College van Beroep voor het bedrijfsleven

rechtspraak

CBb laat marktanalysebesluit gespreksopbouw grotendeels in stand

Den Haag, 20 maart 2007 - Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft vandaag uitspraak gedaan op de beroepen van de leden van de Associatie van Competitieve Telecomoperators (ACT), Koninklijke KPN N.V. en KPN B.V. (KPN), Pretium Telecom B.V. (Pretium) en Tele2 Netherlands B.V. (Tele2) tegen het besluit van 21 december 2005 van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) over de wholesalemarkt voor gespreksopbouw op het vaste openbare telefoonnetwerk.

Het CBb heeft de meeste grieven van appellanten verworpen en het bestreden besluit grotendeels in stand gelaten.

De grieven die verband houden met onderdeel ix van het dictum van het bestreden besluit zijn door het CBb gegrond geoordeeld. In dit onderdeel van het bestreden besluit had OPTA met verwijzing naar artikel 6a.17, derde lid, van de Telecommunicatiewet (Tw) bepaald dat KPN carrier(pre)selectie en de daarvoor benodigde toegang mogelijk moet maken voor alle telefoongesprekken van vaste bellers die zijn aangesloten op haar netwerk, met uitzondering van gesprekken waarbij gebruik wordt gemaakt van een breedbandinternetaansluiting. In zijn uitspraak overweegt het CBb dat KPN op grond van artikel 6a.17, vierde lid, Tw moet voldoen aan redelijke verzoeken om bijzondere toegang. Of een verzoek redelijk is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Artikel 6a.17, derde lid, Tw biedt OPTA niet de mogelijkheid op voorhand en in zijn algemeenheid te bepalen dat KPN aan bepaalde verzoeken hoe dan ook moet voldoen of juist niet hoeft te voldoen.
Het CBb heeft onderdeel ix van het dictum van het bestreden besluit vernietigd.

Het CBb heeft de grieven van KPN tegen de zogenoemde annexen van het bestreden besluit op dezelfde punten gegrond geoordeeld als in zijn uitspraak van 30 november 2006 (LJN AZ3361). In verband hiermee heeft het CBb het besluit over gespreksopbouw op enkele onderdelen vernietigd.

Het College heeft de overige grieven verworpen.

Achtergronden

Op grond van de Kaderrichtlijn (Richtlijn 2002/21/EG) en hoofdstuk 6A Tw moet OPTA markten in de telecommunicatiesector aanwijzen en onderzoeken. Als blijkt dat een onderneming op een markt beschikt over aanmerkelijke marktmacht (AMM), wat wil zeggen dat deze onderneming zich op de betreffende markt in belangrijke mate onafhankelijk van haar concurrenten, afnemers en consumenten kan gedragen, kan OPTA deze onderneming verplichtingen opleggen om mededingingsproblemen te voorkomen.
In bovengenoemd besluit van 21 december 2005 heeft OPTA zich op het standpunt gesteld dat KPN beschikt over AMM op de wholesalemarkt voor gespreksopbouw op het vaste openbare telefoonnetwerk en heeft OPTA KPN op deze markt verplichtingen opgelegd.

LJ Nummer:

BA1009

Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum actualiteit: 20 maart 2007