Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Meerderheid van rijscholen heeft kritiek op taalgebruik CBR-examens

30 maart 2007

Een meerderheid van de rijschoolhouders in Nederland vindt dat in de CBR-examens onnodig ingewikkeld Nederlands wordt gebruikt. Zo blijkt uit een representatieve enquête onder 155 rijscholen, uitgevoerd door onderzoeksbureau Ergo te Amsterdam.

De enquête van Ergo wijst uit dat ruim tweederde van de rijschoolhouders (68%) het eens is met de stelling: 'Het taalgebruik in het theorie-examen is voor cursisten moeilijker dan nodig is'.

Driekwart van de rijschoolhouders meent tevens dat het CBR ervoor moet zorgen dat het taalgebruik in de theorie-examens wordt aangepast, zodat de vragen voor de cursisten beter te begrijpen zijn.

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Veka Best, producent van verkeersleermiddelen. Veka Best heeft onlangs via de rechtbank geëist dat de examens van het CBR direct worden stopgezet, tenzij het CBR binnen 3 maanden komt met een aangepast examen waarin begrijpelijker taalgebruik verwerkt is. De rechter doet maandag 2 april aanstaande uitspraak. Hoe die uitspraak ook zal luiden, de heer Kantelberg, directeur van Veka Best, weet zich moreel gesteund door een duidelijke meerderheid van rijschoolhouders.

Afzender: Veka Best
Voor informatie: dhr P. Kantelberg
Telefoonnummer: 040-2140080


---- --
Rijschoolhouders aan het woord


- Hoofdlijnenrapport -

Amsterdam, 30 maart 2007
Projectnummer: 1197

Drs. M. Valk
Drs. H. Heinen

ERGO: BUREAU VOOR MARKT- EN BELEIDSONDERZOEK, PLANTAGE PARKLAAN 18

1018 ST AMSTERDAM, T: 020 627 2100, F: 020 627 1893 E: mail@ergo.nl www.ergo.nl


1 Inleiding

In opdracht van Veka Best heeft Ergo, bureau voor markt- en beleidsonderzoek, onder- zocht hoe rijschoolhouders denken over het taalgebruik van het CBR in de theorie- examens.

Daartoe heeft Ergo een telefonische enquête gehouden onder 155 rijschoolhouders en - instructeurs. De enquête is uitgevoerd tussen 26 en 29 maart 2007. Tijdens het vraagge- sprek wist de respondent niet welke organisatie opdrachtgever is van de enquête; dit is na afloop van het interview meegedeeld.

Er is een representatieve steekproef getrokken uit het bestand van de Kamers van Koop- handel. De respondenten zijn meerderheid ondernemers; een klein deel is in loondienst. Voorts bestaat de groep respondenten uit enerzijds rijscholen die zelf theorieles geven (63%) en rijscholen die dat niet doen. Bij de analyse van de antwoorden is gekeken of er een verschil optreedt tussen beide groepen.

Hoge respons
Het overgrote deel van rijscholen (83%) waarmee contact is geweest toonde zich bereid om aan het onderzoek deel te nemen. Van de 17% die niet wilde deelnemen, gaf een meerderheid aan geen tijd te hebben. De grote bereidwilligheid van de rijscholen om deel te nemen aan de enquête heeft een gunstig effect op de representativiteit van de resulta- ten.

2 Resultaten van het onderzoek
Is men bekend met de discussie over het taalgebruik in theorie-examens? Gevraagd is:
Onlangs is er in het nieuws aandacht geweest voor het taalgebruik in de theorie- examens van het CBR. Het ging daarbij over de vraag of het taalgebruik in de examens niet eenvoudiger kan. Denk daarbij aan jargon, moeilijke woorden en uit- drukkingen die voor `doorsnee' cursisten niet zo bekend zijn. Heeft u daar iets over gehoord of gelezen?

Iets over gehoord of gelezen? N=155 Ja 85% Nee 15%

Een overgrote meerderheid (85%) blijkt op de hoogte van de discussie over het taalge- bruik in de theorie-examens van het CBR.

