Gemeente Ede

nummer 47 / Ede, 20 maart 2007

Gemeente Ede en zorgaanbieders gaan knelpunten WMO oplossen Continuïteit van hulp bij huishouden gegarandeerd

De huishoudelijke zorg in de gemeente Ede blijft tot 1 januari 2008 hetzelfde. Voor mensen die een indicatie voor huishoudelijke zorg hebben via de AWBZ wordt de zorg dit jaar op de vertrouwde voet gecontinueerd. Dat hebben wethouder R. Kremers en de zorgaanbieders samen afgesproken.

Door de invoering van de Wet op de maatschappelijk ondersteuning (Wmo) op 1 januari 2007 zijn verschuivingen ontstaan in de vraag naar zorg. De klanten voelden zich hierdoor overvallen, en de zorgaanbieders kwamen hierdoor in de problemen. Wethouder Roel Kremers en de zorgaanbieders hebben daarom samen afgesproken om dit jaar geen ingrijpende wijzigingen door te voeren en in de tussentijd de knelpunten op te lossen.

Sinds 1 januari 2007 zijn de gemeenten door de invoering van de Wmo verantwoordelijk voor het bieden van hulp bij het huishouden. Voorheen werd de huishoudelijke verzorging betaald uit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz). De zorginstantie kon - samen met de klant - zelf uitmaken welke vorm van huishoudelijke zorg nodig was.

Wmo
Vanaf 1 januari 2007 is de huishoudelijke verzorging uit de Awbz gelicht. Hulp bij het huishouden moet vanaf die datum door de gemeente worden geregeld. De gemeente heeft hiervoor contracten afgesloten met 14 zorgorganisaties, die huishoudelijke zorg leveren. Ook de indicatiestelling van de zorg, waarbij bepaald wordt welke vorm van zorg een klant nodig heeft, valt nu onder de verantwoordelijkheid van de gemeente.

De nieuwe wijze van indiceren blijkt knelpunten te veroorzaken. In de praktijk blijkt dat klanten nu vooral geïndiceerd worden voor een eenvoudige vorm van hulp, waarbij de klant zelf in staat is om de hulp te vertellen wát er moet gebeuren. De zorgorganisaties komen daardoor in de problemen omdat hun personeelsbestand te hoog is gekwalificeerd voor deze vorm van hulp. Zij hebben geen werk voor hun hoger opgeleide werknemers en kunnen hun bedrijfsvoering niet zo snel aanpassen aan de nieuwe situatie. De zorgvragers op hun beurt zijn ook teleurgesteld over de indicatiestelling, die zij als achteruitgang ervaren.

Oplossing
De gemeente Ede onderkent de problemen van de zorgaanbieders en de teleurstelling bij de zorgvragers en wil graag mee werken aan een oplossing. Die oplossing bestaat uit twee onderdelen.

Op de eerste plaats gaan de gemeente, de zorgaanbieders en het centraal indicatieorgaan samen onderzoek doen naar de wijze van indicatiestelling. Dit onderzoek gaat een half jaar duren en moet in oktober afgerond zijn.
Op de tweede plaats wil de gemeente bij mensen van wie de oude indicatiestelling (dus van onder de Awbz) in 2007 afloopt, weliswaar indiceren volgens de normen van de Wmo, maar de wijziging pas effecturen per 1 januari 2008. Daardoor hebben de zorgaanbieders vervolgens ook nog tot 1 januari 2008 de mogelijkheid om de zorg volgens het "oude" regime te leveren. Mensen van wie de indicatie ná 1 januari 2008 afloopt wil de gemeente gefaseerd in de loop van 2008 opnieuw gaan indiceren.

Op deze wijze krijgen de zorgaanbieders meer tijd om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe omstandigheden, en hebben de zorgvragers een overgangsperiode waarin zij kunnen wennen aan het gegeven dat de zorg die zij krijgen mogelijk verandert.
---