Ministerie van Financiën

Antwoorden op vragen van de leden Crone en Smeets aan de minister van Financiën over voorlopige aanslagen voor ondernemers in de IB waarbij geen rekening wordt gehouden met vermindering van de winst.


1. Kent u het artikel1 dat bij de voorlopige aanslagen voor ondernemers in de inkomstenbelasting geen rekening wordt gehouden met de 10% vermindering van de winst, welke per 1 januari 2007 van kracht is geworden? Zo ja, hoe denkt u deze ondernemers tegemoet te komen, zonder dat zij ieder afzonderlijk bezwaar moeten aantekenen?

In het systeem voor het opleggen van voorlopige aanslagen is informatie beschikbaar over de hoogte van het inkomen in box 1. Met het systeem kan geen onderscheid worden gemaakt naar de verschillende inkomensbestanddelen die samen het box 1 inkomen vormen (onder meer winst uit onderneming, belastbaar loon, belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, belastbare inkomsten uit eigen woning). Een en ander betekent dat het niet mogelijk was de winst uit onderneming bij het opleggen van voorlopige aanslagen 2007 te verminderen met de per 1 januari 2007 geïntroduceerde 10% winstvrijstelling.

Bij de voorbereidingen voor het opleggen van de voorlopige aanslagen 2007 is bezien of in plaats daarvan het totale box 1 inkomen met 10% kon worden verlaagd. Dit had echter tot zodanige onnauwkeurigheden geleid, dat het geen alternatief was voor het toepassen van de 10% winstvrijstelling op de belastbare winst. Het gevolg was namelijk geweest dat grote aantallen voorlopige aanslagen met een te hoog bedrag zouden zijn verminderd, bijvoorbeeld in situaties waarin er naast de belastbare winst ook belastbaar loon was, of met een te laag bedrag, bijvoorbeeld waar een ondernemer ook recht heeft op hypotheekrenteaftrek.

De Belastingdienst heeft onderzocht op welke termijn met een herstelactie alsnog nadere voorlopige aanslagen opgelegd hadden kunnen worden waarin rekening zou worden gehouden met de 10% winstvrijstelling. In verband met de daarvoor noodzakelijke voorbereidingstijd had zo'n herstelactie in ieder geval niet eerder dan in de maanden juli/augustus 2007 kunnen worden uitgevoerd. Een dergelijke herstelactie had bovendien forse ingrepen in de automatiseringssystemen van de Belastingdienst gevergd. Daarmee zouden nog lopende en reeds afgeronde aanpassingen worden doorkruist. Ook had daarvoor schaarse capaciteit vrijgemaakt moeten worden die voor andere noodzakelijke aanpassingen stond ingepland. Om die redenen was een centrale herstelactie zeer risicovol geweest. Daar komt bij dat ondernemers vóór 1 augustus 2007 hun schattingsformulier 2007 bij de Belastingdienst moeten inleveren, waarop zij een schatting moeten doen van hun inkomen in 2007. Daarbij kunnen zij de 10% winstvrijstelling zelf toepassen. De Belastingdienst legt vervolgens een nadere voorlopige aanslag op grond van het op het schattingsformulier vermelde inkomen.

Om deze redenen is afgezien van het uitvoeren van een herstelactie voor de voorlopige aanslagen 2007 ten behoeve van de 10% winstvrijstelling. Ondernemers worden door de Belastingdienst binnen vier weken schriftelijk over de herstelmogelijkheid via het


1 De Telegraaf, 1 februari 2007.

schattingsformulier geïnformeerd. Indien een ondernemer eerder een voorlopige aanslag wenst te ontvangen waarin rekening is gehouden met de 10% winstvrijstelling, kan hij daartoe een verzoek indienen bij de Belastingdienst. De Belastingdienst legt dan een nadere voorlopige aanslag op. Bij het indienen van zo'n verzoek kan de ondernemer gebruik maken van het standaardformulier dat hij bij de voorlopige aanslag heeft ontvangen. Het formulier is ook te downloaden van de site van de Belastingdienst.


---- --