ERGO: BUREAU VOOR MARKT- EN BELEIDSONDERZOEK 2

De mening over het taalgebruik

Om de mening van de rijschoolhouders over het taalgebruik in de theorie-examens vast te stellen, zijn twee stellingen voorgelegd.

Stelling 1:

Het taalgebruik in het theorie-examen is voor cursisten moeilijker dan nodig is.

N=155

Mee eens 68% Niet mee eens 27% Weet niet 5%

Tweederde van de rijschoolhouders is van mening dat het taalgebruik onnodig moeilijk is. Ruim een kwart van de respondenten vindt dit niet.

Er doet zich hierbij geen significant verschil voor tussen de rijschoolhouders die zelf theo- rieles geven (63%) en degenen die dat niet doen.

Stelling 2:

Het CBR, de organisatie die verantwoordelijk is voor de theorie-examens, moet er- voor zorgen dat het taalgebruik in het theorie-examen wordt aangepast, zodat de vragen voor de cursisten beter te begrijpen zijn.

N=155

Mee eens 76% Niet mee eens 20% Weet niet 4%

Driekwart van de rijschoolhouders vindt dat het CBR aanpassingen in het taalgebruik moet doorvoeren om zo de begrijpelijkheid van de vragen te vergroten. Er doen zich hierbij geen noemenswaardige verschillen voor tussen rijscholen die zelf theorieles geven en de andere rijscholen.

Uit spontane toelichtingen van respondenten blijkt dat volgens rijschoolhouders zeker ook cursisten van buitenlandse afkomst hierbij baat zouden hebben.

ERGO: BUREAU VOOR MARKT- EN BELEIDSONDERZOEK 3


3 Conclusies

Op basis van een telefonische enquête onder een representatieve groep van 155 rij- schoolhouders verspreid over Nederland, kan het volgende worden geconcludeerd.

Een grote meerderheid (85%) van de rijschoolhouders blijkt op de hoogte van de door Veka Best aangezwengelde discussie over het taalgebruik in de theorie-examens van het CBR. Veka Best kan dus tevreden zijn over de (media-)aandacht voor de kwestie. Tweederde van de rijschoolhouders is van mening dat in de theorie-examens van het CBR sprake is van onnodig moeilijk taalgebruik. Over de mate waarin dit naar de me- ning van de rijschoolhouders het geval is, kan op grond van het onderzoek geen uit- spraak worden gedaan.
De rijschoolhouders zijn in meerderheid van mening dat het CBR moet streven naar grotere begrijpelijkheid van de taal waarin de examenvragen worden geformuleerd.

Ergo: het initiatief van Veka Best om deze kwestie aan te kaarten bij het CBR kan rekenen op steun van de meeste rijschoolhouders.

ERGO: BUREAU VOOR MARKT- EN BELEIDSONDERZOEK 4

Bijlage: verantwoording

Steekproefsamenstelling (N=155)
Eigenaar rijschool 93% Rij-instructeur in loondienst 7%

Rijschool geeft zelf theorieles 63% Rijschool geeft zelf geen theorieles 37%

Rijschool maakt zelf gebruik van lesmateriaal 95% Rijschool maakt zelf geen gebruik van lesmateriaal 5%

Lid van de VAN - BOVAG 23% Geen lid van de VAN - BOVAG 76%

Nauwkeurigheid van de cijfers
De omvang van de steekproef geeft, bij een betrouwbaarheid van 95% (en uitgaande van een totaal van circa 5500 rijscholen in Nederland) resultaten met een maximale nauwkeu- righeidsmarge van plus of min 7,8%. Dus, indien 50% van de ondervraagde respondenten het eens is met een bepaalde stelling, zal het percentage in de gehele populatie rijscholen liggen tussen de 42,2% en 57,8%.

ERGO: BUREAU VOOR MARKT- EN BELEIDSONDERZOEK 5


---- --