European Union



CJE/07/26

20 maart 2007

Pers en Voorlichting

PERSCOMMUNIQUE nr. 26/07

20 maart 2007

Conclusie van de advocaat-generaal in de gevoegde zaken C-11/06 en C-12/06

Rhiannon Morgan /Bezirksregierung Köln en Iris Bucher / Landrat des Kreises Düren

Volgens advocaat-generaal Ruiz-Jarabo zijn de in de Duitse wet studiefinanciering gestelde eisen een ontoelaatbare beperking van het vrije verkeer van studenten

Wanneer slechts een studietoelage voor een opleiding in een andere lidstaat wordt toegekend indien de opleiding de voortzetting is van een gedurende ten minste één jaar aan een Duitse onderwijsinstelling gevolgde opleiding, en wanneer geen toelage wordt toegekend aan studenten die om studieredenen in een grensstad wonen, is zijns inziens sprake van criteria die de studenten ontmoedigen om van hun recht van vrij verkeer gebruik te maken, en die niet in verhouding staan tot de nagestreefde doelstellingen

Rhiannon Morgan, een Duitse onderdaan, is, nadat zij haar middelbare school in Duitsland had afgemaakt en haar eindexamen had behaald, naar Groot-Brittannië verhuisd. Daar heeft zij een jaar als kindermeisje gewerkt alvorens haar universitaire opleiding te beginnen. Voor die opleiding heeft zij bij de Duitse autoriteiten een studietoelage aangevraagd. Deze aanvraag is afgewezen op grond dat de Duitse wetgeving slechts een toelage toekent indien de opleiding de voortzetting is van een gedurende één jaar aan een Duitse onderwijsinstelling gevolgde opleiding.

Iris Bucher, ook een Duitse onderdaan, woonde bij haar ouders te Bonn, totdat zij besloot te verhuizen naar Düren, een Duitse stad aan de grens met Nederland, en een opleiding te gaan volgen in de Nederlandse stad Heerlen. Bucher heeft bij de autoriteiten van Düren een studietoelage aangevraagd. Deze aanvraag is afgewezen omdat Bucher geen "vaste" verblijfplaats had in een grensstad, zoals de Duitse wetgeving vereist.

Zowel Morgan als Bucher hebben beroep ingesteld bij het Verwaltungsgericht Aachen. Dit heeft het Hof van Justitie verzocht, zich uit te spreken over het vrije verkeer van Europese studenten en over de studietoelage voor het volgen van een opleiding in een andere staat.

In zijn conclusie van heden verklaart advocaat-generaal Ruiz-Jarabo dat de Duitse bepalingen het vrije verkeer van studenten belemmeren, omdat zij de studenten ontmoedigen om van hun recht van vrij verkeer gebruik te maken, en criteria opleggen die niet in verhouding staan tot de nagestreefde doelstellingen.

Om te beginnen herinnert de advocaat-generaal eraan dat het Hof van Justitie heeft verklaard dat de voorwaarden voor de toegang tot een beroepsopleiding, die zowel het hoger als het universitair onderwijs omvat, binnen de werkingssfeer van het EG-Verdrag vallen. Het begrip toegang doelt niet alleen op het aanvangen, maar ook op het voortzetten van de opleiding.

Weliswaar beschikt een lidstaat over een ruime beoordelingsvrijheid bij het toekennen van een studietoelage voor het volgen van een opleiding in het buitenland en bij het stellen van voorwaarden daarvoor, maar hij moet daarbij het gemeenschapsrecht in acht nemen en de basisbeginselen daarvan, zoals het vrije verkeer, waarborgen.

Met betrekking tot de omstandigheid dat slechts een studietoelage wordt toegekend indien de opleiding de voortzetting is van een gedurende één jaar aan een Duitse onderwijsinstelling gevolgde opleiding, wijst de advocaat-generaal erop dat dit vereiste studenten ontmoedigt om zich voor een volledige opleiding in te schrijven aan een universiteit in een andere lidstaat, aangezien dit betekent dat zij afzien van de financiële voordelen die worden toegekend aan studenten die, in gelijke omstandigheden, in de staat van herkomst blijven. Er is derhalve sprake van een beperking van het vrije verkeer van studenten.

Volgens Ruiz-Jarabo kan de eis dat de betrokkene een werkelijke band heeft met zijn plaats van herkomst, de belemmering voor de financiering van een opleiding in een andere lidstaat rechtvaardigen. Verlangen dat er tussen het individu en de staat een band bestaat in de vorm van de aanvang van de opleiding, geeft evenwel geen juist beeld van de mate waarin er een echte en daadwerkelijke band bestaat, en versterkt deze band evenmin.

Anderzijds kan het beroep op budgettaire moeilijkheden geen rechtvaardiging vormen voor de eis dat de opleiding in het buitenland de voortzetting moet zijn van een gedurende ten minste één jaar in Duitsland gevolgde opleiding.

Met betrekking tot de vraag of het niet toekennen van een studietoelage aan studenten die in een grensstad wonen, omdat deze stad niet hun vaste woonplaats is en enkel om studieredenen is gekozen, verenigbaar is met het vrije verkeer, stelt de advocaat-generaal dat dit vereiste het vrije verkeer beperkt ten nadele van studenten die, om regelmatiger het onderricht in het buurland te kunnen volgen, naar grenssteden verhuizen.

Ruiz-Jarabo heeft er begrip voor, dat het op basis van overwegingen van regionaal beleid wenselijk is, compenserende maatregelen te nemen voor de schade die wordt geleden door onderdanen die niet ver van een andere staat wonen en ervaren dat de grenzen hun mogelijkheden om te kiezen voor een onderwijsinstelling die dicht bij hun woonplaats is gelegen, vertekenen. In het geval van Bucher is hij het evenwel niet eens met de eis dat haar woonplaats "vast" moet zijn. De woonplaats is een voldoende band, aangezien de vaste woonplaats van de betrokkene zowel bij aanvang van de opleiding als gedurende de gehele periode van onderricht in Duitsland gelegen moet zijn.

In beide gevallen zou het volgens de advocaat-generaal minder beperkend zijn voor het vrije verkeer, de studietoelage af te wegen aan de hand van de studieresultaten.

N.B.: De conclusie van de advocaat-generaal bindt het Hof niet. De advocaten-generaal hebben tot taak het Hof in volledige onafhankelijkheid een juridische oplossing in overweging te geven voor het concrete geschil. De rechters van het Hof beginnen thans met de beraadslagingen over het arrest, dat op een latere datum zal worden gewezen.

Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt.

Beschikbare talen: ES CS DE EN EL FR IT NL PL

De volledige tekst van de conclusie is op de dag van de uitspraak te vinden op de internetpagina van het Hof http://curia.europa.eu/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=NL&Submit=recherche r&numaff=C-11/06 en C-12/06 vanaf ongeveer 12.00 uur.

Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der Jeught.
Tel: +352 4303 2170 Fax: +352 4303 2988
---

Bundesgesetz über individuelle Förderung der Ausbildung. Nieuwe versie bekendgemaakt op 6 juni 1983, BGBl I, blz. 645; laatstelijk gewijzigd bij wet van 22 september 2005, BGBl I, blz. 2809.