie in 2020. De Voorzitter stelde halverwege de discussie naar aanleiding van het verloop ervan vast dat de Milieuraad over deze kwestie geen consensus kon bereiken. Hij besloot de tekst van de Energieraad wat dit betreft over te nemen. Dit betekent dat in de aangenomen Raadsconclusies niet wordt gerept over de bindendheid van de doelstelling. De Voorzitter kondigde aan de kwestie van de bindendheid van het doel voor hernieuwbare energie aan de Europese Raad voor te leggen. Hierover heeft de Europese Raad een beslissing genomen, zoals vermeld in het verslag van deze Voorjaarsraad dat u op 13 maart 2007 toegekomen is.

Luchtvaart in het EU emissiehandelssysteem
Er vond een oriënterend beleidsdebat plaats over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap.
Het voorstel werd positief ontvangen in de Raad en kreeg ruime steun van de overige lidstaten.Tegelijk werd wel een aantal kritische kanttekeningen geplaatst vanuit specifieke

situaties als perifere gebieden, eilanden, luchtvaart als opkomende sector, of essentieel binnenlands vervoer.
Nederland heeft steun uitgesproken voor het Commissievoorstel en heeft aangegeven een voorkeur te hebben voor een snelle invoering van alle vluchten. Verder is namens Nederland ingebracht dat de internationale aspecten van dit voorstel van groot belang zijn. Daarom moet met name in ICAO-verband een duidelijke, juridisch onderbouwde positie worden ingenomen. Nederland steunt de veiling van rechten, maar vindt het percentage van 3% te mager. Daarnaast is Nederland geen voorstander van bestemmingsheffingen of van het oormerken van inkomsten en is aangegeven dat de Nederlandse begrotingssystematiek daar ook niet op is ingericht. Aan het einde van het debat concludeerde de Duitse voorzitter dat de luchtvaartemissies niet langer buiten beschouwing kunnen blijven en kondigde aan door te gaan met de bespreking van het voorstel en daarbij de gemaakte opmerkingen en gestelde vragen te betrekken.

Thematische Strategie voor een Duurzaam Gebruik van Pesticiden Het Duitse voorzitterschap had Raadsconclusies voorbereid over de Thematische Strategie Duurzaam Gebruik van Pesticiden. In de voorliggende Raadsconclusies verwelkomde de Raad de Thematische Strategie en de daarin besloten aanpak van het gebruik van pesticiden middels regelgeving, om daarmee de risico's van pesticiden voor mens en milieu te reduceren. De voorzitter kon vaststellen dat de Raadsconclusies zonder verdere discussie waren aanvaard door de Raad.

Nationale vrijwaringsmaatregelen van Hongarije tegen een genetisch gemodificeerde maissoort
De Commissie had een concept-beschikking opgesteld die Hongarije opdraagt om zijn vrijwaringsmaatregelen tegen de genetisch gemodificeerde maissoort MON 810 in te trekken. Deze beschikking was besproken in het regelgevend comité, waarin noch een gekwalificeerde meerderheid voor, noch tegen het besluit bereikt werd. Daarom werd dit voorstel van de Commissie voorgelegd aan de Milieuraad.
De voorzitter had een Raadsbesluit voorbereid waarin dit Commissiebesluit verworpen werd, en Hongarije dus toegestaan werd zijn vrijwaringsmaatregelen te handhaven. In de Raad werd een gekwalificeerde meerderheid van stemmen bereikt vóór dit Raadsbesluit. Nederland is van mening dat door Hongarije geen nieuw steekhoudend wetenschappelijk bewijs is ingebracht en kon daarom het Raadsbesluit niet steunen. Nederland heeft dan ook een Britse verklaring van deze strekking bij de notulen gesteund.

Markttoelating genetisch gemodificeerde anjer
In de Milieuraad werd gestemd over een concept-beschikking van de Commissie over een aanvraag voor het in de handel brengen van een voor de kleur genetisch gemodificeerde anjer (Dianthus caryophyllus L., lijn 123.2.38). De Commissie had voorgesteld deze anjer toe te laten, maar had voor dat besluit in het regelgevend comité niet de vereiste gekwalificeerde meerderheid gekregen.
De voorzitter stelde vast dat in de Raad geen gekwalificeerde meerderheid voor of tegen de voorliggende beschikking bereikt werd. Omdat de Raad geen positie heeft bepaald, is het nu aan de Commissie om te besluiten de anjer al dan niet toe te laten.

