"Beenderzwart, Zilverwit", portretkunst


Een tentoonstelling van Peter Bes, Koos Breukel, Meinbert Gozewijn van Soest en Emo Verkerk

BERGEN NH, 20070219 -- Bergense School, Amsterdamse School, De Nieuwe Kring, Cobra... sinds het begin van de vorige eeuw heeft Bergen een aantrekkingskracht gehad op kunstenaars uit het hele land en ook daarbuiten. Zo werd Bergen voor hen behalve een inspirerende en mooie omgeving ook een ontmoetingsplek. Voor de vier kunstenaars die Kranenburgh in de villa toont geldt in elk geval dat zij een band hebben met Bergen.

Twee van hen komen er vandaan en de andere twee hebben er gewoond, gewerkt en of hebben een directe relatie met het dorp. Daarnaast kennen zij elkaar ook goed en onderhouden behalve collegiale banden ook vriendschappelijke banden.
Ook het werk Bes, Breukel, Meinbert Gozewijn en Verkerk vertoont overeenkomsten. Ze houden zich alle vier, elk op hun eigen manier, bezig met portretten. Dat wil niet zeggen dat ze niet met het landschap of de natuur bezig zijn, maar eerder dat de thema's in hun werk zich verhouden tot de 'menselijke' natuur, of het 'menselijke' landschap. Dit in tegenstelling tot de kunstenaars van de Bergense School, voor wie o.a. de expressie van het Bergense landschap centraal stond.
Bij deze vier kunstenaars is het portret eerder een middel dan een doel; het portret lijkt meer de aanleiding te zijn om de menselijke natuur te verbeelden, dan het uiterlijk van een mens. We zien wel een kop, in verf of met potlood of krijt, ge?tst of gefotografeerd, maar bij het zien van het werk van deze kunstenaars ontkomen we niet aan overpeinzingen met betrekking tot het leven en de dood.
Rik Fernhout zegt het zo: 'Wat mij trof in het werk van Bes, Breukel, Meinbert Gozewijn en Verkerk is dat hun werk eigenlijk niet onder de noemer te plaatsen is waaronder het op het eerste gezicht valt. Een foto van Koos Breukel lijkt een portret maar blijft eerder als een gebeurtenis of omstandigheid in mijn geheugen hangen, terwijl een werk van Emo Verkerk vaak pas na enige tijd en na diepere beschouwing zijn identiteit als portret weggeeft. Een belangrijke bindende factor is dat geen van de vier kunstenaars ook maar enige belangstelling heeft voor de uiterlijke verschijning waarmee de portretkunst toch vaak geassocieerd wordt.
De gedachte een tentoonstelling te zien ontstaan die vol portretten hangt zonder dat er ook maar een formeel portret te zien valt was voor mij de grootste reden om deze vier kunstenaars in een tentoonstelling samen te brengen'.
Bij de tentoonstelling verschijnt een essay van dichter Hans Tentije.





Museum Kranenburgh