Gemeente Boekel
Gebruik (aangebouwde) bijgebouwen
Gebruik (aangebouwde) bijgebouwen dan wel gesplitste panden ten
behoeve van permanente bewoning, in strijd bestemmingsplan: beleid,
inventarisatie, resultaten en vervolgstappen.
In 2002 zijn door de raad het beleidsplan integrale handhaving
gemeente Boekel 2002 e.v. en het eerste uitvoeringsprogramma
handhaving 2002 e.v. vastgesteld. Voorafgaande aan deze vaststelling
zijn belanghebbenden, te weten ingezetenen en in onze gemeente een
belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen, in de gelegenheid
gesteld mondeling dan wel schriftelijk hun zienswijzen op dit het
beleids- en uitvoeringsprogramma kenbaar te maken.
Binnen onze gemeente is begin jaren negentig een inventarisatielijst
van bewoonde (aangebouwde) bijgebouwen dan wel gesplitste panden
opgesteld, waarvoor gold dat het gebruik ten behoeve van permanente
bewoning in strijd was met de voorschriften van het geldende
bestemmingsplan was. Er zijn in dat kader 136 adressen bekend, waaraan
op dat moment in de geldende bestemmingsplannen nog geen
woonbestemming was toegekend.
Het doel van het eerste uitvoeringsprogramma handhaving was het
bereiken van een zogenaamde nul-situatie. Daartoe is voor de 136 reeds
bekende adressen een zogenaamd plan van aanpak op- en door ons college
bij besluit van 21 oktober 2003 vastgesteld.
Dit houdt in grote lijnen het volgende in. Per adres is in
chronologische volgorde bekeken of:
1. legalisering van het huidige gebruik ten behoeve van permanente
bewoning in een toekomstig bestemmingsplan alsnog tot de mogelijkheden
behoort, dan wel:
2. het zogenaamde overgangsrecht van toepassing is, dan wel;
3. overgegaan kan worden tot vastlegging van het gebruik ten behoeve
van permanente bewoning op naam van de huidige bewoners in een
persoonsgebonden gedoogbeschikking, dan wel;
4. indien geen van de drie voorgaande stappen van toepassing is,
alsnog dient te worden overgegaan tot handhavend optreden.
In relatie tot eerstgenoemde punt is het nog van belang te vermelden
dat op dit moment actueel is de inhaalslag met betrekking tot de
herziening van onze bestaande bestemmingsplannen voor de kommen van
Boekel, Venhorst (reeds onherroepelijk) en het buitengebied. In deze
nieuwe plannen zijn ook de zogenaamde vrijstellingsbepalingen voor
mantelzorg opgenomen. In het kader van het gebruiksovergangsrecht is
van belang de tijdsduur in jaren achtereen, met een onderbreking van
minder dan één jaar aaneengesloten dat een pand, niet zijnde een
woning volgens het bestemmingsplan, voor permanente bewoning in
gebruik is. Als peildatum geldt het moment waarop het geldende
bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Om dit aan te tonen kan
door de eigenaar/bewoner gebruik worden gemaakt van op naam en adres
gestelde beschikkingen, zoals bijvoorbeeld een WOZ-beschikking.
Indien de eerste twee categorieën niet van toepassing zijn, bestaat er
voor ons college nog de mogelijkheid tot afgifte van persoonsgebonden
gedoogbeschikkingen: op grond daarvan mag door de in de beschikking
genoemde perso(o)n(en) het gebruik van een bepaald pand ten behoeve
van permanente bewoning worden gecontinueerd, maar het opnieuw
gebruiken van hetzelfde pand door derden ten behoeve van permanente
bewoning is niet toegestaan. Dit wordt wel de zogenaamde
uitsterfconstructie genoemd. Door ons college kan overigens pas worden
overgegaan tot het starten van een procedure voor dergelijke
persoonsgebonden gedoogbeschikkingen, indien het bewuste pand voldoet
aan de minimale eisen in het Bouwbesluit voor gebouwen, geen
woongebouwen zijnde.
Tot voor kort was het met betrekking tot deze derde categorie ook
relevant of het bewuste pand eventueel in een stankcirkel van een
naburig agrarisch bedrijf ligt. Met de inwerkingtreding van de Wet
Veehouderij en Geuremissie per 1 januari 2007 is deze toetsing naar
alle waarschijnlijkheid niet meer nodig.
Indien het bewuste pand niet aan deze minimale wooneisen voldoet,
waarbij met name moet worden gedacht aan eisen van daglichttoetreding,
ventilatie en vluchtwegen, resteert voor onze college de noodzaak tot
handhavend optreden. Overigens is tijdens veldinventarisatie gebleken
dat er nog een zogenaamde restcategorie van adressen is, waarvoor
geldt dat het gebruik ten behoeve van permanente bewoning reeds op het
moment van inventariseren, al dan niet definitief, was beëindigd.
Inmiddels zijn de fases van (veld)inventarisaties en uitwerkingen
achter de rug.
Van de 136 adressen vallen er:
· 77 onder de eerste categorie (te legaliseren in nieuwe
bestemmingsplannen);
· 13 onder het zogenaamde (gebruiks)overgangsrecht;
· 22 onder de derde categorie (persoonsgebonden gedoogbeschikking
behoort tot de mogelijkheden);
· Eén adres onder de categorie handhaven. In de praktijk is daarvoor
echter een oplossing voorhanden binnen de regels ingevolge de
provinciale voorbeeldregeling mantelzorg uit 2003;
· 24 onder de restcategorie bewoning reeds beëindigd.
Tegelijkertijd wordt er binnen onze gemeente nauwgezet op toegezien
dat er geen nieuwe adressen van (aangebouwde) bijgebouwen dan wel
gesplitste panden ontstaan, waarvoor geldt dat er sprake is van
strijdigheid met de voorschriften van onze (nieuwe)
bestemmingsplannen, daarbij inbegrepen de vrijstellingsbepalingen voor
mantelzorg.
Het door u bewoonde (gesplitste) pand, dan wel aangebouwde of
vrijstaande bijgebouw, valt binnen één van deze 22 adressen, waarvoor
de conclusie luidt: een persoonsgebonden gedoogbeschikking behoort tot
de mogelijkheden.
Met betrekking tot de adressen die tot deze derde categorie behoren,
zal worden overgegaan tot het starten van procedures tot
persoonsgebonden gedoogbeschikkingen overigens op naam en adres
gesteld van de huidige bewoners, voor zover niet reeds een
gedoogbeschikking aanwezig is.
Het voorgaande betekent dat op korte termijn in het weekblad
Boekel-Venhorst en het Gemerts Nieuwsblad publicatie plaats zal vinden
van de betreffende (ontwerp)gedoogbeschikkingen. Voor belanghebbenden
bestaat de mogelijkheid tegen deze (ontwerp)beschikkingen zienswijzen
dan wel bezwaren in te dienen.
Boekel, maart 2007
Burgemeester en wethouders van Boekel.