CO2 emissies van personenauto's
In de Milieuraad vond een oriënterend debat plaats over de mededeling van de Commissie inzake de communautaire strategie ter vermindering van de CO2-uitstoot van voertuigen. In die mededeling concludeert de Commissie dat de CO2-convenanten met de auto-industrie onvoldoende resultaat opleveren, zodat de Commissie kiest voor regelgeving. Die regelgeving is gebaseerd op een verplichte reductie tot 130 gram CO2 per kilometer voor het gemiddelde nieuwe wagenpark (via verbeterde motortechnologie), en een verdere reductie van 120 gram CO2 per kilometer door andere technische verbeteringen en een toename van het gebruik van biobrandstoffen.
Namens Nederland is gepleit voor een dwingende norm die verplicht tot het halen van de 120-gram-doelstelling in het jaar 2012 via motortechnologische aanpassingen. Ook een beperkt

aantal andere landen pleitte expliciet voor een norm van 120 gram CO2 per kilometer in 2012. Met additionele maatregelen zou een extra reductie kunnen worden bereikt. Nederland heeft verder gepleit voor een doorgroeiperspectief van 80 gram per kilometer in 2020. Daarnaast heeft Nederland samen met enkele andere landen gewaarschuwd voor het meetellen van een verhoogd percentage biobrandstoffen. De winst die dat oplevert wordt namelijk in het biobrandstoffenbeleid al meegerekend.
Aan het einde van het debat concludeerde de voorzitter dat alle lidstaten bindende maatregelen ondersteunen. Een concrete invulling hiervan zal echter nog verder uitgewerkt dienen te worden.

Thematische Strategie en Kaderrichtlijn Bodembescherming Tijdens de Milieuraad werd een beleidsdebat gehouden over de Thematische Strategie Bodembescherming en over een voorstel voor een Kaderrichtlijn Bodembescherming. Alle lidstaten spraken hun steun uit voor de strategie. Echter, ten aanzien van de richtlijn plaatste een aantal lidstaten kanttekeningen, met name ten aanzien van de ruimte die de lidstaten geboden wordt voor eigen, nationaal beleid. Namens Nederland is de Europese bodemstrategie verwelkomd, maar is erop gewezen dat een Europese richtlijn met bindende voorschriften voor nationaal bodembeleid hier naar onze mening niet het juiste en proportionele middel is. Een aantal landen sloot zich bij de strekking van deze interventie aan, maar maakte daarbij wel duidelijk dat, afhankelijk van de uiteindelijke inhoud, een richtlijn niet principieel wordt afgewezen. Het Duitse voorzitterschap kondigde aan beide voorstellen verder te behandelen, maar te voorzien dat in juni, wanneer de volgende Milieuraad plaatsvindt, nog geen besluitvorming mogelijk is. Onder Portugees voorzitterschap zal het onderwerp in de Raad terugkomen.

Diversenpunten

-Adaptatie klimaatverandering
De Raad werd geïnformeerd over het symposium over klimaatverandering en de Europese waterdimensie, `Kwetsbaarheid-Effecten-Adaptatie', dat in Berlijn van 12 tot 14 februari 2007 heeft plaatsgevonden. De voorzitter benadrukte het belang van de waterdimensie van het klimaatbeleid.


-Biodiversiteit
In de context van de voorbereiding van de negende vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit (COP 9) die van 19-30 mei in Bonn zal plaatsvinden, benadrukte de voorzitter het belang van deze conferentie, waarbij vooral de discussie over `access en benefit sharing' centraal zal staan.


-Commerciële walvisvangst
De Commissie informeerde de Raad over haar aanbeveling voor een besluit van de Raad tot machtiging van de Commissie om namens de Gemeenschap te onderhandelen over aspecten van de commerciële walvisvangst tijdens de volgende vergadering van de Internationale Commissie voor de Walvisvaart (WC) in mei 2007 die in mei 2007 in Anchorage zal plaatsvinden. De Commissie wil pleiten voor een verlenging van het verbod op de commerciële walvisvangst. Een aantal landen, waaronder Nederland, bracht in dat de Commissie, met een status van waarnemer in de IWC, niet de exclusieve woordvoering namens de EU kan krijgen.


-Bedrijfsleven en biodiversiteit
Portugal had verzocht dit diversenpunt op de agenda te plaatsen. Portugal nodigde alle ministers van Milieu uit op de conferentie over `Business and Biodiversity' die op 12 en 13 november 2007 in Lissabon zal plaatsvinden. De uitkomsten van de conferentie zullen dienen als input voor de Cop-9 over biodiversiteit in Bonn en het vijfde IUCN (International Union for the Conservation of Nature and Natural Resources)-congres in Barcelona in 2008.


-Bescherming en duurzame ontwikkeling van de Karpaten

Dit diversenpunt was op verzoek van Tsjechië en Roemenië geagendeerd om de Raad te informeren over de eerste conferentie van de partijen bij het raamverdrag inzake de bescherming en duurzame ontwikkeling van de Karpaten, die van 11-13 december in Kiev in Oekraïne heeft plaatsgevonden. De voorzitter wees op de instelling van een permanent secretariaat voor deze nieuwe conventie en een tweede conferentie in 2008.


-Olieverontreiniging aan de kust van Bretagne
Frankrijk had verzocht dit diversenpunt op de agenda te plaatsen. Frankrijk deed, naar aanleiding van het ongeluk met het containerschip MSC Napoli, het verzoek aan de Europese transportministers om het maatregelenpakket Erika-III zo spoedig mogelijk af te ronden.


-Milieu en strafrecht
Onder dit punt gaf de Commissie informatie over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht.