Vrije Universiteit Amsterdam

Persbericht

Goede begeleiding pleegouders is wenselijk

Pleegkinderen hebben meer moeite met stress

Traumatische ervaringen bij kinderen, zoals verwaarlozing, misbruik of scheiding van biologische ouders, kunnen van negatieve invloed zijn op hun omgang met stress. Pleegkinderen reageren anders op stressvolle situaties dan kinderen die door hun biologische ouders worden opgevoed. Dat blijkt uit het proefschrift van Mirjam Oosterman. Zij promoveert op dinsdag 20 maart op dit onderwerp bij de afdeling orthopedagogiek van de VU.

Als stressfactor gebruikte Oosterman een korte scheiding van kinderen met hun (pleeg-)ouders. Pleegkinderen lieten een minder hevige lichamelijke stressreactie zien dan andere kinderen. Het verschil in reactie tussen deze twee groepen werd kleiner naarmate de pleegkinderen langer bij hun pleegouders waren. Dit geldt echter niet voor kinderen met een verstoorde gehechtheidsrelatie. Bij hen was juist in toenemende mate een afwijkende stressreactie te zien.

Een zwakke stressreactie kan betekenen dat pleegkinderen nog geen gehechtheidsrelatie hebben ontwikkeld met hun pleegouders. Zij zijn meer op zichzelf aangewezen in stressvolle situaties. Daarnaast blijkt uit dit onderzoek dat sensitief opvoedingsgedrag net als bij gewone kinderen samenhangt met goede kwaliteit van de gehechtheidsrelatie.

De resultaten laten zien dat een stabiel pleeggezin belangrijk is voor kinderen. Pleegouders zijn gebaat bij goede begeleiding die hen in staat stelt om ook bij moeilijke situaties steunend en sensitief te zijn. Kinderen met kenmerken van verstoorde gehechtheid hebben wellicht meer therapeutische hulp nodig.