Openbaar Ministerie

Verklaring proformazitting achter gesloten deuren

27 maart 2007

Vandaag dient de eerste pro forma zitting van de rechtbank Amsterdam in de zaak tegen drie personen, verdacht van betrokkenheid bij de moord op de heer W. Endstra. Dit onderzoek staat beter bekend als het onderzoek âEnclaveâ.

Het Openbaar Ministerie heeft verzocht om de behandeling van deze pro forma zitting achter gesloten deuren te laten plaatsvinden. De wet biedt ons die mogelijkheid uitdrukkelijk. Ook de Hoge Raad heeft bevestigd dat het mogelijk is om in het belang van de waarheidsvinding een zitting zonder publiek te laten plaatsvinden.

Omdat de motivatie van dit verzoek tot sluiting van de deuren berust op zeer gevoelige onderzoekspunten, vinden wij het wenselijk dat ook dit achter gesloten deuren plaatsvindt.

Vooropgesteld: het belang van de openbaarheid van de rechtspraak is ook het belang van het Openbaar Ministerie. Dat verdachte en slachtoffers, verdediging en Openbaar Ministerie allen een âfair trialâ krijgen, is een evident belang. Ook wij zijn immers gebaat bij de controle door publiek en pers op de kwaliteit van rechtspraak.

Bij de inhoudelijke behandeling van de zaak juichen wij openbaarheid toe. Van âgeheime processenâ, zoals is gesuggereerd, is geen sprake.

Het onderwerp van de zitting van vandaag is echter slechts de voortgang van het onderzoek en de voorlopige hechtenis van de verdachten. Onderwerpen die tot nu toe in de raadkamerzittingen aan de orde kwamen. De pro forma zitting draagt dan ook naar ons oordeel veel meer het karakter van een raadkamerzitting. Raadkamerzittingen zijn in Nederland niet openbaar.

Van beknotting van de rechten van de verdediging is geen sprake. In de rechtzaal kunnen en mogen raadslieden uiteraard alles aanvoeren en vragen wat zij in het belang van hun cliënten achten. Of die zitting nu openbaar is of niet. Zoals ook in zittingen met minderjarige verdachten, die altijd achter gesloten deuren plaatsvinden.

Maar een verzoek om sluiting van de deuren door het Openbaar Ministerie in een zaak met meerderjarige verdachten is niet een alledaagse gebeurtenis.

De reden dat wij het in dit onderzoek op deze zitting verzoeken, is gelegen in het belang van de waarheidsvinding. Voor het volledig en goed kunnen verrichten van het onderzoek naar de vragen wat geleid heeft tot de dood van de heer Endstra en wie daarvoor verantwoordelijk zijn, is het volgens ons thans essentieel dat de deuren gesloten blijven.

We mogen, kunnen en willen dat in dit stadium niet nader in de openbaarheid toelichten.

Zodra dit verzoek is gedaan, zal de verdediging de mogelijkheid geboden worden om op het verzoek te reageren. De rechtbank besluit of de deuren gesloten blijven. Tegen die beslissing kan niet apart hoger beroep worden ingesteld.