ChristenUnie



Vragen over de situatie in West-Papoea

dinsdag 20 maart 2007 17:06

Schriftelijke vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Voordewind (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken


1.
Kent u het bericht `INDONESIA: Thousands flee army operation in West Papua'? Beschikt u over informatie die dit verontrustende nieuws bevestigt? Zo ja, wat zijn de achtergrond en het doel van deze militaire operatie? Deelt u onze zorgen over het aantal ontheemden en de situatie waarin zij verkeren? Bent u bereid om die zorgen over te brengen bij de Indonesische autoriteiten en aan te dringen op humanitaire maatregelen?


2.
Hoe beoordeelt u de waarnemingen die de Amerikaanse regering in haar Indonesia Country Report on Human Righs Practices 2006 met betrekking tot mensenrechtenschendingen in Papoea gedaan heeft, waaronder het feit dat gedurende 2006 de marteling van verdachten het meeste voorkwam in Papoea? Stelt u de u bekende mensenrechtenschendingen in Papoea consequent aan de orde in uw contacten met de Indonesische regering?


3.
Is er inmiddels verbetering waarneembaar in het functioneren van het mensenrechtenhof in Makassar, als het gaat om de behandeling van zaken waarin mensenrechtenschendingen op Papoea centraal staan? Zijn bijvoorbeeld de mensenrechtenschendingen in Wasior (2001) en Wamena (2003) al voor het hof gebracht? Zijn er door de Procureur-Generaal inmiddels ook nieuwe Papoea-zaken aan het hof voorgelegd?


4.
Kent u het rapport `Protest and Punishment: Political Prisoners in Papua'? Deelt u de conclusies van Human Rights Watch ten aanzien van de ontoelaatbare bejegening van vreedzame politieke activisten uit Papoea door de Indonesische overheidsdiensten? Bent u bereid zich, langs de lijn van de aanbevelingen uit dat rapport, in te zetten voor verbetering van hun positie?


5.
Wilt u opheldering vragen bij de Indonesische regering over de redenen voor het zeer restrictieve toelatingsbeleid tot Papoea, dat van kracht is voor journalisten, diplomaten en NGO's? Bent u bereid om met aandrang te verzoeken om opheffing van de belemmeringen?


6.
Kunt u ons meedelen wat op dit moment de stand van zaken is betreffende de tenuitvoerlegging van de Speciale Autonomiewet voor Papoea? Waaruit blijkt concreet dat een goede implementatie van deze wet de huidige Indonesische regering ter harte gaat? Zijn er daarnaast inmiddels, zoals toegezegd door de Indonesische president, extra regionale en nationale middelen vrijgemaakt voor de ontwikkeling van Papoea?


7.
In hoeverre heeft Nederland voor de onder vraag 5 genoemde punten actief aandacht gevraagd in het afgelopen jaar? Is het Nederland inmiddels gelukt om ook in Europees verband de aandacht van de EU voor Indonesië te verbreden van Atjeh naar Papoea? Tot welke acties van EU-zijde heeft dat geleid?

Bronnen:
http://www.survival-international.org/news.php?id=2184, 22 januari 2007.

Vgl. Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2006, Aanhangsel 1107, Antwoorden op schriftelijke vragen van de leden Van der Staaij c.s. over Papoea.

Human Rights Watch, februari 2007.

http://www.asia-pacific-action.org/news/reuters_indonesianpresidenturg esf_160207.htm