Rapport NZa Care voor de toekomst
Kamerstuk, 26 maart 2007
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Z/M-2758346
26 maart 2007
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft op 26 maart 2007 het rapport
Care voor de toekomst uitgebracht. De NZa heeft deze uitvoeringstoets
uitgebracht op verzoek van mijn ambtsvoorganger. Met deze brief bied
ik u het rapport aan.
De uitvoeringstoets gaat over het voornemen de aanwijzing zorgkantoren
per 2009 niet meer te verlengen zodat de uitvoering van de AWBZ-taken
bij de zorgverzekeraars komt te liggen. De vraag die aan de NZa is
voorgelegd, is in beeld te brengen welke systemen van toezicht,
bekostiging en overige vormen van marktregulering het beste passen bij
het model voor 2009.
De NZa geeft in dit rapport eerst een analyse van de huidige AWBZ en
gaat vervolgens in op de uitvoerings- en toezichtaspecten van de
maatregel.
De NZa vindt het belangrijk dat op korte termijn veranderingen in de
AWBZ worden doorgevoerd. De NZa doet in haar rapport voorstellen
gericht op het bereiken van meer kwaliteit en doelmatigheid. Het
voorgestelde model van AWBZ uitvoering door zorgverzekeraars is
volgens de NZa een goede eerste stap in die richting. Hoewel deze stap
al veel voordelen biedt ten opzichte van het huidige systeem is het
nog niet voldoende voor het oplossen van de knelpunten binnen de
AWBZ-zorg. Daarom doet de NZa aanvullend reguleringsvoorstellen
waarmee AWBZ-instellingen worden gestimuleerd tot het leveren van
goede en doelmatige zorg. Hoe meer dit soort "checks and balances" in
het zorgsysteem zelf aanwezig zijn, hoe terughoudender het
NZa-toezicht kan zijn.
Op de langere termijn kan zorg uit de AWBZ in de visie van de NZa
worden overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet. Voor doelgroepen met
een zware zorgvraag pleit de NZa voor een afzonderlijke romp AWBZ die
wordt uitgevoerd door de overheid.
De NZa legt met zijn rapport in kort tijdsbestek een waardevolle
analyse over de AWBZ op tafel. Ik constateer dat de NZa de maatregel
om de AWBZ-uitvoering aan zorgverzekeraars over te dragen,
ondersteunt. Hierop voortbouwend bevat het rapport voorstellen voor
verbeteringen op de korte termijn vanuit het perspectief van de
cliënt. Deze voorstellen hebben naast de al genoemde maatregelen op
het terrein van het toezicht en de bekostiging betrekking op het
scheiden van wonen en zorg, de indicatiestelling, de invoering van
integrale tarieven inclusief kapitaallasten en het afschaffen van de
contracteerplicht voor intramurale zorg. Al met al levert dit een
ambitieuze agenda voor de toekomst op.
Ik zie het rapport van de NZa als een steun in de rug om de komende
tijd verder te gaan met de uitwerking van het voornemen de
AWBZ-uitvoering in handen te geven van de zorgverzekeraars. Ik wil
deze maatregel en de andere voorstellen in het rapport in samenhang
bezien en daarbij zorgvuldig nagaan hoe deze kunnen bijdragen aan een
op de langere termijn houdbare verzekering en uitvoering van de
langdurige zorg. Ik zal onder meer over deze aspecten de komende
periode overleg voeren met de cliëntenorganisaties, de
zorgverzekeraars en de zorgaanbieders. Vervolgens zal ik voor de zomer
mijn voornemens met betrekking tot AWBZ kenbaar maken. Ik zal bij die
gelegenheid ook een nadere inhoudelijke reactie geven op het rapport
van de NZa.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport